SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
3 avril 2008 3 april 2008
________________
Question écrite n° 4-620 Schriftelijke vraag nr. 4-620

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken
________________
Délits - Multirécidivistes - Définition Misdrijven - Veelplegers - Definitie 
________________
infraction
juridiction pénale
casier judiciaire
jeune
criminalité
délinquance
délinquance juvénile
overtreding
strafrechtspraak
strafblad
jongere
criminaliteit
misdadigheid
jeugdcriminaliteit
________ ________
3/4/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
4/7/2008Antwoord
3/4/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
4/7/2008Antwoord
________ ________
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-438
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-695
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-438
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-695
________ ________
Question n° 4-620 du 3 avril 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-620 d.d. 3 april 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le Plan national de sécurité 2008-2011 mentionne plusieurs fois la notion de « multirécidiviste ». À la page 8, dans le chapitre consacré aux groupes d’auteurs spécifiques, nous pouvons lire : « les multirécidivistes représentent une part relativement élevée dans les faits élucidés. » À la page 10, il est indiqué : « Au niveau de la police et des parquets, les jeunes qui commettent plusieurs faits (auteurs multiples) feront l’objet d’un enregistrement uniforme et systématique afin d’établir la cartographie de cette délinquance et de pouvoir y réagir de la manière la plus adéquate possible lors de nouveaux faits punissables. »

J’ai interrogé la police locale et j’ai constaté que la notion de « mutirécidiviste » n’a pas encore été définie. Dans la pratique, la police est censée établir un « top 10 » ou « top 20 » des auteurs qui ont commis plusieurs délits. Ceux qui ont commis le plus grand nombre de faits occupent alors une première place peu enviable. La nature du délit est également mentionnée sur cette liste. Plus le délit pose problème à la société, plus il est grave. Aux Pays-Bas, il existe bien une définition officielle, nationale de la notion de « multirécidiviste » qui établit une distinction entre les mineurs et les majeurs.

Multirécidivistes majeurs

Récidivistes

Une personne de 18 ans ou plus qui, sur l’ensemble de son passé criminel, a fait l’objet de deux procès-verbaux (PV) au minimum et de dix au maximum, dont un au moins durant l’année considérée.

Multirécidiviste

Une personne de 18 ans ou plus qui, sur l’ensemble de son passé criminel, a fait l’objet de plus de dix procès-verbaux, dont un au moins durant l’année considérée.

Multirécidiviste très actif

Une personne de 18 ans ou plus qui, sur une période de cinq ans (incluant l’année considérée), a fait l’objet de plus de dix PV, dont un au moins durant l’année considérée.

Multirécidivistes mineurs

Récidiviste

Un jeune âgé de 12 à 17ans inclus qui, sur l’ensemble de son passé criminel, a fait l’objet de deux procès-verbaux au minimum et de cinq au maximum, dont un au moins durant l’année considérée.

Multirécidiviste

Un jeune âgé de 12 à 17ans inclus qui, sur l’ensemble de son passé criminel, a fait l’objet de plus de cinq procès-verbaux, dont un au moins durant l’année considérée.

Jeune du noyau dur

Un jeune âgé de 12 à 24 ans inclus qui, durant l’année considérée, a commis deux délits graves et qui, en outre, présente trois antécédents judiciaires pour des faits commis au cours des années précédentes, de même qu’un jeune qui, durant l’année considérée, a commis au moins trois délits graves.

(Source : http://www.justitie.nl/onderwerpen/criminaliteit/veelplegers/veelvoorkomendevragenbegrippen/Watisnudejuiste.aspx)

Je souhaiterais dès lors poser les questions suivantes au ministre :

1. Pensez-vous qu’il faille encore donner au concept de « multirécidiviste » une définition officielle au niveau national ?

2. Dans l’affirmative, quelle définition utiliseriez-vous ? Sur quels critères pouvons-nous, selon vous, nous fonder pour parler de « multirécidiviste » ? Êtes-vous disposé à souscrire à la définition néerlandaise ? Pour quelles raisons ?

3. Si vous établissez une définition officielle de la notion de « multirécidiviste », avez-vous l’intention de demander aux services de police de tenir des statistiques à jour concernant les auteurs qui, dans leurs zones, correspondent aux critères retenus pour définir la notion de “multirécidiviste”?

4. Pensez-vous être ainsi mieux à même de dresser une cartographie des multirécidivistes belges et du phénomène de la multirécidive ? Selon les données néerlandaises, les multirécidivistes représentent 20% des crimes enregistrés et élucidés. La Belgique dispose-t-elle de statistiques semblables actuellement ? Qu’en concluez-vous ?

5. 60% des multirécidivistes très actifs recensés aux Pays-Bas et ayant également sévi en 2004, ne détenaient pas de diplôme de l’enseignement secondaire. Plus des trois quarts de ces délinquants étaient sans travail. Les deux tiers souffrent d’une assuétude, un tiers éprouvent des problèmes psychiques et 40% ont des problèmes de logement. La majorité des multirécidivistes sont en outre d’origine allochtone. (Source : « Monitor veelplegers, samenvatting van de resultaten », WODC-recidivestudies, août 2006.) Disposez-vous de chiffres similaires pour notre pays ? Estimez-vous devoir entreprendre des actions ?

 

Het Nationaal Veiligheidsplan 2008-2011 maakt meermaals gewag van het begrip “veelpleger”. Op pagina 8 lees ik bij specifieke dadergroepen: “Veelplegers hebben een relatief hoog aandeel in de opgehelderde feiten.” Op pagina 10 lees ik “op politie-en parketniveau zal er een uniforme, systematische registratie komen van jongeren die veelvuldige feiten plegen (veelplegers) zodat deze delinquentie in kaart wordt gebracht en er op de meest adequate wijze kan gereageerd worden bij nieuwe strafbare feiten”.

Bij navraag bij de lokale politie, merk ik echter dat het begrip “veelpleger” nog niet gedefinieerd werd. In de praktijk komt het erop neer dat de politie een top 10- of 20- lijst aanmaakt van daders die verschillende misdrijven op hun kerfstok hebben. Diegene met de meeste feiten staat dan op een weinig lovenswaardige eerste plaats. Ook wordt in deze lijst gekeken wat de aard van het misdrijf was. Hoe groter het probleem voor de bevolking, hoe zwaarder dit doorweegt. In Nederland hebben ze wél een officiële, landelijke definitie van het begrip “veelpleger” en splitsen ze het op tussen minderjarigen en meerderjarigen.

Meerderjarige veelplegers

Meerpleger

Een persoon van 18 jaar of ouder die in het gehele criminele verleden twee tot en met tien processen-verbaal (PV’s) tegen zich zag opgemaakt, waarvan tenminste een in het peiljaar.

Veelpleger

Een persoon van 18 jaar of ouder die in het gehele criminele verleden meer dan tien processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan tenminste een in het peiljaar.

Zeer actieve veelpleger (ZAV)

Een persoon van 18 jaar of ouder die over een periode van vijf jaren (waarvan het peiljaar het laatste jaar vormt), meer dan tien PV’s tegen zich zag opmaken, waarvan tenminste een in het peiljaar.

Minderjarige veelplegers

Meerpleger

Een jongere in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar die in het gehele criminele verleden twee tot en met vijf processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan tenminste een in het peiljaar.

Veelpleger

Een jongere in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar die in het gehele criminele verleden meer dan vijf processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan tenminste een in het peiljaar.

Harde kern-jongere

Een jongere in de leeftijd van 12 tot en met 24 jaar, die in het peiljaar twee zware delicten heeft gepleegd en bovendien in de jaren daarvoor drie antecedenten heeft èn een jongere die in het peiljaar tenminste drie zware delicten heeft gepleegd.

(bron: http://www.justitie.nl/onderwerpen/criminaliteit/veelplegers/veelvoorkomendevragenbegrippen/Watisnudejuiste.aspx)

Vandaar mijn vragen aan de geachte minister:

1. Meent u dat het begrip “veelpleger” nog officieel gedefinieerd dient te worden op nationaal vlak?

2. Zo ja, welke definitie zou u hanteren? Volgens welke criteria meent u dat we kunnen spreken van een “veelpleger”? Bent u bereid om de Nederlandse definitie te onderschrijven? Waarom wel, waarom niet?

3. Bent u zinnens wanneer u een officiële definitie vastlegt rond “veelplegers”, om aan de lokale politie te vragen statistieken bij te houden van hun zones rond daders die voldoen aan de verschillende criteria van het begrip “veelpleger”?

4. Meent u dat u zo Belgische veelplegers en het fenomeen hieromtrent beter in kaart kan brengen? Volgens Nederlandse cijfers nemen veelplegers daar 20% van alle geregistreerde en opgehelderde criminaliteit voor hun rekening. Zijn er zulke cijfers in België voorhanden op dit moment? Wat zijn uw conclusies hieromtrent?

5. 60% van de van de in de Nederland zeer actieve veelplegers die ook in 2004 actief waren, hadden geen diploma middelbaar onderwijs. Meer dan driekwart van hen, had geen werk. Tweederde heeft een verslavingsprobleem, een derde heeft psychische problemen en 40% heeft problemen ivm huisvesting. De meerderheid van de veelplegers zijn er ook van allochtone afkomst. (Bron: Monitor veelplegers, samenvatting van de resultaten, WODC-recidivestudies augustus 2006.) Beschikt u over vergelijkbare cijfers mbt ons land? Meent u dat er actie moet worden ondernomen?

 
Réponse reçue le 4 juillet 2008 : Antwoord ontvangen op 4 juli 2008 :

L'honorable membre trouvera ci-dessous réponse à ses questions.

1 à 3. L'idée générale de la mention au plan national de sécurité est de provoquer une réaction adéquate envers des jeunes qui sont en contact avec la justice après avoir commis plusieurs faits décrits comme délits. Cette attitude récidiviste prouve qu'ils ne tirent pas de leçons des remontrances ou des avertissements du tribunal de la jeunesse et qu'ils risquent d'aboutir dans un cercle vicieux.

Je me concerterai avec mon collègue de la Justice sur la nécessité d'une définition nationale. Je veux éviter de retomber dans un cadre trop rigide, presque mathématique, qui ne laisse aucune marge pour moduler en fonction des réalités locales.

4 et 5. Vu que la problématique des multirécidivistes est relativement neuve, on ne dispose pas à ma connaissance de chiffres adéquats. Les facteurs que vous citez et qui indiquent un manque d'enseignement, d'intégration et de perspective sociales ou des problèmes psychosociaux chez une partie de notre jeunesse, ont certainement une influence néfaste.

L'importance relative des multirécidivistes sur le total des faits commis n'est certainement pas sous-estimée. Ce qui est à la base de la décision de mon collègue de la Justice et de moi-même pour faire mention explicitement dans le plan national de sécurité avec pour but de sensibiliser tous les acteurs de la chaîne de sécurité.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vragen.

1 tot 3. Het algemeen idee van de vermeldingen in het nationaal veiligheidsplan, is een gepaste reactie ten opzichte van jongeren, die meermaals in contact komen met het gerecht vanwege het plegen van feiten, die als misdrijf staan omschreven. Door dit recidivistisch gedrag bewijzen ze geen lering te trekken uit vermanende of waarschuwende reacties van ons jeugdgerecht en riskeren ze in een vicieuze cirkel terecht te komen. Ik zal met mijn collega van Justitie overleggen over de vraag of een nationale definitie zich opdringt. Ik wil alvast vermijden te verzanden in een te strak, quasi mathematisch kader, dat geen ruimte zou laten voor modulering in functie van de lokale realiteit.

4 en 5. Gezien de problematiek van de veelplegers een nieuw idee is, bestaat et vooralsnog, voor zover mij bekend, geen degelijk cijfermateriaal desbetreffend.

De factoren die u opnoemt en die wijzen op een gebrek aan onderwijs, sociale integratie en perspectief of op psychosociale problemen bij een deel van onze jeugd, hebben ongetwijfeld een negatieve invloed.

Het relatief belang van de veelplegers op het totaal aantal misdrijven wordt zeker niet miskend. Dit ligt mede aan de basis van de beslissing van mijn collega van Justitie en mezelf om dit uitdrukkelijk te vermelden in het nationaal veiligheidsplan, met als bedoeling dat heel de veiligheidsketen er aandacht zou aan schenken