SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
3 juin 2008 3 juni 2008
________________
Question écrite n° 4-1035 Schriftelijke vraag nr. 4-1035

de Philippe Mahoux (PS)

van Philippe Mahoux (PS)

à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven
________________
Grève à la SNCB du 20 mai 2008 - Agents de la Fonction publique fédérale - Règles applicables - Chiffres des absences justifiées NMBS -staking van 20 mei 2008 - Federale ambtenaren - Regels - Aantal gewettigde afwezigheden 
________________
Société nationale des chemins de fer belges
grève
fonction publique
transport public
fonctionnaire
absentéisme
migration alternante
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
staking
overheidsapparaat
openbaar vervoer
ambtenaar
absenteïsme
pendel
________ ________
3/6/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 3/7/2008)
19/9/2008Antwoord
3/6/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 3/7/2008)
19/9/2008Antwoord
________ ________
Question n° 4-1035 du 3 juin 2008 : (Question posée en français) Vraag nr. 4-1035 d.d. 3 juni 2008 : (Vraag gesteld in het Frans)

Quels sont les droits du travailleur navetteur confronté à une grève des trains ? Voilà une question qui s’est encore posée de manière cruciale récemment. Le débrayage ferroviaire est parfois imprévisible et toujours indépendant de la volonté du travailleur.

Dans certaines conditions, le droit au salaire garanti s’applique pour les travailleurs du secteur privé. Cependant, face à une grève des chemins de fer prévue de longue date et largement médiatisée, le travailleur doit pouvoir s’organiser et ne peut invoquer le caractère imprévisible de la cause de son absence ou de son retard.

Il doit donc pouvoir s’organiser pour être présent au travail ou alors apporter la preuve qu’il a été mis dans l’impossibilité réelle de se rendre au travail. Faute de quoi l’employeur peut éventuellement refuser de lui payer sa rémunération journalière.

On l’aura compris, une attestation de la SNCB est alors insuffisante … Selon mes informations, nombre de travailleurs auraient opté, lors de la grève récente de la SNCB, pour une solution moins contestable en prenant un jour de congé ou de récupération.

Pouvez-vous me préciser les règles applicables pour les travailleurs de la Fonction publique fédérale en cas de grève annoncée et médiatisée par la SNCB ?

Disposez-vous de données chiffrées quant aux absences justifiées lors de la grève du 20 mai dernier ?

 

Welke rechten hebben de werknemers-pendelaars die met een treinstaking worden geconfronteerd? Die vraag was onlangs nog brandend actueel. De spoorstakingen zijn soms onvoorspelbaar en altijd onafhankelijk van de wil van de werknemer.

Werknemers uit de privésector hebben, onder bepaalde voorwaarden, recht op een gewaarborgd loon. Bij een treinstaking die lang op voorhand gepland is en in de media ruim aan bod is gekomen, moet de werknemer echter alternatieven zoeken om op het werk te geraken en kan hij zich niet beroepen op het onverwachte karakter van de oorzaak van zijn afwezigheid of vertraging.

Hij moet er dus voor zorgen dat hij op het werk kan geraken of het bewijs leveren dat het echt onmogelijk is om zich naar het werk te begeven. Kan hij dat niet, dan kan zijn werkgever weigeren om hem zijn dagloon te betalen.

Een bewijs van de NMBS is in dat geval onvoldoende. Naar wat ik vernomen heb, zouden vele werknemers bij de jongste staking bij de NMBS gekozen hebben voor een minder betwistbare oplossing, namelijk een vakantie- of inhaaldag.

Welke regels zijn van toepassing op de federale ambtenaren in geval van een NMBS-staking die op voorhand wordt aangekondigd en gemediatiseerd?

Hebt u cijfers over de gewettigde afwezigheden ingevolge de staking van 20 mei jongstleden?

 
Réponse reçue le 19 septembre 2008 : Antwoord ontvangen op 19 september 2008 :

J'ai l'honneur de faire savoir à l'honorable membre qu'il n'existe pas de réglementation générale applicable à l'ensemble de la fonction publique administrative fédérale en cas de grèves annoncées dans les transports en commun.

Au sein du SPF Personnel et Organisation, cette problématique fait l'objet d'une note de service du 24 juin 2003 qui précise les dispositions à prendre par les membres du personnel.

1. Les agents qui ne peuvent faire usage de moyens alternatifs dans les transports en commun ou de leur propre véhicule, peuvent effectuer du télétravail. Le directeur général, le directeur ou le chef de service donnera alors à ses collaborateurs, lorsque cela s'avère possible, des missions qu'ils peuvent accomplir à domicile. Il vérifiera par la suite que ces missions ont effectivement été réalisées.

2. Les agents qui, en raison de la nature spécifique de leur travail, ne peuvent exécuter de tâches à domicile, sont priés d'utiliser autant que possible des moyens alternatifs dans les transports en commun, leur propre véhicule ou le système du carpooling pour se rendre à leur travail. Les membres du personnel chauffeurs peuvent être indemnisés pour les frais de transport ainsi encourus.

3. Les agents qui ne peuvent exécuter de tâches à domicile et qui se trouvent également dans l'impossibilité de rejoindre leur lieu de travail doivent se rendre à la gare où ils demanderont une attestation confirmant qu'ils n'ont pas pu se rendre en train à Bruxelles.

En ce qui concerne les absences justifiées lors de la grève du 20 mai 2008, je ne dispose que de données chiffrées pour le SPF Personnel et Organisation : vingt-neuf agents ont pris un jour de congé et cent treize agents ont effectué du télétravail.

Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat er geen algemene regelgeving bestaat die van toepassing is op het federaal administratief openbaar ambt in geval van aangekondigde stakingen bij het openbaar vervoer.

Binnen de FOD Personeel en Organisatie maakt deze problematiek het voorwerp uit van een dienstnota van 24 juni 2003 die bepaalt welke schikkingen door de personeelsleden dienen te worden getroffen.

1. Voor personeelsleden die geen gebruik kunnen maken van alternatieve middelen van openbaar vervoer of van hun eigen voertuig, is er de mogelijkheid tot thuiswerk. De directeur-generaal, de directeur of de dienstchef geeft, waar mogelijk, aan zijn medewerkers opdrachten die thuis kunnen worden afgehandeld. Hij ziet er naderhand ook op toe dat deze opdrachten effectief worden uitgevoerd.

2. De personeelsleden die omwille van de specifieke aard van hun werk geen taken thuis kunnen uitvoeren, worden verzocht zoveel mogelijk gebruik te maken van alternatieve middelen van openbaar vervoer, eigen vervoer of via carpooling zich naar het werk te begeven. De personeelsleden-chauffeurs kunnen worden vergoed voor de door hen gemaakte reisonkosten.

3. De personeelsleden die geen thuiswerk kunnen verrichten en ook in de onmogelijkheid zijn om op het werk aanwezig te zijn, moeten zich naar het station begeven waar zij een attest vragen dat bevestigt dat zij Brussel niet per trein konden bereiken.

Wat de gewettigde afwezigheden bij de staking van 20 mei 2008 betreft, beschik ik alleen maar over cijfergegevens voor de FOD Personeel en Organisatie : negenentwintig personeelsleden hebben een dag verlof genomen en honderd dertien hebben die dag thuiswerk verricht.