SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
12 janvier 2009 12 januari 2009
________________
Question écrite n° 4-2434 Schriftelijke vraag nr. 4-2434

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

au vice-premier ministre et ministre de la Fonction publique, des Entreprises publiques et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven en Institutionele Hervormingen
________________
SNCB - Liaisons ferroviaires - Trains bondés - Retards NMBS - Treinverbindingen - Overvolle treinen - Vertragingen 
________________
Société nationale des chemins de fer belges
transport ferroviaire
tarif voyageur
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
vervoer per spoor
reizigerstarief
________ ________
12/1/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
11/3/2009Antwoord
12/1/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
11/3/2009Antwoord
________ ________
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-1750 Herindiening van : schriftelijke vraag 4-1750
________ ________
Question n° 4-2434 du 12 janvier 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-2434 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Depuis la quatrième semaine de septembre 2008, les hautes écoles et les universités ont rouvert leur porte. Les transports publics et la SNCB doivent donc accueillir de nombreux voyageurs supplémentaires après quelques mois de vacances d’été qui, traditionnellement, sont plus calmes sur quelques lignes. Le train L 2978 qui part de Bouwel à 7 h 50 et arrive à Lierre à 8 h 03 est bondé. Les personnes qui payent un supplément pour un ticket de première classe se retrouvent dans un wagon bondé. S’il n’y a plus de place en deuxième classe, il est en effet logique que les gens voyagent en première classe.

En résumé : le train est beaucoup trop petit et les gens se demandent à juste titre s’il est encore sensé de payer un supplément pour voyager en première classe. Même les accompagnateurs de train de cette ligne admettent que c’est jeter de l’argent que d’acquérir un ticket de première classe dans un train tellement bondé.

Pendant la période des festivals, vers juin et juillet, ce train comptait deux voitures supplémentaires.

J’aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1. La ministre reconnaît-elle le problème des trains de pointe bondés, comme le L 2978 ?

2. Pense-t-elle que, dans un tel cas, l’achat d’un ticket pour voyager en première classe c’est jeter de l’argent, d’autant plus que le confort diminue lorsque le train est bondé ?

3. Pense-t-elle qu’il est possible de porter à six le nombre de voitures de quelques trains de pointe, dont le L 2978, comme c’était le cas en été ? Dans l’affirmative, quelles autres liaisons ferroviaires bénéficieront-elles de voitures supplémentaires ?

4. Dans la négative, souhaite-t-elle en discuter avec la SNCB cet automne lorsque la société de transport établira un nouvel horaire ?

5. Estime-t-elle que la SNCB doit tenir compte des plaintes des voyageurs campinois dans son nouvel horaire ? Je pense en autres à la ligne Turnhout-Manage sur laquelle le train Turnhout-Bruxelles de 7 h 35 à Lierre vers Bruxelles Nord avait douze minutes de retard le 8 septembre 2008, huit minutes de retard le 9 septembre 2008 et vingt minutes de retard le 10 septembre 2008. Quelles mesures concrètes la SNCB propose-t-elle aux voyageurs campinois ? Ou les ennuis perdureront-ils pour eux ?

 

Sinds de vierde week van september 2008 zijn de hogescholen en universiteiten weer van start gegaan. Het openbaar vervoer, en de NMBS, dient dus heel wat extra reizigers te verwelkomen na enkele maanden zomervakantie die traditioneel gezien op enkele lijnen rustiger zijn. Op de trein L 2978, die vertrekt in Bouwel om 7u50 met aankomst in Lier om 8u03, stelt men vast dat de trein overvol zit. Mensen die extra betalen voor eerste klas zitten in een overvolle wagon. Als er geen plek meer is in tweede klas is het uiteraard logisch dat zij in eerste klas reizen.

Kortom : de trein is veel te klein en mensen vragen zich terecht af of het nog zinvol is om een ticket met meerprijs te betalen voor eerste klas. Zelfs de treinbegeleiders op deze lijn geven toe dat het weggesmeten geld is om een ticket eerste klas aan te schaffen op zo'n overvolle trein.

Tijdens de periode van de festivals, rond juni en juli, had deze trein twee extra rijtuigen.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

1. Erkent de geachte minister het probleem van overvolle spitstreinen, zoals bijvoorbeeld de L 2978 ?

2. Meent zij dat de aankoop van een ticket om in eerste klas te reizen in dergelijk geval weggesmeten geld is, temeer omdat het comfort ook daar achteruitgaat als de trein overvol is ?

3. Meent zij dat het mogelijk is enkele spitstreinen, waaronder de L 2978 te verlengen tot zes rijtuigen net zoals dat het geval was in de zomerperiode ? Zo ja, welke andere treinverbindingen krijgen bijkomende wagons ?

4. Indien niet, wenst zij dit bespreekbaar te maken met de NMBS dit najaar wanneer de vervoersmaatschappij een nieuwe dienstregeling opstelt ?

5. Meent zij dat met de verzuchtingen van de Kempense treinreiziger rekening dient gehouden te worden (ik denk dan onder andere aan de verbinding Turnhout-Manage die deze week op de trein Turnhout-Brussel van 7u35 te Lier naar Brussel Noord op 8 september 2008 twaalf minuten vertraging, op 9 september 2008 acht minuten vertraging en op 10 september 2008 twintig minuten vertraging had…) wanneer de NMBS zijn nieuwe dienstregeling opstelt ? Welke concrete maatregelen stelt de NMBS voor aan de Kempense reiziger ? Of zal de ellende blijven duren voor hen ?

 
Réponse reçue le 11 mars 2009 : Antwoord ontvangen op 11 maart 2009 :

1.2, 3 et 4. Lors de l'analyse des suroccupations, il est vérifié comment il peut être remédié à ce problème pour chaque train séparément. Ceci se fait pour autant qu’il soit possible d’ajouter des voitures et pour autant que des voitures soient disponibles.

Dans d'autres cas, une solution à court terme est impossible.

En ce qui concerne le train L2978 Mol – Antwerpen, deux voitures supplémentaires ont été ajoutées depuis le 14 décembre 2008. Il compte désormais six voitures au lieu de quatre, ce qui signifie que le nombre de places assises disponibles est passé de 300 à 450.

5. Les causes d'irrégularités du trafic sont suivies de près et des solutions en collaboration avec toutes les parties sont recherchées (SNCB, Infrabel) afin d'améliorer la régularité du trafic ferroviaire. Ce sont surtout les trains de la relation Bruxelles-Turnhout, partant à Bruxelles-Midi à 16h37 et à 17h37, qui ont une mauvaise ponctualité. Cette mauvaise ponctualité est principalement le résultat des problèmes dus au matériel, mais elle est égalemant causée, en partie, par des problèmes d’exploitation.

  • Le tronçon Turnhout-Herentals (ligne 29) est à voie unique ce qui implique que le retard d’un train a des répercussions directes sur la ponctualité d’un train sur le même tronçon dans la direction inverse.

  • Le tronçon Lier-Duffel (ligne 13) est à voie unique et les conséquences sont les mêmes que sur la ligne Turnhout-Herentals.

  • A la hauteur de Duffel les trains venant de Bruxelles et en direction de Lier sont obligés de croiser le trafic de la ligne Antwerpen-Bruxelles.

  • La densité du trafic dans la jonction Nord-Midi.

  • Le soir des problèmes au départ ont été constatés régulièrement pour deux trains. La sortie tardive du train du faisceau d’entretien de Forest en était la cause. Depuis le 2 février 2009 des mesures ont été prises pour que les trains de 16h37 et de 17h37 partent à l’heure à Bruxelles-Midi.

L’infrastructure existante en Campines (tronçon à voie unique, des sections non électrifiées) compliquent fortement la mise en marche de relations de trains supplémentaires. Cependant une extension ou une optimalisation de l’offre existante font l’objet d’une étude. En fonction des possibilités techniques et de la disponibilité du matériel de train et du personnel requis, de telles optimalisations seront certainement réalisées afin de tenir compte des plaintes du voyageur campinois.

1.2, 3 en 4. Bij de analyse van de overbezettingen wordt voor iedere trein afzonderlijk gekeken hoe dit probleem kan verholpen worden. Dit gebeurt indien mogelijk door rijtuigen toe te voegen, voor zover er nog rijtuigen beschikbaar zijn.

In andere gevallen is een oplossing op korte termijn niet mogelijk.

Zo werd de trein L2978 Mol - Antwerpen, sinds 14 december 2008 met twee rijtuigen verlengd. Er zijn nu zes rijtuigen in plaats van vier, wat wil zeggen dat het aantal beschikbare zitplaatsen gestegen is van 300 naar 450.

  1. 5. De oorzaken van onregelmatigheden bij het treinverkeer worden van dichtbij opgevolgd. In samenspraak met alle partijen (NMBS, Infrabel) wordt naar oplossingen gezocht om de regelmaat van het treinverkeer te bevorderen.

Op de relatie Brussel-Turnhout hebben vooral de treinen die om 16.37 uur en 17.37 uur uit Brussel-Zuid vertrekken een slechte stiptheid. De slechte stiptheid is vooral een gevolg van problemen met het materieel, maar ook voor een deel van exploitatieproblemen.

  • Het baanvak Turnhout-Herentals (Lijn 29) is een enkelspoor waardoor vertraging aan één trein direct gevolgen heeft voor de regelmaat van een trein op hetzelfde baanvak in de andere richting.

  • Het baanvak Lier- Duffel (Lijn13) is een enkelspoor met dezelfde gevolgen als de lijn Turnhout-Herentals.

  • Ter hoogte van Duffel dienen de treinen komende van Brussel richting Lier te kruisen met het verkeer van de lijn 27 Antwerpen - Brussel.

  • De drukte in de Brusselse Noord-zuidverbinding.

  • ’s Avonds werden voor twee treinen van de IC-R relatie Brussel-Turnhout regelmatig problemen bij vertrek vastgesteld. Dit kwam door het te laat buitenrijden van het treinstel uit de onderhoudsbundel van Vorst. Vanaf 2 februari 2009 zijn hiervoor maatregelen genomen zodat de betrokken treinen van 16u37 en 17u37 tijdig te Brussel-Zuid vertrekken.

De bestaande infrastructuur in de Kempen (enkelsporige baanvakken, niet geëlectrificeerde secties) maakt het inleggen van bijkomende treinverbindingen zeer moeilijk. Er wordt evenwel bestudeerd wat kan gedaan worden om het bestaande aanbod toch uit te breiden of te optimaliseren. Naargelang van de technische mogelijkheden en de beschikbaarheid van het nodige treinmaterieel en personeel zullen dergelijke optimalisaties zeker doorgevoerd worden om tegemoet te komen aan de grieven van de Kempische reiziger.