BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2014-2015
________
2 juni 2015
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-660

de Christie Morreale (PS)

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________
Nationale evaluatiecommissie inzake vrijwillige zwangerschapsafbreking - Samenstelling - Werving van leden - Moeilijkheden - Motieven - Nefaste invloed op de werking van de Commissie
________
abortus
Nationale Evaluatiecommissie inzake zwangerschapsafbreking
________
2/6/2015Verzending vraag
25/6/2015Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-660 d.d. 2 juni 2015 : (Vraag gesteld in het Frans)

Door de wet Michielsens-Lallemand (wet van 3 juli betreffende de zwangerschapsafbreking, tot wijziging van de artikelen 348, 350, 351 en 352 van het Strafwetboek en tot opheffing van artikel 353 van hetzelfde Wetboek) werd abortus 25 jaar geleden uit de strafrechtelijke sfeer gehaald.

Terwijl de antiabortusbewegingen voortdurend de vrije keuze van vrouwen voor bewust moederschap in vraag stellen, blijft abortus een taboe in België. De centra voor geboorteplanning vermelden talrijke moeilijkheden: de stigmatisering van abortus, het tekort aan artsen die gespecialiseerd zijn in vrijwillige zwangerschapsafbreking (VZA) en het gebrek aan opleiding in de techniek van VZA, de economische hinderpalen en de sociale ongelijkheden op het vlak van gezondheid, de doeltreffendheid van de seksuele opvoeding, het gebrek aan officiële informatie voor de bevolking, de vrije toegang tot contraceptie,...

Al die problemen vallen onder de bevoegdheid van de Senaat, aangezien ze betrekking hebben op een federale materie die invloed heeft op de bevoegdheden van de deelstaten op het vlak van Volksgezondheid, welzijn, maatschappelijke problemen,....

Volgens de cijfers uit het verslag voor het jaar 2010-2011 door de Nationale evaluatiecommissie voor vrijwillige zwangerschapsafbreking, blijft het totaal aantal VZA's relatief stabiel op 19.599 ingrepen. Er is wel een stijging in absolute cijfers, maar men moet rekening houden met andere factoren zoals een betere registratie van de VZA's, en de globale toename van de bevolking (en dus van het aantal bevallingen). In het algemeen blijft het totaal aantal VZA's dus relatief stabiel.

De officiële cijfers zijn, zoals u weet, opgenomen in een tweejaarlijks verslag van de Nationale Evaluatiecommissie. Sinds 2012 is er echter geen enkel verslag opgesteld. De commissie heeft immers moeite om leden aan te werven: de criteria van de aanwijzing zoals bepaald in de wet van 13 augustus 1990 houdende oprichting van een commissie voor de evaluatie van de wet van 3 april 1990 betreffende de zwangerschapsafbreking werden nooit vervuld. Sindsdien staan we voor een ernstige situatie, waar de wet niet meer kan worden toegepast en nageleefd. De officiële cijfers zijn dus al verscheidene jaren niet meer beschikbaar, waardoor een juiste en efficiënte evaluatie van de praktijk van VZA, zoals de bovenvermelde wet voorschrijft, niet mogelijk is.

1) Een nieuwe oproep tot kandidaten is verschenen in het Belgisch Staatsblad op 11 maart 2015 (p.16134), en zou in april moeten worden afgesloten. Wat is het resultaat van die oproep tot kandidaten? Kunnen we hopen op een voortzetting van die commissie?

2) Indien niet, welke redenen worden vermeld om te verantwoorden waarom een goede samenstelling van die commissie niet mogelijk is? Welke beslissingen zouden dan moeten worden genomen om een goed verloop van de werkzaamheden te bevorderen?

Antwoord ontvangen op 25 juni 2015 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

De Commissie valt onder de bevoegdheid van de Kamer van volksvertegenwoordigers. De Kamer is er dus bevoegd voor om zich uit te spreken over de benoemingsprocedure.

Een oproep tot kandidaten, die is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 11 maart 2015, heeft niet geleid tot een voldoende aantal kandidaturen.

Tijdens de Conferentie van de voorzitters van 29 april 2015 is aan de beleidsgroepen gevraagd om hun voorstellen over het vervolg van de benoemingsprocedure en over een eventuele wijziging van de wet mee te delen.