SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
9 mai 2008 9 mei 2008
________________
Question écrite n° 4-936 Schriftelijke vraag nr. 4-936

de Christiane Vienne (PS)

van Christiane Vienne (PS)

à la ministre des PME, des Indépendants, de l'Agriculture et de la Politique scientifique

aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid
________________
Sous-vêtements - Vente de certains types de dessous à des enfants - Protection Ondergoed - Verkoop van bepaald ondergoed aan kinderen - Bescherming 
________________
éthique
protection de l'enfance
vêtement
vente à distance
enfant
jeune
ethiek
kinderbescherming
kledingstuk
teleshopping
kind
jongere
________ ________
9/5/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/6/2008)
11/6/2008Antwoord
9/5/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/6/2008)
11/6/2008Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-937 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-937
________ ________
Question n° 4-936 du 9 mai 2008 : (Question posée en français) Vraag nr. 4-936 d.d. 9 mei 2008 : (Vraag gesteld in het Frans)

Il me revient que certains catalogues de vente par correspondance proposent dans leur assortiment des soutiens-gorge de type « push-up » de taille 70, ce qui correspond à la taille d’une fillette entre 8 et 10 ans. De même, on trouve en magasin des strings pour enfants.

L’arrivée dans le commerce de ce type de sous-vêtements correspond à une évolution des mœurs, en même temps sans doute qu’à l’émergence d’un nouveau type de marché. Des produits, qui étaient jusqu’ici réservés à un public-cible spécifiquement constitué d’adolescentes et d’adultes, se retrouvent proposé à un nouveau segment de clientèle : celui des enfants.

Il est vrai que les enfants et les préadolescents se retrouvent de plus en plus décideurs dans les achats du quotidien. Mais cette tranche d’âge constitue également un public facilement séduit ou tenté par les publicités, les modes ou les « tendances ». Ainsi, le législateur a notamment interdit la vente de tabac ou d’alcool aux enfants.

Par ailleurs, proposer des dessous sexy, tels le string ou le « push-up », à des enfants semble paradoxal, et obéir davantage à une démarche mercantile qu’à celle d’une recherche d’épanouissement physique ou psychologique.

Ne serait-il pas judicieux d’encadrer et de réserver la commercialisation de certains types de vêtements, voire d’objets, à un public adulte ?

Votre département est-il attentif à ce dossier ? Disposez-vous d’informations complémentaires ?

 

Ik verneem dat sommige catalogi voor postorderverkoop in hun assortiment push-upbeha’s te koop aanbieden in maat 70, de maat van een meisje tussen 8 en 10 jaar. In de winkels vindt men ook strings voor kinderen.

Het opduiken in de handel van dat soort ondergoed stemt overeen met een evolutie in de gewoonten, wellicht samen met het verschijnen van een nieuw marktype. Producten die tot nu toe voorbehouden waren voor een doelpubliek dat specifiek bestaat uit jongeren en volwassenen, zijn nu bestemd voor een nieuw klantensegment, namelijk dat van de kinderen.

Kinderen en jongeren in de prepuberteit nemen meer en meer zelf beslissingen bij de aankoop van courante zaken, maar die leeftijdscategorie laat zich ook gemakkelijk verleiden door reclame, mode of modetrends. Om die reden heeft de wetgever bijvoorbeeld de verkoop van tabak of alcohol aan kinderen verboden.

Het aanbieden van sexy ondergoed zoals strings of push-ups aan kinderen lijkt dus erg paradoxaal en is volgens mij veeleer gericht op het maken van winst dan op de bescherming van de fysische of psychische ontplooiing van kinderen.

Zou het niet verstandiger zijn de verkoop van bepaalde kledingstukken of zelfs voorwerpen te reglementeren en voor te behouden voor een volwassen publiek?

Schenkt uw departement aandacht aan dit dossier? Beschikt u over bijkomende inlichtingen?

 
Réponse reçue le 11 juin 2008 : Antwoord ontvangen op 11 juni 2008 :

La mise sur le marché de nouveaux produits qui ne sont pas contraires aux bonnes mœurs ne me semble pas devoir être limitée tenant compte d'un public cible du moment que ces produits ne mettent pas en danger notamment la santé des consommateurs. La notion de bonnes mœurs est une notion évolutive.

Il ressort de nombreuses études sur le comportement des jeunes, que l'entrée dans l'adolescence a lieu beaucoup plus tôt que ce que les générations précédentes ont pu connaître. Les psychologues constatent que les années entre 8 et 12 ans relèvent déjà de la préadolescence, avec ce que cela implique comme début de changements du comportement, de l'habillement, des goûts ou des centres d'intérêts, habituellement constatés chez des jeunes plus âgés.

C'est ainsi que la volonté de paraître plus âgés que leur âge à laquelle peut s'ajouter l'envie d'imiter les personnes qu'ils aiment ou admirent peut motiver des enfants à vouloir porter des vêtements que l'on ne s'attend pas à voir sur eux. Toutefois, les psychologues s'accordent pour dire que l'aspect sexuel que les adultes pourraient voir dans ces vêtements-là, les enfants ne le voient pas. Et s'ils veulent séduire, c'est dans le sens d'être admiré, d'être regardé mais sans connotation sexuelle.

D'autre part, l'on peut constater que les sociétés de vente par correspondance qui proposent ce type de produits le font dans le cadre de leur offre globale, sans publicité particulière visant directement cette tranche d'âge. Une telle pratique n'est pas interdite ni même réglementée.

Il appartient dès lors aux parents d'adopter une attitude responsable à l'égard des multiples sollicitations dont leurs enfants sont l'objet et de profiter de l'occasion pour valoriser leur individualité face aux vêtements que les vendeurs voudraient leur faire porter.

Het op de markt brengen van nieuwe producten die niet strijdig zijn met de goede zeden, dient naar mijn mening niet te worden beperkt in functie van een doelpubliek, zolang deze producten de gezondheid van de consumenten niet in gevaar brengen. De notie « goede zeden » vormt een evolutief begrip.

Uit talloze studies met betrekking tot het gedrag van jongeren blijkt dat het begin van de adolescentie van jongeren zich heel veel vroeger situeert dan wat de vorige generaties hebben gekend. Psychologen stellen vast dat de jaren tussen 8 tot 12 jaar reeds deel uitmaken van de pre-adolescentie, met al wat dit meebrengt als begin van verandering van gedrag, van kledij, van smaken of interessesferen, gewoonlijk vastgesteld bij jongeren van hogere leeftijd.

Zo kan de wens om ouder te lijken dan hun leeftijd, met daarboven de behoefte om de personen te imiteren die ze liefhebben of bewonderen, kinderen ertoe aanzetten om kledij te dragen die men niet verwacht te zien bij hen. De psychologen zijn het evenwel over eens dat het seksuele aspect dat volwassenen zouden kunnen zien in dergelijke kledij, niet gezien wordt door de kinderen. En als ze willen verleiden, is het in de zin van bewonderd worden, gezien worden maar dan zonder seksuele connotatie.

Er kan anderzijds vastgesteld worden dat de postorderbedrijven die dergelijke producten voorstellen, dit doen in het kader van hun globaal aanbod, zonder specifieke reclame die direct mikt op deze leeftijdsgroep. Een dergelijke praktijk is niet verboden noch gereglementeerd.

Het komt bijgevolg aan de ouders toe om een verantwoordelijke houding aan te nemen ten aanzien van de velerlei prikkels waaraan hun kinderen onderhevig zijn en van de gelegenheid gebruik te maken om hun individualiteit te valoriseren ten aanzien van de kleding die de verkopers hen zouden willen laten dragen.