SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
3 avril 2008 3 april 2008
________________
Question écrite n° 4-557 Schriftelijke vraag nr. 4-557

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________________
HIV - Évolution des cas de contamination - Catégories d’âge - Campagne de prévention HIV - Evolutie van de besmettingen - Leeftijdscategorieën - Preventiecampagne 
________________
prévention des maladies
Institut scientifique de la santé publique Louis Pasteur
sensibilisation du public
sida
voorkoming van ziekten
Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid Louis Pasteur
bewustmaking van de burgers
aids
________ ________
3/4/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
22/4/2008Antwoord
3/4/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
22/4/2008Antwoord
________ ________
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-436 Herindiening van : schriftelijke vraag 4-436
________ ________
Question n° 4-557 du 3 avril 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-557 d.d. 3 april 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

On constate actuellement chez certaines personnes une moindre disposition au port du préservatif. Cela se traduit hélas aussi dans les statistiques de l’Institut scientifique de santé publique (ISP). Chaque année, un millier de nouveaux cas de contamination par le virus HIV y sont enregistrés. Ce nombre n’est plus en augmentation. Entre 2003 et 2006, une tendance à la stabilisation s’est amorcée. Cette stabilisation est un bon signe mais il serait préférable que le nombre de cas de contamination par le virus HIV enregistrés diminue. C’est pourquoi les pouvoirs publics doivent continuer à soutenir des campagnes de prévention nationales. Ces campagnes doivent en outre faire l’objet d’un suivi et être adaptées aux nouveaux Belges et aux immigrés. Il convient par ailleurs de rappeler sans cesse aux hommes homosexuels ou bisexuels les risques qu’ils prennent en ayant des relations sexuelles non protégées. En effet, dans 68,2% des cas, un homme belge a contracté le virus HIV au cours d’une relation sexuelle avec un autre homme, signale l’ISP. On peut vivre longtemps en étant porteur du HIV car nos connaissances médicales se sont fort développées. Les coûts qu’entraîne la garantie d’une qualité de vie au patient sont cependant élevés pour le patient lui-même et pour les pouvoirs publics. D’autant que les cas de contamination s’observent surtout chez des trentenaires et de plus en plus chez des jeunes. Pendant le reste de leur vie, ils devront avaler un large assortiment de médicaments. Ceux-ci sont en partie remboursés par la sécurité sociale et peuvent être évités par des relations sexuelles protégées.

Je souhaiterais dès lors poser les questions suivantes à la ministre :

1. Disposez-vous des chiffres sur le nombre de contaminations par le virus HIV enregistrées par l’Institut scientifique de santé publique en 2007 ? Pouvez-vous établir des comparaisons entre ces chiffres et ce, depuis 2000 jusqu’à nos jours ? L’année 2005 apparaît-elle toujours comme une année record ? Peut-on réellement parler d’une stabilisation du nombre de contaminations enregistrées ?

2. Les statistiques dont vous disposez indiquent-elles également que, ces dernières années, ce sont surtout des jeunes de moins de trente ans qui ont été contaminés par le HIV ? La hausse des cas dans ce groupe d’âge est-elle frappante ou bien la contamination par le HIV concerne-t-elle surtout les trentenaires ?

3. Jugez-vous nécessaire de soutenir une campagne de prévention au niveau fédéral étant donné que les chiffres ne diminuent pas ?

 

Op dit moment bestaat er een soort condoommoeheid bij een aantal mensen. Dat merken we helaas ook aan de statistieken van het Wetenschappelijk Instituut voor de Volksgezondheid (WIV). Elk jaar opnieuw registreert men daar een 1 000-tal nieuwe HIV-infecties. Op zich stijgt dat aantal niet meer. Tussen 2003 en 2006 bleek er een tendens naar stabilisatie te zijn ontstaan. Stabilisatie is een goed teken, maar het zou beter zijn mocht het aantal geregistreerde HIV-besmettingen in ons land erop achteruitgaan. De overheid moet dan ook preventiecampagnes op nationaal vlak blijven ondersteunen. Die campagnes dienen ook opgevolgd te worden en aangepast te worden aan de nieuwe Belgen en migranten. Tevens dienen de homo of biseksuele mannen ook blijvend herinnerd te worden aan de risico’s die zij lopen indien ze onveilig vrijen. In 68,2% van de gevallen heeft een Belgische man immers het HIV-virus opgelopen door seksueel contact met een andere man, zo meldt het WIV. Met HIV kan je oud worden, onze medische know how staat ver. Maar de kosten voor enerzijds de levenskwaliteit van het individu en voor de overheid, zijn navenant. Temeer omdat vooral dertigers maar ook steeds meer jongeren besmet geraken. Een leven lang dienen zij dan een breed assortiment van pillen te slikken. Pillen die onze sociale zekerheid meebetaalt en voorkomen kunnen worden indien er veilig gevrijd werd.

Vandaar mijn vragen aan de geachte minister:

1. Hebt u de cijfers over het aantal HIV-besmettingen die het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid in 2007 registreerde? Kan u deze cijfers vergelijken in een periode vanaf 2000 tot en met heden? Valt daar nog steeds 2005 als piekjaar op? Kan men zeggen dat het aantal geregistreerde besmettingen daadwerkelijk gestabiliseerd is?

2. Blijkt het ook uit uw cijfers dat afgelopen jaar vooral tieners en twintigers een HIV-besmetting oplopen. Is die stijging bij die doelgroep frappant of is het nog vooral een zaak van dertigers?

3. Vindt u het noodzakelijk om op federaal vlak een preventiecampagne te ondersteunen vermits de cijfers niet meteen dalen?

 
Réponse reçue le 22 avril 2008 : Antwoord ontvangen op 22 april 2008 :

1. L'Institut scientifique de la santé publique publie chaque semestre les données statistiques relatives aux diagnostics d'infection par le VIH posés en Belgique. Le dernier rapport, publié en décembre 2007 (1) , fait état de 505 nouveaux cas d'infection diagnostiqués au cours du premier semestre 2007. Les données de l'année 2007 complète sont en cours de traitement et seront publiées dans le courant de mai 2008 (rapport semestriel nº 66, à paraître).

Entre 2000 et 2006, les nombres de nouveaux cas diagnostiqués annuellement étaient respectivement de 951, 966, 992, 1 054, 1 003, 1 075 et 1 013. L'incidence la plus élevée a été observée en 2005; cette incidence peut cependant ne constituer qu'une variation annuelle et doit être interprétée en fonction de l'évolution observée sur une plus longue période.

Le nombre de nouvelles infections VIH diagnostiquées entre 2000 et 2006 ne montre qu'une très légère tendance à l'augmentation, et cette tendance n'est pas statistiquement significative (P=0,065). On peut donc conclure à un statu quo si l'on considère l'ensemble de la période 2000-2006. Il y a donc une stabilisation du nombre des infections diagnostiquées, mais cette stabilisation ne permet pas de prédire avec certitude l'évolution de la courbe au cours des prochaines années, étant donné l'aspect multifactoriel de cette épidémie.

2. En 2006, 2 % des diagnostics étaient posés chez des personnes âgées de 10 à 19 ans, 25,6 % chez des personnes âgées de 20 à 29 ans, 34,5 % dans le groupe d'âge 30-39 ans, et 22,9 % dans le groupe des 40-49 ans.

En comparaison, on observait en 2000 la répartition suivante : 3,5 % dans le groupe d'âge 10-19 ans, 24,8 % dans le groupe des 20-29 ans, 39,6 % dans le groupe des 30-39 ans et 17,6 % dans le groupe des 40-49 ans.

C'est donc toujours dans le groupe d'âge des 30-39 ans que l'on diagnostique le plus d'infections VIH. Les groupes d'âge 10-19 ans et 20-29 ans ne montrent pas d'évolution particulière dans le temps; on observe peu d'évolution de la répartition d'âge au cours de la période 2000-2006.

3. La question relative à une campagne de prévention relève des entités fédérées.


(1) Collège des Laboratoires de Référence SIDA. Le VIH/SIDA en Belgique — Situation au 30 juin 2007. Institut Scientifique de santé publique, section Epidémiologie. Rapport semestriel No 65. 2007. Bruxelles, Belgique. http://www.iph.fgov.be/epidemio/epifr/aidsfr/rap_sem.pdf.

1. Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid publiceert elk semester de statistische gegevens over diagnoses van HIV-infectie in België. Het laatste rapport van december 2007 (1) vermeldt 505 nieuwe gevallen gediagnosticeerd in de loop van het eerste semester 2007. De volledige gegevens van het jaar 2007 worden nog verwerkt en zullen gepubliceerd worden in mei 2008 (halfjaarlijks rapport nr. 66, te verschijnen).

Tussen 2000 en 2006 waren de jaarlijkse aantallen nieuw gediagnosticeerde gevallen respectievelijk 951, 966, 992, 1 054, 1 003, 1 075 en 1 013. De hoogste incidentie werd geobserveerd in 2005; deze incidentie kan echter deel uitmaken van een jaarlijkse variatie en dient dus te worden geïnterpreteerd in functie van de evolutie geobserveerd over een langere periode.

Het aantal nieuw gediagnosticeerde infecties van HIV tussen 2000 en 2006 toont slechts een gering toenemende trend, en deze trend is niet statistisch significant (P=0,065). Men kan dus besluiten dat er een status-quo wordt waargenomen voor de periode 2000-2006. Er is dus een stabilisatie van het aantal gediagnosticeerde infecties, maar deze stabilisatie laat niet toe om met zekerheid de evolutie te voorspellen van de trend in de komende jaren, gezien het multifactoriële aspect van deze epidemie.

2. In 2006 werd 2 % van de diagnoses gesteld bij personen tussen 10 en 19 jaar oud, 25,6 % bij personen tussen 20 en 29 jaar oud, 34,5 % in de leeftijdsgroep van 30-39 jaar, en 22,9 % in de groep van 40-49 jaar.

Ter vergelijking : in 2000 zag deze verdeling er zo uit : 3,5 % in de leeftijdsgroep van 10-19 jaar, 24,8 % in de groep van 20-29 jaar 39,6 % in de groep van 30-39 jaar en 17,6 % in de groep van 40-49 jaar.

Het is dus telkens in de leeftijdsgroep van 30-39 jaar dat het hoogste aantal HIV-infecties wordt gediagnosticeerd. De leeftijdsgroepen van 10-19 jaar en 20-29 jaar tonen geen specifieke evolutie in de tijd; er wordt weinig evolutie geobserveerd in de verdeling naar leeftijdsgroep gedurende de periode 2000-2006.

3. De vraag over een preventiecampagne behoort tot de bevoegdheid van de gemeenschappen.


(1) College van de AIDS Referentielaboratoria. HIV/AIDS in België — Situatie op 30 juni 2007. Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Sectie Epidemiologie. Semestrieel rapport Nr. 65. 2007. Bruxelles, Belgique. http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/aidsnl/rap_sem.pdf.