SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
4 février 2009 4 februari 2009
________________
Question écrite n° 4-2913 Schriftelijke vraag nr. 4-2913

de Wouter Beke (CD&V)

van Wouter Beke (CD&V)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________________
Médecins généralistes en formation - Soutien - Création d’un fonds financier Huisartsen in opleiding - Ondersteuning - Invoering van een financieel fonds 
________________
médecin
enseignement médical
stage de formation
statut social
dokter
medisch onderwijs
opleidingsstage
maatschappelijke positie
________ ________
4/2/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 5/3/2009)
10/2/2009Antwoord
16/3/2009Aanvullend antwoord
4/2/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 5/3/2009)
10/2/2009Antwoord
16/3/2009Aanvullend antwoord
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-675 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-675
________ ________
Question n° 4-2913 du 4 février 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-2913 d.d. 4 februari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Mon collègue Dirk Claes a récemment posé la question écrite n° 4-2138 concernant le statut des médecins généralistes en formation, plus précisément le nouveau statut promis qui entrera en vigueur le 1er juillet 2009.

Il ressort de la réponse de la ministre que ses collaborateurs ont étudié la possibilité de créer un fonds financier de soutien des investissements réalisés par les maîtres de stage dans le cadre de leur fonction pédagogique.

Quels sont les résultats actuels de ces études ?

J’aimerais aussi savoir si la création d’un tel fonds financier ira de pair avec l’entrée en vigueur du nouveau statut ou prévoit-elle déjà une autre date pour cette dernière ?

 

Onlangs stelde mijn collega Dirk Claes de schriftelijke vraag nr. 4-2138 betreffende het statuut van de huisartsen in opleiding, meer bepaald over het beloofde nieuwe statuut dat in werking zal treden op 1 juli 2009.

Uit het antwoord van de geachte minister blijkt dat haar medewerkers de mogelijkheid bestudeerden van een financieel fonds voor de ondersteuning van de investeringen die gedaan worden door de stagemeesters in het kader van hun pedagogische functie.

Wat is momenteel uit deze studie als resultaat naar boven gekomen ?

Tevens zou ik graag willen vernemen of zij de oprichting van dergelijk financieel fonds zal laten gepaard gaan bij het inwerking treden van het nieuwe statuut of voorziet zij reeds in een andere startdatum.

 
Réponse reçue le 10 février 2009 : Antwoord ontvangen op 10 februari 2009 :

Le nouveau statut des généralistes en formation devrait entrer en vigueur le 1er juillet 2009.

De nombreuses réunions de concertation ont été organisées tout au long de l'année 2008 entre mes collaborateurs et les représentants des maîtres de stage, des généralistes en formations, des départements de médecine générale et des syndicats médicaux .

Ce nouveau statut simplifiera le travail administratif des maîtres de stage puisqu'une ASBL interuniversitaire gérera le salaire des candidats généralistes., Le conseil d'administration de cette ASBL comprendra par ailleurs des représentants élus des maîtres de stage.

II faut noter aussi que dans le cadre du nouveau statut, le maître de stage, tout en payant une contribution a l'ASBL, touchera 100 % des honoraires de l'assistant. Ainsi, selon les projections calculées par les services de l'INAMI, la très grande majorité des maîtres de stage auront des rentrées financières égales ou supérieures a celles liées au statut actuel.

Het nieuwe statuut van de huisartsen in opleiding zou op 1 juli 2009 in werking moeten treden.

Er werden gedurende heel het jaar 2008 talrijke overlegvergaderingen gehouden tussen mijn medewerkers en de vertegenwoordigers van de stagemeesters, van de huisartsen in opleiding, van de vakgroepen huisartsengeneeskunde en van de artsensyndicaten.

Dit nieuwe statuut zal het administratieve werk van de stagemeesters vereenvoudigen, aangezien een interuniversitaire VZW het loon van de kandidaat-huisartsen zal beheren. In de raad van bestuur van deze VZW zullen trouwens verkozen vertegenwoordigers van de stagemeesters zetelen.

Er moet ook nota van genomen worden dat de stagmeester in het kader van het nieuwe statuut een bijdrage zal betalen aan de VZW, maar ook 100 % zal ontvangen van de honoraria van de assistent. Volgens de berekeningen uitgevoerd door de diensten van het RIZIV, verwacht men dat de grote meerderheid van de stagemeesters financiële ontvangsten zullen hebben die gelijk zijn of hoger liggen dan die verbonden met het huidige statuut.

Réponse complémentaire reçue le 16 mars 2009 : Aanvullend antwoord ontvangen op 16 maart 2009 :

En ce qui concerne le statut des médecins généralistes en formation, les projets ont été élaborés par les équipes du Service public fédéral (SPF) Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement, du SPF Sécurité sociale et de l’Institut national d'assurance maladie-invalidité (INAMI). Il se compose de plusieurs arrêtés.

Certains de ceux-ci doivent être présentés devant les instances d’avis ad hoc, à savoir la Commission nationale médico-mutualiste, le Comité de l’assurance soins de santé, le Conseil national du Travail et enfin le Conseil supérieur des médecins spécialistes et des médecins généralistes. Ces instances seront saisies encore ce mois-ci.

J’ai bon espoir de pouvoir publier les textes pour juin 2009.

Considérant que les avis précités sont essentiels à la qualité du projet je serai mieux à même de vous en donner un aperçu de la substance après ces consultations, et m’engage à vous tenir informé.

Wat het statuut van huisartsen in opleiding betreft, werd het ontwerp uitgewerkt door de teams van de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu, de FOD Sociale Zekerheid en het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV). Het bestaat uit verschillende besluiten.

Bepaalde ervan moeten aan de ad-hoc adviesinstanties worden voorgelegd, met name de Nationale Commissie geneesheren-ziekenfondsen, het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, de Nationale Arbeidsraad en tot slot de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen. Deze instanties zullen deze maand nog geraadpleegd worden.

Ik heb er goede hoop op dat de teksten tegen juni 2009 kunnen worden gepubliceerd.

Overwegende dat de voornoemde adviezen van essentieel belang zijn voor de kwaliteit van het ontwerp, zal ik na deze raadplegingen beter in staat zijn om u een overzicht van de materie te geven. Ik hou u zeker op de hoogte.