SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
24 janvier 2008 24 januari 2008
________________
Question écrite n° 4-236 Schriftelijke vraag nr. 4-236

de Karim Van Overmeire (Vlaams Belang)

van Karim Van Overmeire (Vlaams Belang)

au ministre de la Défense

aan de minister van Landsverdediging
________________
Musée royal de l’armée et d’histoire de guerre -Coûts de personnel - Mode d’imputation Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis - Personeelskosten - Manier van aanrekenen 
________________
musée
établissements scientifiques et culturels fédéraux
Cour des comptes (Belgique)
coût salarial
imputation comptable
armée
museum
federale wetenschappelijke en culturele instellingen
Rekenhof (België)
loonkosten
boekhoudkundige afschrijving
krijgsmacht
________ ________
24/1/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 28/2/2008)
22/2/2008Antwoord
24/1/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 28/2/2008)
22/2/2008Antwoord
________ ________
Question n° 4-236 du 24 janvier 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-236 d.d. 24 januari 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La charge budgétaire que représentent les coûts de personnel du musée est imputée à cinq allocations de base distinctes du budget du ministère de la Défense. Dans le cadre de l’audit de la Cour des comptes, trois catégories différentes d’infractions au principe de la spécialité budgétaire ont été constatées.

Lors de la publication du 163e cahier de la Cour des comptes, deux d’entre elles avaient déjà été éliminées mais il en subsiste une : les coûts relatifs au personnel contractuel du musée sont imputés tant à l’allocation de base appropriée de la Politique scientifique (70.41.11.04 – Rémunérations et allocations généralement quelconques à du personnel autre que statutaire) qu’à la Dotation au Musée royal de l’armée (70.41.41.01) alors que cette dernière est essentiellement destinée à financer des dépenses diverses.

Quelles mesures le ministre a-t-il déjà prises pour faire disparaître ces anomalies du budget ? Ces mesures sont-elles déjà appliquées actuellement ?

 

De budgettaire last van de personeelskosten van het Legermuseum wordt aangerekend op vijf onderscheiden begrotingsposten van de FOD Landsverdediging. Naar aanleiding van het onderzoek van het Rekenhof werden drie verschillende soorten inbreuken op het beginsel van de specialiteit van de begroting vastgesteld. Twee daarvan waren bij de publicatie van het 163ste Boek van het Rekenhof reeds weggewerkt, maar één nog niet: personeelskosten van contractueel personeel van het Legermuseum worden zowel aangerekend op de geëigende basistoelage van het Wetenschapsbeleid (70.41.11.04 – Bezoldigingen en allerhande toelagen aan ander dan statutair personeel) als op de Dotatie voor het Koninklijk Legermuseum (70.41.41.01). Nochtans is deze dotatie in essentie bestemd voor de dekking van diverse uitgaven.

Welke maatregelen heeft de geachte minister reeds genomen om deze anomalie in de begroting weg te werken? Worden deze maatregelen nu reeds toegepast?

 
Réponse reçue le 22 février 2008 : Antwoord ontvangen op 22 februari 2008 :

L'honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.

Il est effectivement exact que certaines dépenses de personnel du Musée royal de l'Armée et d'Histoire militaire sont imputées au budget de la Défense, plus particulièrement à l'allocation de base 70.41.11.04, et d'autres sur la dotation allouée à l'établissement. Tel est le cas pour le personnel scientifique chargé d'études particulières dans le cadre du programme R&T ainsi que pour le personnel contractuel (guides, etc.) engagé à charge de la dotation.

Dans le cas du personnel scientifique, les moyens inscrits avant 2003 dans le budget de la Défense ont été intégrés dans la dotation. En ce qui concerne le reste du personnel payé à charge de la dotation, il s'agit de personnel nécessaire pour effectuer des tâches indispensables.

Pour être complet, je tiens à observer qu'un chercheur est payé sur des moyens alloués par le ministre qui a la politique scientifique dans ses attributions.

Il ne s'agit donc pas d'anomalies et il n'y a pas lieu de prendre des mesures pour les éliminer.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vraag,

Het is inderdaad zo dat sommige personeelsuitgaven van het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis aangerekend worden op de begroting van Defensie, en in het bijzonder op de basisallocatie 70.41.11.04, en andere op de aan de instelling toegekende dotatie. Dit is het geval voor het wetenschappelijk personeel belast met bijzondere studies in het kader van het R&T programma evenals voor contractueel personeel (gidsen, enz.) dat aangeworven werd op de dotatie.

In het geval van het wetenschappelijk personeel werden de middelen die voor 2003 in de begroting Defensie opgenomen waren, overgeheveld naar de dotatie. Wat de rest van het personeel betreft, dat betaald wordt ten laste van de dotatie, gaat het om personeel dat nodig is om sommige onontbeerlijke taken uit te voeren.

Volledigheidshalve wens ik ook op te merken dat een vorser betaald wordt op middelen die toegekend worden door de minister bevoegd voor wetenschapsbeleid.

Het gaat dus niet om een anomalie en er dienen bij gevolg geen maatregelen genomen om deze anomalie weg te werken.