| SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Session 2007-2008 | Zitting 2007-2008 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| 18 avril 2008 | 18 april 2008 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question écrite n° 4-801 | Schriftelijke vraag nr. 4-801 | ||||||||
de Wouter Beke (CD&V N-VA) |
van Wouter Beke (CD&V N-VA) |
||||||||
à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Egalité des chances |
aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Fraude sociale - Contrôle - Limbourg | Sociale fraude - Controle - Limburg | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| système d'information inspection du travail centralisation de l'information statistique officielle répartition géographique Limbourg fraude travail au noir base de données |
informatiesysteem arbeidsinspectie centralisatie van de informatie officiële statistiek geografische spreiding Limburg fraude zwartwerk gegevensbank |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-800 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-204 |
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-800 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-204 |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question n° 4-801 du 18 avril 2008 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 4-801 d.d. 18 april 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||
Selon l’étude internationale du professeur Friedrich Schneider (Université de Linz), 21,5% du produit intérieur brut belge seraient frauduleux, soit 60 milliards d’euros par an. Ainsi, la Belgique occupe la cinquième place sur la liste de l’OCDE, après la Grèce (28,3%), l’Italie (26,2%), l’Espagne (22,3%) et le Portugal (22,3%). La moyenne de nos pays voisins s’élève à 14,8%. Une telle moyenne signifierait pour la Belgique dix milliards d’euros de recettes fiscales supplémentaires par an. La lutte contre la fraude sociale a été revue en profondeur à la mi-2006 à la suite de la création du Service de recherche et d’informations sociales (le SIRS, qui coiffe les quatre services d’inspection du Travail, des Affaires sociales, de l’ONSS et de l’ONEM) et de l’arrivée d’Oasis (un système informatique qui regroupe les données des services d’inspection et fonctionne avec des clignotants pour les entreprises à risque). Désormais, on peut, d’un simple clic, avoir un aperçu de tous les contrôles et infractions. L’augmentation du nombre d’affaires pénales relatives à de la fraude sociale prouve que la nouvelle approche donne des résultats. Entre juillet 2006 et juin 2007, 9 421 contrôles ont été réalisés par l’inspection sociale, et 5 556 infractions ont été constatées, dont 615 ou 11% dans la province du Limbourg. Il s’agit la plupart du temps de travail au noir. Curieusement, les emplois illégaux constituent seulement 17% des infractions en matière de travail au noir. Mais sur les 9 421 contrôles, 1 880 ou 20% ont été réalisés au Limbourg. Le rapport entre les infractions et le nombre de contrôles révèle qu’en ce qui concerne le pourcentage d’infractions, l’arrondissement d’Audenarde est le meilleur élève avec 29,12%, suivi par le Limbourg avec 32,7% ; en fin de liste on trouve les arrondissements de Charleroi avec 130,86% et de Mons avec 120,62%. Le Limbourg occupe donc la deuxième place sur un total de 23 arrondissements. Cependant, le nombre de contrôles réalisés est relativement plus élevé qu’ailleurs. En tant que Limbourgeois, j’ai quelques questions à ce sujet : Pourquoi davantage de contrôles sont-ils réalisés au Limbourg qu’ailleurs ? Y a-t-il des raisons spécifiques ? Dans l’affirmative, quelles sont-elles ? Le ministre peut-il indiquer les critères sur la base desquels on décide quel arrondissement sera contrôlé ? Sur la base de quelle technique les entreprises à contrôler sont-elles désignées ? |
Volgens de internationale studie van professor Friedrich Schneider (Universiteit Linz) zou in ons land 21,5% van het bruto binnenlands product zwart zijn, goed voor 60 miljard euro per jaar. België neemt hiermee de vijfde plaats in op de OESO-lijst, na Griekenland (28,3%), Italië (26,2%), Spanje (22,3%) en Portugal (22,3%). Het gemiddelde van onze buurlanden bedraagt 14,8%. Zulk gemiddelde zou voor België 10 miljard euro per jaar meer fiscale inkomsten betekenen. De aanpak van de sociale fraude kreeg met de oprichting van de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD, koepel boven vier inspectiediensten van Arbeid, Sociale Zaken, RSZ en RVA) midden 2006 en de komst van Oasis (computersysteem dat gegevens van de inspectiediensten groepeert en met knipperlichten voor risicovolle bedrijven werkt), een grondige poetsbeurt. Voortaan kan met een enkele tik op de knop alle controles en inbreuken met alle mogelijke parameters in kaart worden gebracht. Dat de nieuwe aanpak resultaat heeft blijkt uit de stijging van het aantal strafzaken betreffende sociale fraude. In de periode van juli 2006 tot juni 2007 werden door de sociale inspectie 9 421 controles uitgevoerd en 5 556 inbreuken vastgesteld. Hiervan situeerde er zich 615 inbreuken of 11% in de provincie Limburg. Het gaat veelal om zwartwerk. Opmerkelijk is wel dat illegale tewerkstelling slechts 17% van de inbreuken inzake zwartwerk uitmaakt. Van de 9 421 controles werden er echter 1 880 of 20% in Limburg uitgevoerd. Uit de samenlezing van de verhouding overtredingen met het aantal controles blijkt dat inzake het inbreukenpercentage het arrondissement Oudenaarde de beste leerling is met 29,12% gevolgd door Limburg met 32,7% en aan de staart bengelen de arrondissementen Charleroi met 130,86% en Bergen met 120,62%. Limburg staat dus op een totaal van drieëntwintig arrondissementen op de tweede plaats. Doch worden er verhoudingsgewijze meer controles uitgevoerd dan elders. Als Limburger heb ik hierover toch enkele vragen: Waarom worden er in Limburg meer controles uitgevoerd dan elders? Zijn hier specifieke redenen voor? En zo ja, dewelke? Kan de geachte minister de criteria aangeven waarop beslist wordt welk arrondissement wordt gecontroleerd? Op welke techniek is de aanwijzing van de te controleren ondernemingen gebaseerd? |
||||||||
| Réponse reçue le 29 juillet 2008 : | Antwoord ontvangen op 29 juli 2008 : | ||||||||
Veuillez trouver ci-dessous les réponses aux questions posées. Les chiffres auxquels vous vous référez sont ceux diffusés par le Service de Recherche et d'information sociale en matière de fraude sociale (SIRS). Ces chiffres ne comprennent qu'une partie des contrôles effectués par les services d'inspection sociale dans le cadre de la cellule d'arrondissement. D'autres contrôles ont été effectués par chacun des services d'inspection (Contrôle des lois sociales, Inspection sociale, ONEm et ONSS) séparément, mais ils ne sont pas repris dans les statistiques du SIRS. Le SIRS peut définir des objectifs quant aux secteurs à contrôler. Il a été ainsi décidé d'exécuter en 2008 9 000 contrôles dans la construction, l'horeca, le commerce de détail et le nettoyage. Il a été convenu que M. le secrétaire d'État pour la coordination de la lutte contre la fraude répondrait aux questions relatives aux actions du SIRS. L'honorable membre peut poser sa question à M. le secrétaire d'État. |
Gelieve hierna de antwoorden op de gestelde vragen te willen vinden. De cijfers waarnaar u verwijst zijn deze die zijn verspreid door de Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst (SIOD). Deze cijfers omvatten maar een gedeelte van alle controles die door de sociale inspectiediensten worden uitgevoerd, namelijk deze die plaatsvinden in het kader van de arrondissementele cel. Daarnaast gebeuren er ook controles door elke inspectiedienst (Toezicht Sociale Wetten, Sociale Inspectie, RVA en RSZ) apart, maar deze worden niet opgenomen in de statistiek van de SIOD. De SIOD kan doelstellingen inzake te controleren sectoren vastleggen. Zo werd voor 2008 vastgelegd dat er 9 000 controles moeten plaatsvinden in de bouwsector, horeca, kleinhandel, schoonmaak. Er werd overeengekomen dat de heer staatssecretaris voor de coördinatie van de strijd tegen de fraude, zal antwoorden op vragen inzake de acties van de SIOD. Het geachte parlementslid kan zijn vraag om uitleg stellen aan de heer staatssecretaris. |