SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
21 aôut 2009 21 augustus 2009
________________
Question écrite n° 4-4158 Schriftelijke vraag nr. 4-4158

de Louis Ide (Indépendant)

van Louis Ide (Onafhankelijke)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________________
Médecins généralistes - Impulseo II - Communes où peu de médecins généralistes sont disponibles - Critères Huisartsen - Impulseo II - Gemeenten waar weinig huisartsen beschikbaar zijn - Criteria 
________________
médecin
médecine générale
dokter
algemene geneeskunde
________ ________
21/8/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 24/9/2009)
12/11/2009Antwoord
21/8/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 24/9/2009)
12/11/2009Antwoord
________ ________
Question n° 4-4158 du 21 aôut 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-4158 d.d. 21 augustus 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Nous sommes maintenant familiarisés avec Impulseo I, II et III, l'un étant déjà plus opérationnel que l'autre. « Impulseo I » prévoit un financement en vue d'aider les jeunes médecins généralistes à installer leur cabinet et d'encourager les généralistes à s'installer dans des zones qui connaissent une pénurie de médecins généralistes. En revanche, Impulseo II vise à accorder une aide financière pour le recrutement d'un employé d'accueil et administratif en faveur des groupements de médecins généralistes.

La liste des communes situées dans une zone où le pourcentage de médecins généralistes par habitant est faible a été publiée par l’INAMI. Elle est valable pour la période du 1er juin 2009 au 30 mai 2010.

1. Quels sont les critères pour retenir certaines communes et d’autres non ?

2. Comment applique-t-on ces critères, sur quelle base travaille-t-on pour fixer une densité dans une commune et non dans une autre ?

3. Comment se fait-il par exemple que la commune de Knesselare ne soit pas reprise dans la liste alors que l’on compte seulement 85 médecins pour 100 000 personnes ?

 

We kennen nu ondertussen Impulseo I, II, III , de een al meer operationeel dan de andere. Impulseo I voorziet in een financiering om jonge huisartsen te helpen bij de installatie van hun praktijk én om huisartsen te stimuleren om zich te installeren in zones die een tekort aan huisartsen kennen. Impulseo II daarentegen voorziet in een financiële ondersteuning voor een onthaal- en administratief bediende voor huisartsengroeperingen.

De lijst van de gemeenten die behoren tot een huisartsenzone waar weinig huisartsen per inwoner beschikbaar zijn is bekend gemaakt via het RIZIV. Ze geldt van 1 juni 2009 tot 30 mei 2010.

1. Welke zijn de criteria om bepaalde gemeenten toe te wijzen en andere niet?

2. Hoe wordt gewerkt met die criteria, op welke basis werkt men om een densiteit in een gemeente te bepalen en een andere niet?

3. Hoe komt het bijvoorbeeld dat de gemeente Knesselare niet in de lijst voorkomt terwijl er slechts 85 artsen per 100.000 mensen geteld worden?

 
Réponse reçue le 12 novembre 2009 : Antwoord ontvangen op 12 november 2009 :

En réponse à votre question, je vous informe que :

L’arrêté royal du 15 septembre 2006 portant création d’un Fonds d’Impulsion pour la médecine général et fixant ses modalités de fonctionnement, modifié par l’arrêté royal du 12 août 2008 modifiant l’arrêté royal du 15 septembre 2006 portant création d’un Fonds d’Impulsion pour la médecine générale et fixant ses modalités de fonctionnement, a créé un Fonds d’impulsion pour la médecine générale et fixe ses modalités de fonctionnement.

1. Pour bénéficier de la prime, l’installation doit se faire dans un de ces deux types de zones prioritaires :

- une zone d’action positive définie dans le cadre de la politique des grandes villes;

ou

- une zone de médecins généralistes comptant :

- soit moins de 90 médecins généralistes pour 100 000 habitants ;

- soit moins de 125 habitants au km² et moins de 120 médecins généralistes pour 100 000 habitants.

L’annexe à l’arrêté royal du 4 juin 2003 déterminant les zones d’action positive des grandes villes en exécution de l’article 145.25, deuxième alinéa du Code des impôts sur les revenus 1992, reprend la liste complète des zones et communes d’action positive des grandes villes.

2. Comment sont déterminées les zones du deuxième type?

Les médecins généralistes (003-004) renseignés comme actifs dans le fichier de l’Institut national d’assurance maladie-invalidité (INAMI), sont sélectionnés.

Parmi ces médecins généralistes sont finalement retenus ceux qui atteignent un seuil de 500 contacts-patient au cours de la dernière année dont les données sont disponibles (pour la campagne 06/09-05/10, les données de l’année 2008 ont été utilisées).

Sur cette base, un calcul de la densité médicale par commune est effectué.

Un contact-patient est une consultation, une visite à domicile ou un avis.

Le cercle de médecins généralistes forme l’unité de base pour déterminer ces zones du deuxième type.

Un cercle peut, via le Conseil fédéral des cercles, proposer une correction pour les zones du deuxième type en fonction de facteurs objectifs récents. La demande peut aller dans le sens d’une restriction ou d’une extension des zones prioritaires.

3. Pour la zone couverte par le Cercle de médecins généralistes West-Meetjesland qui comprend les communes de Aalter, Beernem, Knesselare et Maldegem, on comptait au 1er janvier 2008 une population de 64 230 habitants pour une superficie de 285,50 km² et 59 médecins entrant en ligne de compte. Cela donne comme résultat un nombre de médecin par 100 000 habitants de 91,86 et un nombre d’habitants au kilomètre carré de 224,97.

Aucune demande de correction pour cette zone n’a été introduite par le cercle, via le Conseil fédéral des cercles.

In antwoord op uw vraag deel ik u het volgende mee:

Met het koninklijk besluit van 15 september 2006 tot oprichting van een Impulsfonds voor de huisartsengeneeskunde en tot vaststelling van de werkingsregels ervan, gewijzigd door het koninklijk besluit van 12 augustus 2008 tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 september 2006 tot oprichting van een Impulsfonds voor de huisartsengeneeskunde en tot vaststelling van de werkingsregels ervan, werd een Impulsfonds voor de huisartsgeneeskunde opgericht en zijn de werkingsregels ervan vastgelegd.

1. Om recht te hebben op het bedrag moet de vestiging in een van de twee types prioritaire zones plaatsvinden:

- een zone voor positief grootstedelijk beleid, gedefinieerd in het kader van het grootstedenbeleid;

of

- een huisartsenzone met:

- ofwel minder dan 90 huisartsen per 100 000 inwoners;

- ofwel minder dan 125 inwoners per km² en minder dan 120 huisartsen per 100 000 inwoners.

De bijlage bij het koninklijk besluit van 4 juni 2003 tot vastlegging van de zones voor positief grootstedelijk beleid in uitvoering van artikel 145.25, tweede lid van het Wetboek van inkomensbelastingen 1992, bevat een volledige lijst van de zones en gemeenten van positief grootstedenbeleid. I

2. Hoe worden de zones van het tweede type bepaald?

De huisartsen (003-004) die als “in activiteit” geregistreerd staan in het bestand van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV), worden geselecteerd.

Uit die huisartsen worden uiteindelijk de huisartsen geselecteerd die de grens van 500 patiëntencontacten halen in de loop van het laatste jaar waarvoor de gegevens beschikbaar zijn (voor de campagne 06/09-05/10 zijn de gegevens van het jaar 2008 gebruikt).

Op basis daarvan gebeurt de berekening van de medische dichtheid per gemeente.

Een patiëntencontact is een raadpleging, een huisbezoek of een advies.

De huisartsenkringen vormen de basiseenheden om de zones van het tweede type te bepalen.

De huisartsenkringen kunnen via de Federale raad voor de huisartsenkringen correcties voor de

zones van het tweede type voorstellen, op basis van recente objectieve factoren. De correcties kunnen zowel beperkingen als uitbreidingen van de prioritaire zones zijn.

3. De zone die gedekt wordt door de huisartsenkring West-Meetjesland en die de gemeenten Aalter, Beernem, Knesselare en Maldegem omvat, telde op 1 januari 2008 64 230 inwoners op een oppervlakte van 285,50 km², en 59 geneesheren die in aanmerking zijn genomen. Het resultaat van de berekening bedraagt 91,86 geneesheren per 100 000 inwoners en 224,97 inwoners per vierkante kilometer.

Voor die zone heeft de kring geen enkele aanvraag om correctie ingediend via de Federale raad voor de huisartsenkringen.