SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
24 janvier 2008 24 januari 2008
________________
Question écrite n° 4-235 Schriftelijke vraag nr. 4-235

de Karim Van Overmeire (Vlaams Belang)

van Karim Van Overmeire (Vlaams Belang)

au ministre de la Défense

aan de minister van Landsverdediging
________________
Institut géographique national - Augmentations salariales - Erreurs Nationaal Geografisch Instituut - Loonsverhogingen - Vergissingen 
________________
Institut géographique national
établissements scientifiques et culturels fédéraux
Cour des comptes (Belgique)
salaire
Nationaal Geografisch Instituut
federale wetenschappelijke en culturele instellingen
Rekenhof (België)
loon
________ ________
24/1/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 28/2/2008)
22/2/2008Antwoord
24/1/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 28/2/2008)
22/2/2008Antwoord
________ ________
Question n° 4-235 du 24 janvier 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-235 d.d. 24 januari 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En violation de l’article 2, §1er, 2º, de l’arrêté royal du 11 février 1991 fixant les droits individuels pécuniaires des personnes engagées par contrat de travail dans les services publics fédéraux (remplacé par l’article 187 de l’arrêté royal du 5 septembre 2002, Moniteur belge du 26 septembre 2002), l’Institut géographique national prend systématiquement en compte, pour l’octroi des augmentations salariales, les périodes de congés de maladie à charge de la mutuelle, prises pendant la période d’exercice de la fonction.

1. De combien de personnes s’agit-il ?

2. Quel a été l’impact financier de cette erreur ?

3. Quelles mesures ont-elles déjà été prises pour éviter que de telles erreurs se reproduisent ?

4. Dans quelle mesure les erreurs éventuelles intervenues dans le paiement des salaires ont-elles été entre-temps rectifiées ?

 

In strijd met artikel 2, §1, 2º, van het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen in de federale overheidsdiensten (vervangen door artikel 187 van het koninklijk besluit van 5 september 2002, Belgisch Staatsblad van 26 september 2002), telt het Nationaal Geografisch Instituut systematisch de periodes van ziekteverlof ten laste van het ziekenfonds en opgenomen tijdens de periode van het uitoefenen van de functie mee voor de toekenning van loonsverhogingen.

1. Om hoeveel personeelsleden gaat het hier?

2. Wat waren de financiële gevolgen van deze fout?

3. Welke maatregelen werden reeds genomen om een herhaling van zulke fouten te voorkomen?

4. In hoeverre werden eventuele fouten bij de uitbetaling van lonen intussen rechtgetrokken?

 
Réponse reçue le 22 février 2008 : Antwoord ontvangen op 22 februari 2008 :

L'honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.

Contexte :

Lors de l'audit, relatif à l'ancienneté pécuniaire des agents de l'Institut géographique national, effectué par la Cour des comptes durant l'année 2005, une erreur d'application de l'arrêté royal du 11 février 1991 fixant les droits individuels pécuniaires des personnes engagées par contrat de travail dans les services publics fédéraux a été constatée.

1. L'Institut géographique national comptait 56 contractuels au 31 décembre 2007.

2. Au cours de l'année 2007, l'ancienneté pécuniaire de deux personnes a été reculée d'un mois suite à leurs absences qui ont dépassé la durée de la période couverte par le salaire garanti. Ces agents, qui ont perdu un mois d'ancienneté pécuniaire durant l'année écoulée n'ont ressenti aucune influence pécuniaire en 2007 car leur augmentation pécuniaire n'a lieu qu'en 2009. Le total de l'influence budgétaire pour l'année 2009 s'élèvera à 2 × 9,05 euros soit 18,10 euros. Le budget de l'Institut pour l'année 2008 ne subira donc aucune influence budgétaire suite à ces reculs d'ancienneté pécuniaire.

3. Les agents ont suivi une formation ou une formation certifiée relative au statut pécuniaire.

4. L'ancienneté pécuniaire des agents pour lesquels les périodes non couvertes par le salaire garanti avaient été prises en considération a été recalculée en tenant compte de l'application de l'arrêté royal du 11 février 1991 fixant les droits individuels pécuniaires des personnes engagées par contrat de travail dans les services publics fédéraux.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

Context :

Bij de audit in verband met de geldelijke anciënniteit van de personeelsleden van het Nationaal Geografisch Instituut, uitgevoerd door het Rekenhof tijdens het jaar 2005, werd een vergissing vastgesteld in de toepassing van het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst aangeworven in de federale overheidsdiensten.

1. Op 31 december 2007 telde het Nationaal Geografisch Instituut 56 contractuelen.

2. In de loop van 2007 werd de geldelijke anciënniteit van twee personen met een maand verminderd, omdat ze langer afwezig waren geweest dan de periode die wordt gedekt door het gewaarborgd loon. Deze personeelsleden, die in het afgelopen jaar een maand geldelijke anciënniteit hebben verloren, hebben in 2007 geen enkele geldelijke invloed gevoeld omdat hun loonsverhoging pas in 2009 plaatsheeft. De totale budgettaire invloed voor het jaar 2009 zal 2 × 9,05 euro of 18,10 euro bedragen. Het budget van het Instituut voor het jaar 2008 zal dus geen enkele budgettaire invloed ondervinden van deze terugzettingen in geldelijke anciënniteit.

3. De personeelsleden hebben een opleiding of een gecertificeerde opleiding gevolgd in verband met het geldelijk statuut.

4. De geldelijke anciënniteit van de personeelsleden voor wie periodes die niet waren gedekt door het gewaarborgd loon waren meegerekend, werd herberekend, rekening houdend met de toepassing van het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst aangeworven in de federale overheidsdiensten.