SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
3 avril 2008 3 april 2008
________________
Question écrite n° 4-578 Schriftelijke vraag nr. 4-578

de Berni Collas (MR)

van Berni Collas (MR)

au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken
________________
Coopération policière transfrontalière – Traité bilatéral entre la République fédérale d’Allemagne (RFA) et la Belgique Grensoverschrijdende politionele samenwerking – Bilateraal Verdrag tussen de Bondsrepubliek Duitsland (BRD) en België 
________________
coopération transfrontalière
coopération policière
Allemagne
Belgique
accord bilatéral
région frontalière
grensoverschrijdende samenwerking
politiële samenwerking
Duitsland
België
bilaterale overeenkomst
grensgebied
________ ________
3/4/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
29/4/2008Antwoord
3/4/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
29/4/2008Antwoord
________ ________
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-123 Herindiening van : schriftelijke vraag 4-123
________ ________
Question n° 4-578 du 3 avril 2008 : Vraag nr. 4-578 d.d. 3 april 2008 :

Se trouvant au cœur de l’Eurégion Meuse-Rhin, la région de langue allemande est une région frontalière par excellence.

Elle partage 89 km de frontière avec la République fédérale d’Allemagne, 17 km avec le Grand-Duché de Luxembourg et se situe à proximité des Pays-Bas.

La coopération policière transfrontalière fait dès lors régulièrement l’objet d’échanges de vues.

Plusieurs instruments bilatéraux, multilatéraux ou supranationaux existent en la matière.

Je songe aux traités bilatéraux avec la RFA, au traité du Benelux, à l’espace Schengen ou encore au Traité de Prüm.

Lors de plusieurs entretiens et visites, il est apparu que le traité bilatéral entre la RFA et les Pays-Bas est plus large et offre plus de possibilités de coopération que celui entre la Belgique et la RFA.

Dès lors mes questions :

Existe-t-il une étude comparative entre ces deux derniers traités ?

Existe-t-il un aperçu détaillé des instruments en place ?

Quel en est le contenu exact en matière de coopération transfrontalière ?

Ont-ils un caractère optionnel ou contraignant en la matière ?

 

Het Duitstalige gebied ligt in het hart van de Euregio Maas-Rijn en is bijgevolg een grensgebied bij uitstek.

Het deelt 89 km grens met de Duitse Bondsrepubliek, 17 km met het Groothertogdom Luxemburg en het ligt vlakbij Nederland.

Er wordt dan ook geregeld van gedachten gewisseld over de grensoverschrijdende politionele samenwerking.

Er bestaan daarvoor verschillende bilaterale, multilaterale of supranationale instrumenten.

Ik denk aan de bilaterale verdragen met de BRD, het Beneluxverdrag, het Schengengebied of het Verdrag van Prüm.

Tijdens verschillende gesprekken en bezoeken is gebleken dat het bilaterale verdrag tussen de BRD en Nederland ruimer is en meer samenwerkingsmogelijkheden biedt dan het verdrag tussen België en de BRD.

Vandaar mijn vragen:

Bestaat er een vergelijkende studie over die twee verdragen?

Bestaat er een nauwkeurig overzicht van de instrumenten die ter beschikking zijn?

Wat staat daarin precies over de grensoverschrijdende samenwerking?

Hebben ze in dat verband een facultatief of een dwingend karakter?

 
Réponse reçue le 29 avril 2008 : Antwoord ontvangen op 29 april 2008 :

Les règles de base en matière de coopération policière transfrontalière sont reprises dans la Convention d'application de l'Accord de Schengen du 19 juin 1990. Le titre III de cette Convention, intégralement consacré à la police et à la sécurité, aborde notamment l'octroi d'une assistance policière mutuelle et l'échange d'informations, les modalités d'observations et de poursuites transfrontalières, le régime de responsabilité des fonctionnaires de police qui interviennent dans un cadre transfrontalier, la coopération au niveau de la mise en œuvre des moyens de télécommunication et le détachement de fonctionnaires de liaison.

L'article 39 de la Convention d'application de l'Accord de Schengen dispose que dans les régions frontalières, la coopération peut être réglée par des arrangements entre les ministres compétents des parties contractantes.

La Belgique a fait usage de cette possibilité et a conclu ces dernières années divers accords en vue de renforcer la coopération policière transfrontalière avec ses voisins. Tous ces accords sont ratifiés par le Parlement fédéral. Ils sont approuvés par la loi et dès qu'ils sont publiés au Moniteur belge, ils acquièrent un caractère contraignant.

L'Accord entre la Belgique et l'Allemagne relatif à la coopération entre les autorités de police a été négocié à la fin des années 90 et signé le 27 mars 2000; il est ainsi l'un des plus anciens accords bilatéraux en matière de coopération policière conclus par la Belgique. L'accord porte sur un certain nombre d'arrondissements judiciaires situés le long de la frontière entre l'Allemagne et la Belgique et vise notamment à faciliter l'échange de données à caractère personnel, à coordonner les missions de police dans la région frontalière, à échanger des fonctionnaires de liaison et à favoriser la coopération sur le plan de la formation.

La Convention policière entre les Pays-Bas et l'Allemagne a été signée le 2 mars 2005 et offre effectivement de meilleures possibilités de coopération que l'Accord conclu entre la Belgique et l'Allemagne. La Convention policière entre les Pays-Bas et l'Allemagne s'inspire en grande partie du Traité Benelux en matière d'intervention policière transfrontalière signé le 8 juin 2004 qui présente des possibilités renforcées en matière d'octroi d'une assistance mutuelle, tant à la demande que d'initiative, et d'échange de données à caractère personnel.

Le Traité de Prüm, signé le 27 mai 2005 et qui est déjà entré en vigueur tant en Belgique qu'en Allemagne, prévoit également un certain nombre de possibilités étendues pour l'échange d'informations entre les services de police, la mise en place de diverses formes communes d'intervention policière, l'adoption de mesures en cas de situations de danger imminent et l'octroi d'une assistance lors d'événements de grande envergure, de catastrophes et d'accidents graves. Un des éléments essentiels du Traité de Prüm consiste en ce que nos fonctionnaires de police disposent de la possibilité d'exercer de véritables compétences opérationnelles lors d'une intervention sur le territoire d'un autre État. De nombreuses lacunes qu'il fallait déplorer dans l'Accord de police du 27 mars 2000 entre la Belgique et l'Allemagne sont ainsi comblées.

Sur la base des possibilités actuellement prévues par le Traité de Prüm et le Traité Benelux en matière d'intervention policière transfrontalière, il entre dans mes intentions de soumettre le contenu de l'Accord de police du 27 mai 2000 entre l'Allemagne et la Belgique à une évaluation plus approfondie et d'examiner si la coopération policière entre nos deux pays ne pourrait pas être développée dans une nouvelle convention.

De basisregels met betrekking tot grensoverschrijdende politiesamenwerking zijn vervat in de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen van 19 juni 1990. In titel III van deze Overeenkomst, die integraal gewijd is aan politie en veiligheid, wordt onder meer ingegaan op het verlenen van wederzijdse politiebijstand en het uitwisselen van informatie, de modaliteiten voor grensoverschrijdende observaties en achtervolgingen, de aansprakelijkheidsregeling voor politieambtenaren die grensoverschrijdend optreden, de samenwerking op vlak van de inzet van telecommunicatiemiddelen en het detacheren van contactambtenaren.

Artikel 39 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen bepaalt dat de samenwerking in grensgebieden nader kan worden geregeld in afspraken tussen de bevoegde ministers van de overeenkomstsluitende partijen.

België heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en de afgelopen jaren verschillende overeenkomsten over de versterking van de grensoverschrijdende politiesamenwerking met zijn buurlanden afgesloten. Al deze overeenkomsten worden geratificeerd door het Federaal Parlement. Ze worden goedgekeurd bij wet en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en hebben bijgevolg een bindend karakter.

De Overeenkomst inzake de samenwerking van de politiediensten tussen België en Duitsland werd onderhandeld aan het einde van de jaren 90 en ondertekend op 27 maart 2000 en is hiermee één van de oudste bilaterale politiesamenwerkings-overeenkomsten die België heeft afgesloten. De overeenkomst slaat op een aantal gerechtelijke arrondissementen langs de Duits-Belgische grens en strekt onder meer tot het vergemakkelijken van de uitwisseling van persoonsgebonden informatie, de coördinatie van de politionele opdrachten in de grensregio, het uitwisselen van verbindingsambtenaren en samenwerking op vlak van de opleiding.

Het Politieverdrag tussen Nederland en Duitsland is ondertekend op 2 maart 2005 en biedt inderdaad betere mogelijkheden tot samenwerking dan de Duits-Belgische overeenkomst. Het Nederlands-Duitse Politieverdrag is grotendeels geïnspireerd op het Beneluxverdrag inzake grensoverschrijdend politieel optreden dat ondertekend werd op 8 juni 2004 en dat verstrekkende mogelijkheden biedt voor het verlenen van wederzijdse bijstand, zowel op verzoek als op eigen initiatief, en het uitwisselen van persoonsgebonden informatie.

Ook het Verdrag van Prüm, dat ondertekend werd op 27 mei 2005 en zowel in België als in Duitsland reeds in werking getreden is, bevat een aantal vergaande mogelijkheden voor het uitwisselen van informatie tussen onze politiediensten, het instellen van allerlei gezamenlijke vormen van politieoptreden, het nemen van maatregelen in acute gevaarssituaties en het verlenen van bijstand bij grootschalige evenementen, rampen en zware ongevallen. Een essentieel element van het Verdrag van Prüm is dat aan onze politieambtenaren de mogelijkheid geboden wordt om tijdens een optreden op het grondgebied van een ander land echte operationele bevoegdheden uit te oefenen. Heel wat leemtes in de verouderde Duits-Belgische politieovereenkomst van 27 maart 2000 worden hierdoor opgevangen.

Het ligt in mijn bedoeling om, op basis van de mogelijkheden die reeds bestaan op basis van het Verdrag van Prüm en het Beneluxverdrag inzake grensoverschrijdend politieel optreden, de inhoud van de Duits-Belgische politieovereenkomst van 27 maart 2000 aan een grondige evaluatie te onderwerpen en na te gaan of onze politiesamenwerking niet nog verder uitdiept kan worden in een vernieuwde overeenkomst.