SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
30 janvier 2008 30 januari 2008
________________
Question écrite n° 4-286 Schriftelijke vraag nr. 4-286

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Arriéré judiciaire - Loi du 21 avril 2007 relative à la répétibilité des honoraires et des frais d’avocat - Absence d’arrêtés d’exécution Gerechtelijke achterstand - Wet van 21 april 2007 op de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat - Ontbreken van uitvoeringsbesluiten 
________________
revenu non salarial
arriéré judiciaire
accès à la justice
frais de justice
avocat
application de la loi
niet in loondienst verkregen inkomen
gerechtelijke achterstand
toegang tot de rechtspleging
gerechtskosten
advocaat
toepassing van de wet
________ ________
30/1/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 28/2/2008)
12/3/2008Antwoord
30/1/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 28/2/2008)
12/3/2008Antwoord
________ ________
Question n° 4-286 du 30 janvier 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-286 d.d. 30 januari 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Au cours du second semestre 2007, la presse a évoqué un « nouveau type » d’arriéré judiciaire. Au tribunal du travail de Bruxelles, plus aucun jugement définitif ne serait provisoirement prononcé parce que l’arrêté royal d’exécution de la loi du 21 avril 2007 relative à la répétibilité des honoraires et des frais d’avocat n’a pas encore été publié. Certains tribunaux n’oseraient pas fixer eux-mêmes les frais éventuellement à recouvrer.

D’où mes questions au ministre :

Où en est l’élaboration de l’arrêté royal ?

Dans quel délai l’arrêté royal sera-t-il publié ?

 

In het tweede deel van 2007 werd in de pers melding gemaakt van een “nieuw soort” van gerechtelijke achterstand. Op de arbeidsrechtbank te Brussel zouden voorlopig geen eindvonnissen meer worden geveld omdat het koninklijk besluit ter uitvoering van de wet van 21april 2007 op de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat nog niet is verschenen. Bepaalde rechtbanken zouden de mogelijk te verhalen kosten niet zelf durven bepalen.

Vandaar mijn vragen aan de geachte minister:

Hoever staat het met het uitwerken van het koninklijk besluit?

Wat is de timing voor het publiceren van het koninklijk besluit?

 
Réponse reçue le 12 mars 2008 : Antwoord ontvangen op 12 maart 2008 :

La loi du 21 avril 2007 relative à la répétibilité des honoraires et des frais d'avocat a été publiée au Moniteur belge du 31 mai 2007. Elle est entrée en vigueur le 1er janvier 2008.

L'article 7 de cette loi modifie l'article 1022 du Code judiciaire. L'indemnité de procédure est désormais définie comme étant une intervention forfaitaire dans les frais et honoraires d'avocat de la partie qui a obtenu gain de cause.

Les montants de cette indemnité de procédure sont fixés par le Roi. Il s'agit de l'arrêté royal du 26 octobre 2007 fixant le tarif des indemnités de procédure visées à l'article 1022 du Code judiciaire et fixant la date d'entrée en vigueur des articles 1er à 13 de la loi du 21 avril 2007 relative à la répétibilité des honoraires et des frais d'avocat. Ce texte a fait l'objet d'une publication au Moniteur belge du 9 novembre 2007.

Ainsi, les tribunaux sont en mesure de fixer le montant de l'indemnité de procédure. Il n'y a par conséquent aucune carence dans la prise de mesure d'exécution de cette loi susceptible d'engendrer un arriéré judiciaire.

De wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 mei 2007. Deze wet is in werking getreden op 1 januari 2008.

Artikel 7 van deze wet wijzigt artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek. De rechtsplegingsvergoeding is voortaan omschreven als een forfaitaire tegemoetkoming in de kosten en erelonen van de advocaat van de in het gelijk gestelde partij.

De bedragen van deze rechtsplegingsvergoeding worden vastgesteld door de Koning. Het gaat om het koninklijk besluit van 26 oktober 2007 tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat. Deze tekst is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 9 november 2007.

De rechtbanken kunnen aldus het bedrag van de rechtsplegingsvergoeding bepalen. Er is bijgevolg geen sprake van het ontbreken van enige uitvoeringsmaatregel die aanleiding zou kunnen geven tot gerechtelijke achterstand.