SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
5 février 2014 5 februari 2014
________________
Question écrite n° 5-11051 Schriftelijke vraag nr. 5-11051

de Louis Ide (N-VA)

van Louis Ide (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
La reconnaissance de l'homéopathie De erkenning van de homeopathie 
________________
médecine douce
accès à la profession
zachte geneeskunde
toegang tot het beroepsleven
________ ________
5/2/2014Verzending vraag
16/4/2014Antwoord
5/2/2014Verzending vraag
16/4/2014Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-4600 Requalification de : demande d'explications 5-4600
________ ________
Question n° 5-11051 du 5 février 2014 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-11051 d.d. 5 februari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dans le cadre de l'exécution de la loi Colla, il appartient à la commission paritaire d'approuver les avis formulés par les chambres concernant les pratiques non conventionnelles et de les communiquer au ministre.

En novembre 2013, la commission paritaire a approuvé de nouveaux avis concernant l'homéopathie, le Conseil d'État ayant jugé les précédents non valables en droit.

Étant donné que le contenu des nouveaux avis n'a pas été communiqué au Parlement, je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) Quelle est la teneur des nouveaux avis émis par la commission paritaire en matière d'homéopathie ?

2) Quelles sont les différences entre ces avis et ceux qui ont été présentés au Parlement ?

J'aurais aussi voulu prendre connaissance de l'avis formulé par le Conseil d'État concernant votre projet d'arrêté royal relatif à la reconnaissance de l'homéopathie.

 

In het kader van de uitvoering van de wet Colla is het aan de paritaire commissie om de adviezen die de kamers over de verschillende niet-conventionele praktijken formuleren, goed te keuren en aan de minister te bezorgen.

Zo blijkt dat de paritaire commissie in november 2013 opnieuw adviezen over de homeopathie heeft goedgekeurd aangezien de vorige adviezen volgens de Raad van State niet rechtsgeldig waren.

Aangezien de inhoud van de nieuwe adviezen niet aan het Parlement is meegedeeld, had ik van u graag een antwoord gekregen op volgende vragen:

1) In welke exacte bewoordingen heeft de paritaire commissie de nieuwe adviezen inzake homeopathie geformuleerd?

2) Waarin verschillen deze adviezen van de adviezen die aan het Parlement werden voorgesteld.

Verder had ik ook graag inzage gekregen in het advies dat de Raad van State uitgebracht heeft over uw ontwerp van koninklijk besluit in verband met de erkenning van de homeopathie.

 
Réponse reçue le 16 avril 2014 : Antwoord ontvangen op 16 april 2014 :

La justification exacte des avis de la Commission paritaire sur les avis de la chambre de l’Homéopathie se trouveront bientôt sur le site du Service public fédéral (SPF) santé publique. En général, je peux avancer et dire que les membres de la commission paritaire ont plutôt eu une attitude négative par rapport aux avis de la Chambre. Pour la plupart des avis, le délai des 6 mois était expiré, les membres n’ont pu dès lors que reprendre leur point de vue dans l’avis. Malgré les avis négatifs, je me suis engagée à mener tout de même l’enregistrement des homéopathes, afin de garantir la sécurité des patients.

A la suite de l’avis du Conseil d'État, que je vous transmettrai, par rapport au projet d’AR sur l’exercice de l’homéopathie, il y a eu une série de questions sur les procédures d’avis suivies. Après analyse des avis, il est apparu que les différentes étapes des procédures, telles que prévues dans la loi Colla, n’ont pas toujours été suivies de manière très stricte. En effet, il ressort de l’avis du conseil d'État qu’il fallait vérifier que la chambre de l’Homéopathie avait émis un avis sur chacun des points visés à l’article 3, §2 et §3 et que la Commission paritaire n’avait pas émis d’avis sur tous les projets rédigés par la Chambre. Lorsque la commission paritaire n’a émis, après le terme imposé, aucun avis, il fallait faire un rapport sur les différents points de vue avancés. En ce qui concerne la définition de l’homéopathie, la formation de base, la formation permanente et les traitements autorisés, il n’y avait, selon le Conseil d’Etat, qu’un seul avis de la chambre Homéopathie.

En ce qui concerne l’enregistrement des homéopathes, on peut partir du principe qu’il y a un avis de la commission paritaire (du 22/11/2012), mais il fallait se référer dans la considération de cet avis à l’article 3, §2 de la loi du 29 avril 1999 et pas au §1er comme ce fut le cas erronément.

En ce qui concerne la communication, on peut aussi dire qu’il y a un avis de la commission paritaire (22/11/2012), mais il fallait se référer dans la considération de cet avis à l’article 3, §2 de la loi du 29 avril 1999 et pas au §1er comme ce fut le cas erronément.

Concrètement, il fallait, en ce qui concernait la pratique non conventionnelle l’homéopathie, un avis de la commission paritaire sur les avis émis par la chambre de l’homéopathie concernant :

• La définition de l’homéopathie

• La formation de base

• La formation permanente

• La liste avec les traitements autorisés et/ ou non autorisés pour les homéopathes

• L’enregistrement . Il suffirait de reprendre l’avis de la CP du 22/11/2012 avec le §2 comme base juridique plutôt que le §1er

• La communication- il suffirait aussi de reprendre l’avis de la CP du 22-11-2012 avec le §3 comme base juridique

Ces avis ont donc été donnés lors de la réunion du 21 novembre 2013.

De exacte verwoording van de adviezen van de Paritaire Commissie aangaande de adviezen van de Kamer homeopathie zal u integraal kunnen terugvinden op de site van de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid zodra deze gepubliceerd worden. In het algemeen kan ik stellen dat de leden van de paritaire commissie een eerder negatieve houding hadden ten opzichte van de adviezen van de Kamer. Met betrekking tot de meeste adviezen was de tijdstermijn van zes maanden verstreken, waardoor de leden allen hun mening lieten opnemen in het advies. Niet tegenstaande dat er negatieve adviezen werden geleverd, houd ik er mij aan vast om de registratie van de homeopaten toch door te voeren, dit om de veiligheid van de patiënt te garanderen.

Naar aanleiding van het advies van de Raad van State, dat ik u zal overhandigen, met betrekking tot het ontwerp van KB betreffende de uitoefening van de homeopathie zijn er een aantal vragen gerezen met betrekking tot de gevolgde adviesprocedures. Uit nazicht van de uitgebrachte adviezen bleek dat de verschillende stappen van de onderscheiden procedures, zoals voorzien in de wet Colla, niet altijd strikt gevolgd werden. Inderdaad uit het advies van de Raad van State bleek dat er diende geverifieerd te worden dat de kamer homeopathie advies uitbracht met betrekking tot ieder van de in artikel 3, §2 en §3 bedoelde punten en dat de Paritaire Commissie advies uitbracht op alle door de Kamer opgestelde ontwerpen van advies. Wanneer de Paritaire commissie na afloop van de gestelde termijn geen advies uit had gebracht, moest er een verslag opgemaakt worden betreffende de verschillende naar voren gebrachte standpunten. Wat betreft de definitie van homeopathie, de basisopleiding, de permanente opleiding en de toegestane handelingen was er, aldus de raad van state, enkel een advies van de Kamer “homeopathie”.

Er zou kunnen van uitgegaan worden dat er wat betreft de registratie van de homeopaten een advies van de paritaire commissie is (van 22-11.2012), maar dan diende in de overweging van dit advies verwezen te worden naar artikel 3, §2 van de wet van 29 april 1999 en niet naar §1 zoals hier verkeerdelijk gebeurd was.

Wat betreft de bekendmaking zou er eveneens kunnen vanuit gegaan worden dat er een advies is van de paritaire commissie (van 22-11-2012), maar dan diende in de overweging van dit advies verwezen te worden naar artikel 3, §3 van de wet van 29 april 1999, en niet naar §1 zoals hier verkeerdelijk gebeurd was.

Concreet diende er, wat de niet-conventionele praktijk homeopathie betreft, een advies van de Paritaire Commissie uitgebracht worden op de door de Kamer van Homeopathie uitgebrachte adviezen met betrekking tot:

• de definitie van homeopathie (advies Kamer 18-09-2012)

• de basisopleiding (adviezen Kamer 18-09-2012 en 25-06-2013)

• de permanente opleiding (adviezen Kamer 20-11-2012 en 25-6-2013)

• de lijst met toegestane en / of niet toegestane handelingen voor de homeopaten (advies Kamer 27-11-2012)

• de registratie (advies Kamer 18-09-2012) - Hier zou het volstaan het advies van de PC van 22-11-2012 te hernemen met §2 als juridische grond ipv §1.

• de bekendmaking (advies Kamer 18-09-2012) – Ook hier zou het volstaan het advies van de PC van 22-11-2012 te hernemen met §3 als juridische grond ipv §1.

Deze adviezen zijn dus gegeven tijdens de vergadering van 21 november 2013.