SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
9 juin 2009 9 juni 2009
________________
Question écrite n° 4-3526 Schriftelijke vraag nr. 4-3526

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Egalité des chances

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen
________________
Prisons - Sécurité et hygiène - Traitement - Plaintes de détenus Gevangenissen - Veiligheid en hygiëne - Behandeling - Klachten van gedetineerden 
________________
établissement pénitentiaire
hygiène publique
installation sanitaire
risque sanitaire
sécurité des bâtiments
lutte anti-incendie
condition de vie
strafgevangenis
openbare gezondheidszorg
sanitaire installatie
gevaren voor de gezondheid
veiligheid van gebouwen
brandbestrijding
levensomstandigheden
________ ________
9/6/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 9/7/2009)
11/9/2009Antwoord
9/6/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 9/7/2009)
11/9/2009Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3525
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3527
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-920
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3525
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3527
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-920
________ ________
Question n° 4-3526 du 9 juin 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-3526 d.d. 9 juni 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En 2007, les commissions de surveillance ont reçu 83 plaintes de détenus de la prison de Turnhout. Merkplas bat tous les records avec pas moins de 223 plaintes.

Plus de 33 % des plaintes formulées dans ces prisons campinoises concernent l’attitude du personnel.

De nombreuses autres plaintes portent sur les conditions de logement, l’hygiène et l’alimentation dans ces établissements. À Merkplas, de très nombreuses récriminations concernent l’absence d’eau courante et de toilettes dans les cellules. De plus, les détenus se verraient remettre des chaussures, couvertures et matelas sales. La direction appliquerait de surcroît un régime disciplinaire local, officieux et échappant à tout contrôle.

Les espaces sanitaires et les cellules situées à côté des espaces sanitaires présentent toujours des problèmes de moisissures, d’humidité et de vermine. C’est notamment le cas à la prison d’Anvers.

Pour Merkplas, on signale par ailleurs que l’eau destinée à l’hygiène personnelle, à la boisson et aux vaisselles est fournie dans des cruches en plastique ouvertes. Celles-ci ne sont pas suffisamment nettoyées et présentent des lors des dépôts de calcaire et des décolorations peu ragoûtantes. Certains détenus les utilisent comme urinoir. Un nettoyage approfondi quotidien de ces cruches ne serait pas du luxe. Les détenus doivent en outre utiliser des seaux hygiéniques qui ne sont vidés que deux fois par jour et qui sont à l’origine de grandes nuisances olfactives. Le bloc de cellules est envahi d’une odeur pénétrante d’urine, indique la Commission.

Enfin, la Commission dénonce une situation très préoccupante à Merkplas faisant craindre pour la vie des occupants de la prison en cas d’incident : « absence de détecteurs de fumée et de compartimentage, locaux de travail construits en matériaux inflammables, … , pression d’eau insuffisante pour éteindre un incendie en cas de foyers multiples, typiques en cas d’incendies volontaires ».

1. À Merkplas, combien de cellules ne disposent pas de sanitaires, ce qui contraint les détenus à utiliser un seau hygiénique ? Pareille situation s’observe-t-elle également dans d’autres prisons ? Si oui, de quels établissements et de combien de cellules s’agit-il ?

2. Selon le ministre, jusqu’à quelle date ces situations inhumaines subsisteront-elles à Merkplas ? Fait-on de la résolution de ce problème une priorité ou bien les détenus concernés devront-ils attendre la fermeture de l’établissement en 2013 ou 2016 ?

3. Quelles interventions sont-elles souhaitables pour améliorer l’hygiène dans les prisons anversoises et campinoises ?

4. Quelles interventions le ministre souhaite-t-il réaliser pour améliorer la sécurité contre l’incendie de la prison de Merkplas ? Quels travaux réalisera-t-on et dans quel délai ?

5. Quelles conclusions tire-t-on des multiples plaintes formulées par des détenus quant à l’attitude des agents pénitentiaires ?

 

In 2007 ontvingen de Commissies van toezicht drieëntachtig klachten van gedetineerden van de gevangenis in Turnhout. Merksplas spant de kroon met maar liefst 223 klachten.

In deze Kempense gevangenissen gaan meer dan 33 % van de klachten over de houding van de personeelsleden.

Verder gaan vele klachten gaan over de huisvesting, hygiëne en voeding in deze gevangenissen. In Merksplas gaan heel wat klachten over het gebrek aan lopend water en toiletten in de cellen. Daarnaast worden blijkbaar vuile schoenen, dekens en matrassen aan de gevangenen bezorgd. De directie zou tevens een lokaal, officieus, ongecontroleerd tuchtsysteem hanteren.

Sanitaire ruimtes en cellen naast sanitaire ruimtes hebben nog steeds schimmel, -vocht- en ongedierteproblemen. Dat is onder andere het geval in de gevangenis van Antwerpen.

Voor Merksplas wordt tevens gemeld dat “ de waterbedeling die voor persoonlijke hygiëne, drinken en afwas gebeurt door open plastieken kruiken. Deze worden onvoldoende gereinigd met kalkaanslag, en ander onsmakelijk uitziende verkleuringen als gevolg. Sommige gevangenen gebruiken deze als urinoir. Een dagelijkse grondige reiniging van deze kruiken is geen overbodige luxe. Daarnaast moet men WC-emmers gebruiken die maar twee keer per dag worden leeggemaakt en die een enorme geurhinder veroorzaken. Het cellenblok kent een allesdoordringende geur van urine ” zo meldt de Commissie.

Tenslotte wijst de Commissie op een zeer ernstige situatie in Merksplas waarbij in geval van incidenten de vrees voor mensenlevens terecht is: “ geen rookdetectors, geen compartimentering, werklokalen in brandbaar materiaal, …, onvoldoende waterdruk om te blussen bij verschillende brandhaarden, typisch bij brandstichtingen. ”

1. Hoeveel cellen zijn er in Merksplas die niet beschikken over sanitair en waar gedetineerden dus naar het toilet moeten op een emmer? Zijn er nog andere gevangenissen waar dit zo is? Zo ja, dewelke en om hoeveel cellen gaat het?

2. Tot wanneer denkt de geachte minister deze onmenselijke toestanden zo te kunnen aanhouden in Merksplas? Wordt er prioriteit gegeven om dit probleem op te lossen of dienen de betrokken gedetineerden te wachten tot hun gevangenis sluit in 2013 of 2016?

3. Welke ingrepen zijn wenselijk in de Antwerpse en Kempense gevangenissen om de hygiëne te bevorderen?

4. Welke ingrepen wenst de geachte minister te doen om brandveiligheid in de gevangenis van Merksplas te verbeteren? Welke werken wil zullen uitgevoerd worden en tegen wanneer?

5. Welke conclusies worden getrokken uit de vele klachten die gedetineerden formuleren over de behandeling van het gevangenispersoneel?

 
Réponse reçue le 11 septembre 2009 : Antwoord ontvangen op 11 september 2009 :

Etant donné que la question concerne le logement des détenus, elle relève en général de la compétence de mon collègue de la Justice.

Les détenus employés effectuent un travail sous l’autorité d’une autre personne. Pour l’application de la loi du 4 août 1996 relative au bien-être des travailleurs lors de l’exécution de leur travail, ils sont pour cette raison assimilés à des travailleurs lors de l’exécution de leur travail pénitentiaire en vertu de l’article 2, §1, 1°, a) de cette loi.

Cela signifie que leur employeur doit respecter les obligations prévues dans cette loi et ses arrêtés d’exécution sur le lieu de travail de ces détenus. Cela implique entre autres qu’une attention doit être accordée à la sécurité incendie du lieu de travail et aux installations sanitaires. Cela doit se manifester par une analyse des risques sérieuse pour le risque incendie et par la prise des mesures de prévention sur la base de cette analyse. Ces obligations valent par ailleurs également à l’égard des membres du personnel réguliers de la prison qui sont employés sur ce même lieu de travail.

En bref, les obligations en matière de protection de la sécurité et de la santé des membres du personnel de la prison valent également à l’égard des détenus employés sur ce lieu de travail.

La surveillance du respect de ces obligations repose sur la Direction générale Contrôle du bien-être au travail de mon département.

Vermits de vraag betrekking heeft op de huisvesting van gedetineerden in het algemeen behoort deze tot de bevoegdheid van mijn collega van Justitie.

Tewerkgestelde gedetineerden verrichten arbeid onder het gezag van een ander persoon. Voor de toepassing van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk worden zij krachtens artikel 2, §1, 1°, a) van deze wet om die reden gelijkgesteld met werknemers bij het uitvoeren van hun gevangenisarbeid.

Dit betekent dat hun werkgever de verplichtingen voorzien in deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan, op de arbeidsplaats van deze gedetineerden moet naleven. Dit houdt onder meer in dat aandacht moet besteed worden aan de brandveiligheid van de arbeidsplaats en aan de sanitaire voorzieningen. Dit moet tot uiting komen in een degelijke risicoanalyse voor het brandrisico en de op basis daarvan te nemen preventiemaatregelen. Deze verplichtingen gelden trouwens ook ten aanzien van de reguliere personeelsleden van de gevangenis, die op diezelfde arbeidsplaats tewerkgesteld worden.

Kortom, de verplichtingen inzake de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de personeelsleden van de gevangenis, gelden eveneens ten aanzien van de tewerkgestelde gedetineerden op die arbeidsplaats.

Het toezicht op de naleving van deze verplichtingen berust bij de Algemene directie Toezicht Welzijn op het Werk van mijn departement.