SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
21 aôut 2009 21 augustus 2009
________________
Question écrite n° 4-4160 Schriftelijke vraag nr. 4-4160

de Louis Ide (Indépendant)
van Louis Ide (Onafhankelijke)

au ministre des Affaires étrangères
aan de minister van Buitenlandse Zaken
________________
Ambassades - Drapeaux - Directives Ambassades - Bevlagging - Richtlijnen 
________________
ambassade
consulat
drapeau
circulaire
Communauté flamande
Lettonie
ambassade
consulaat
vlag
rondschrijven
Vlaamse Gemeenschap
Letland
________ ________
21/8/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 24/9/2009)
2/9/2009Antwoord
21/8/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 24/9/2009)
2/9/2009Antwoord
________ ________
Question n° 4-4160 du 21 aôut 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-4160 d.d. 21 augustus 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Grippe mexicaine ou non, de nombreux Flamands ont voyagé dans le monde au cours de la dernière période de vacances.

Nombre d’entre eux ont également visité des grandes villes et sont donc passés à une ambassade belge.

Un Flamand me signale aujourd’hui ce qui suit.

Le 11 juillet, les drapeaux suivants flottaient sur l’ambassade belge : l’européen, le belge, le coq wallon et un drapeau qu’il n’ont pas pu identifier. Toutefois, le lion flamand ne flottait certainement pas sur l’ambassade le jour de la fête flamande.

Entre-temps, un autre Flamand n’a signalé le même problème à l’ambassade de Riga.

Il a ajouté que l’argument selon lequel on ne peut pas toujours faire confiance aux ambassades belges est parfait pour défendre l’implantation de maisons flamandes à l’étranger.

Et il a visiblement raison.

1. Quelles sont les directives relatives aux drapeaux sur les ambassades et consulats belges pour autant que de telles directives existent ?

2. Si ce n’est pas le cas, pourquoi n’existent-elles pas et le ministre envisage-t-il d’en édicter ?

3. Si elles existent, doivent-elles être respectées ?

4. Que fait le ministre quand un diplomate ne les respecte pas ? Est-il rappelé à l’ordre ? Est-ce consigné ?

5. Que fait le ministre s’il s’agit d’un récidiviste ?

6. Enfin, le ministre ne trouve-t-il pas que le diplomate responsable exagère en hissant le coq wallon le jour de la fête flamande ? Ne s’agit-il pas d’une provocation ? Un diplomate est censé ne pas provoquer. Que fera le ministre contre cette personne ? Le ministre veut-il me tenir au courant ?

 

Mexicaanse griep of niet vele Vlamingen reisden de wereld rond in de afgelopen vakantieperiode.

Veel van deze Vlamingen bezoeken ook de hoofdsteden en passeren dan ook wel eens aan een Belgische ambassade.

Nu signaleert me een Vlaming het volgende:

Aan de Belgische Ambassade hingen op elf juli ll. de volgende vlaggen: de Europese, de Belgische, de Waalse Haan en een vlag die ze niet konden thuiswijzen. Maar zeker was dat op de Vlaamse Feestdag niet de Vlaamse Leeuw aan de ambassade wapperde.

Ondertussen meldde me een andere Vlaming hetzelfde probleem met de ambassade in Riga.

De bewuste Vlaming voegde er aan toe: "een mooi argument om het inplanten van Vlaamse Huizen in het buitenland te verdedigen: de Belgische Ambassades zijn niet altijd te vertrouwen".

En gelijk heeft hij blijkbaar.

1. Wat zijn de richtlijnen inzake bevlagging van Belgische Ambassades en Consulaten zo er dergelijke richtlijn is.

2. Indien er geen richtlijn is, waarom is er geen en plant de minister er een te maken.

3. Indien er dergelijke richtlijn is, moet die worden nageleefd?

4. Wat doet de minister wanneer een diplomaat dit niet na leeft? Wordt die op de vingers getikt? Wordt dit bijgehouden?

5. Wat doet de minister als dit een recidivist betreft?

6. Ten slotte vindt de minister niet dat de verantwoordelijke diplomaat het wel erg ver drijft een Waalse Haan op te hangen op de Vlaamse Feestdag? Is dit geen provocatie? Een diplomaat wordt geacht niet te provoceren. Wat zal de minister ondernemen tegen deze man of vrouw? Wil de minister daarvan verder op de hoogte houden?

 
Réponse reçue le 2 septembre 2009 : Antwoord ontvangen op 2 september 2009 :

1) – 2) Les directives en matière de pavoisement des bâtiments diplomatiques et consulaires belges sont reprises dans la LC 35(96) du 20 février 1996. Cette LC contient des directives qui ont spécifiquement trait au caractère fédéral de notre pays et à la relation entre l’autorité fédérale et les Communautés et Régions.

La LC précise que, avec l’accord de l’État d’accueil, les drapeaux des Communautés et Régions concernées peuvent flotter sur les bâtiments de la mission lorsqu’un représentant de cette Communauté ou de cette Région y occupe un bureau et également lorsqu’une manifestation spéciale d’une Communauté ou d’une Région a lieu dans ce bâtiment.

Quant au cas concret auquel il est référé, je souhaite souligner que

  • à l’Ambassade de Belgique à Riga (Lettonie) seuls les drapeaux belge et européen sont arborés ;

  • dans le même immeuble sont établis les bureaux de l’attaché économique et commercial wallon (AWEX, Agence wallonne à l'exportation), qui représente aussi Bruxelles (Bruxelles Export) ;

  • il est donc normal que les drapeaux wallon et bruxellois soient arborés dans cette partie de l’immeuble ;

  • la représentation économique et commerciale flamande (FIT) est établie à Vilnius (Lituanie) ; dans l’immeuble où l’ambassade de Belgique à Riga est établie aucune représentation de la Région flamande n’est présente.

3) – 4) – 5) Comme toutes les directives relatives au fonctionnement des postes diplomatiques et consulaires, cette directive doit être appliquée. Si ce n’est pas le cas, le poste concerné est appelé à se justifier et les éventuelles mesures appropriées sont prises.

6) L’ambassade à Riga a appliqué correctement la réglementation en vigueur en matière de pavoisement, en prenant en compte la situation de fait eu égard à la lettre circulaire mentionnée plus haut.

1) – 2) De richtlijnen inzake bevlagging van Belgische diplomatieke en consulaire gebouwen zijn vervat in OB 35(96) dd. 20 februari 1996. Deze OB bevat richtlijnen die specifiek betrekking hebben op het federale karakter van ons land en de verhouding tussen de federale overheid en de Gemeenschappen en Gewesten.

De OB preciseert dat, met het akkoord van de ontvangende Staat, de vlaggen van de betrokken Gemeenschappen en Gewesten op de gebouwen van de zending gehesen kunnen worden wanneer een vertegenwoordiger van deze Gemeenschap of dit Gewest daar werkzaam is en ook wanneer een bijzondere manifestatie van een Gemeenschap of Gewest in dat gebouw gehouden wordt.

Met betrekking tot het concrete geval waarnaar verwezen wordt, wens ik te onderstrepen

  • dat op de Belgische ambassade in Riga (Letland) uitsluitend de Belgische en de Europese vlaggen hangen;

  • dat in hetzelfde gebouw de kantoren gevestigd zijn van de Waalse economische en handelsvertegenwoordiger (AWEX, Agence wallonne à l'exportartion), die ook Brussel vertegenwoordigt (Brussels Export);

  • dat het bijgevolg normaal is dat de Waalse en Brusselse vlaggen op zijn deel van het gebouw hangen;

  • dat de Vlaamse economische en handelsvertegenwoordiging (FIT) gevestigd is in Vilnius (Litouwen), en dat in het gebouw waar de Belgische ambassade in Riga gevestigd is geen enkele vertegenwoordiging van het Vlaamse Gewest aanwezig is.

3) – 4) – 5) Zoals iedere richtlijn met betrekking tot de werking van diplomatieke en consulaire posten dient ook deze richtlijn te worden toegepast. Indien dit niet gebeurt wordt de betrokken post ter verantwoording geroepen en worden zonodig de gepaste maatregelen getroffen.

6) Uit de toets van de feitelijke situatie aan bovenvermelde omzendbrief blijkt dat de betrokken ambassade in Riga de geldende regels met betrekking tot de bevlagging correct toepast.