SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
12 janvier 2010 12 januari 2010
________________
Question écrite n° 4-6474 Schriftelijke vraag nr. 4-6474

de Wouter Beke (CD&V)

van Wouter Beke (CD&V)

au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen
________________
Banques d'affaires - Banques de dépôt - Introduction d'une distinction - Adaptation de la législation Zakenbanken - Depositobanken - Invoering van een onderscheid - Aanpassing van de wetgeving 
________________
banque commerciale
banque d'investissement
établissement de crédit
handelsbank
investeringsbank
kredietinstelling
________ ________
12/1/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 11/2/2010)
15/4/2010Antwoord
12/1/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 11/2/2010)
15/4/2010Antwoord
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-1329 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-1329
________ ________
Question n° 4-6474 du 12 janvier 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-6474 d.d. 12 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La Commission spéciale sur la crise financière, économique et sociale a formulé quelques recommandations concrètes dans son rapport final.

La Commission spéciale recommande entre autres de réintroduire une forme de banque classique, transparente pour les clients, en tant qu'institution financière spéciale (comme les anciennes banques ou caisses d'épargne). La Commission spéciale souhaite faire une distinction claire entre la banque de dépôt et la banque commerciale. La législation doit être adaptée à cet égard.

L'instauration d'une telle distinction érige à nouveau une “Muraille de Chine” entre les banques d'affaires et les banques de dépôt. Les banques de dépôt en reviennent à la fonction classique d'intermédiaire entre les épargnants et les emprunteurs et des limites sont imposées aux risques qu'elles peuvent prendre.

Une réglementation séparée tenant compte des particularités du secteur serait développée pour les banques d'affaires.

Pour ces raisons, je souhaiterais recevoir une réponse aux questions suivantes :

1) Quelle est la position du ministre au sujet d'une telle distinction entre les banques d'affaires et de dépôt ?

2) Cette distinction peut-elle être introduite au niveau belge ?

3) L'exécution d'une telle mesure est-elle envisageable au niveau européen ? A-t-il connaissance de plans de ce type ? Cette mesure a-t-elle déjà été discutée au niveau européen ?

 

De Bijzondere Commissie belast met het onderzoek naar de financiële en bankcrisis formuleerde in haar eindverslag enkele concrete aanbevelingen.

De Bijzondere Commissie beveelt onder andere. aan om een voor cliënten transparante vorm van klassiek bankieren als speciale financiële instelling opnieuw te introduceren (zoals de vroegere spaarbanken of spaarkassen). De Bijzondere Commissie wenst een duidelijk onderscheid te maken tussen de depositobank en de handelsbank. Hiertoe moet de wetgeving terzake worden aangepast.

Door het invoeren van een dergelijk onderscheid wordt de “ Chinese muur “ tussen zakenbanken en depositobanken opnieuw opgetrokken. Depositobanken plooien zich terug op de klassieke functie van intermediair tussen spaarders en kredietnemers en er worden beperkingen opgelegd aan de risico’s die zij mogen nemen.

Voor zakenbanken zou een aparte regelgeving uitgewerkt worden die rekening houdt met de eigenheid van deze sector.

Om deze redenen had ik graag een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1) Wat is het standpunt van de geachte minister met betrekking tot een dergelijk onderscheid tussen zaken- en depositobanken?

2) Kan een dergelijk onderscheid wel worden ingevoerd op Belgisch niveau?

3) Is de implementatie van een dergelijke maatregel denkbaar op Europees niveau? Heeft hij kennis van dergelijke plannen? Is deze maatregel reeds ter sprake gekomen op Europees niveau?

 
Réponse reçue le 15 avril 2010 : Antwoord ontvangen op 15 april 2010 :

1. Il ne convient pas d’introduire dans la réglementation une distinction entre une banque d’affaires et une banque de dépôts parce que, primo, il n’y a aucune définition acceptée au niveau international ou national de ce qu’il faut entendre par une « banque d’affaires ». Ensuite, la réglementation européenne, par exemple, ne définit pas ce qu’il faut entendre par une banque de dépôts. Ces banques ne pourraient plus exécuter des ordres de bourse ou en faire exécuter pour leurs clients ou leur propre entreprise ? Elles ne pourraient plus acheter ou vendre des actions ? Qu’en serait-il des instruments financiers ? Et si une banque ne pouvait plus exercer que des activités de dépôt, d‘autres branches du groupe auquel la banque appartient ne pourraient plus effectuer d’autres activités financières ? Il est évident que pareille ventilation n’est pas réalisable et que la place financière belge se retrouverait tenue à l’écart des développements du reste de l’Europe et du monde.

Il n’y a pas davantage d’initiatives internationales en préparation qui prévoient l’instauration d’une distinction entre banque d’affaires et banque de dépôt.

2. Ce qui précède n’empêche pas d’envisager des mesures visant à promouvoir la stabilité du secteur financier :

  1. Ainsi, il convient que des activités bancaires caractérisées par des risques plus importants – et qui ont joué un rôle important au cours de la crise financière – soient assorties d’exigences renforcées en matière de fonds propres et qui correspondent au profil de risque de ces activités. Tant le Comité de Bâle sur le contrôle bancaire que les propositions de directives européennes comportent des mesures concrètes visant à , par exemple, imposer des exigences plus fortes de fonds propres pour les transactions de titrisation est les activités de « trading ».

  2. En outre on pourrait envisager de réunir certaines activités à risque de groupes financiers dans des sociétés distinctes. Lorsque le groupe financier vient à connaitre des difficultés, cette distinction favorise l’identification du problème constaté et permet d’isoler ou de se séparer plus facilement de certaines branches du groupe. Pareil exercice s’inscrit dans le débat international en cours sur la nécessité pour des groupes financiers complexes d’établir un « testament » (ou ‘living will ») permettant une intervention plus efficace et plus efficiente en cas de crise financière ou d’opération de sauvetage d’une institution qui pourrait engendrer un démantèlement de l’institution financière ou du groupe financier en question.

Comme vous le savez, le gouvernement a préparé un projet de loi portant extension des mesures de relance pour les institutions du secteur bancaire et financier qui doivent accorder aux autorités belges des instruments adaptés afin d’intervenir en cas de difficultés sérieuses dans une institution financière qui risque de saper la stabilité financière du marché dans son ensemble.

1. Het in de regelgeving invoeren van een onderscheid tussen een zakenbank en een depositobank is niet aangewezen omdat er vooreerst geen internationaal of nationaal aanvaarde definitie is van wat beschouwd dient te worden als een ‘zakenbank’. Ook wat onder een depositobank verstaan dient te worden, is niet gedefinieerd in bijvoorbeeld Europese regelgeving. Zouden dergelijke banken dan geen beursorders meer mogen uitvoeren of laten uitvoeren voor hun cliënten of voor hun eigen onderneming? Zouden ze dan geen aandelen meer mogen aan- of verkopen? Wat met de andere financiële instrumenten?. En als een bank enkel depositoactiviteiten zou mogen uitvoeren, mogen andere onderdelen van de groep waartoe dergelijke bank behoort dan geen andere financiële activiteiten voeren? Het is duidelijk dat een dergelijke opdeling niet hanteerbaar is en de Belgische financiële plaats zou isoleren van ontwikkelingen in de rest van Europa of de wereld.

Er zijn ook niet meer internationale initiatieven in voorbereiding die de invoering van een onderscheid tussen zakenbank en depositobank voorzien.

2. Het voorgaande verhindert niet dat maatregelen overwogen kunnen worden om de stabiliteit van de financiële sector te bevorderen:

  1. Zo is het aangewezen dat bancaire activiteiten die gekenmerkt worden door grotere risico’s – en die tijdens de financiële crisis een belangrijke rol gespeeld hebben – gepaard gaan met hogere vereisten inzake eigen vermogen die in overeenstemming zijn met het risicoprofiel van die activiteiten. Zowel in de schoot van het Baselcomité voor Bankentoezicht als in de voorstellen van Europese richtlijnen zitten concrete maatregelen vervat om bijvoorbeeld effectiseringstransacties en zogenaamde “tradingactiviteiten” te belasten met hogere vereisten inzake eigen vermogen.

  2. Daarenboven zou overwogen kunnen worden om bepaalde risicovolle activiteiten van financiële groepen onder te brengen in afzonderlijke vennootschappen. Bij eventuele moeilijkheden van de financiële groep bevordert dit onderscheid het identificeren van de vastgestelde problemen en vergemakkelijkt dit het isoleren of afstoten van welbepaalde onderdelen van de groep. Een dergelijke oefening past binnen het internationale debat dat gaande is over de noodzaak voor complexe financiële groepen om een zogenaamd ‘testament’ (of ‘living will’) op te maken met het oog op het effectief en efficiënt optreden bij een financiële crisis of reddingsoperatie van een instelling die zou kunnen leiden tot een ontmanteling van de betrokken financiële instelling of groep.

Zoals u weet, heeft de regering een ontwerp van wet voorbereid tot uitbreiding van de herstelmaatregelen voor instellingen uit de bancaire en financiële sector die de Belgische overheden een aangepast instrumentarium moeten verlenen om op te treden bij ernstige moeilijkheden in een financiële instelling die de financiële stabiliteit van de markt als geheel dreigt te ondermijnen.