BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2017-2018
________
3 juli 2018
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1931

de Jean-Jacques De Gucht (Open Vld)

aan de minister van Financiën, belast met de Bestrijding van de fiscale fraude
________
Cites (Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora) - Beschermde dier- en plantensoorten - Onlinehandel - Handhaving - Maatregelen
________
bescherming van de fauna
bescherming van de flora
beschermde soort
wild leven
zwarte handel
internet
elektronische handel
________
3/7/2018Verzending vraag
9/12/2018Dossier gesloten
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1928
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1929
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1930
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1932
Heringediend als : schriftelijke vraag 6-2209
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1931 d.d. 3 juli 2018 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het International Fund for Animal Welfare (IFAW) publiceerde onlangs een indrukwekkend rapport over de online handel in beschermde dier en plantensoorten (Wildlife Cybercrime - Uncovering the scale of online wildlife trade). Meer specifiek werd de onlinehandel in Frankrijk, Rusland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk onderzocht gedurende zes weken. Duizenden levende dieren en lichaamsonderdelen werden te koop aangeboden. Er werden 5381 advertenties aangetroffen op 106 onlinemarktplaatsen. Het betrof 11772 diersoorten voor een waarde van bijna 4 miljoen dollar.

Jammer genoeg levert een eigen onderzoek op Internet al snel een rits ivoren voorwerpen op die geenszins dateren van voor 1947 en niet voldoen aan de Cites voorwaarden (cf. https://www.2dehands.be/antiek art/antiek/beelden/2/ivoor/?language=nl&p=be), en dit zowel via onlineadvertenties als op websites van onlinewinkels.

Een rapport over "Handel in producten van beschermde vogels" van 2018 wijst op de toegenomen handel in levende bedreigde diersoorten via internet.

Wat betreft het transversaal karakter van deze vraag: milieu is een bevoegdheid van de Gewesten, maar handel is een federale bevoegdheid. Het betreft dus een transversale aangelegenheid met de Gewesten.

Ik had hieromtrent dan ook volgende vragen:

1) Op welke wijze wordt de handel van illegale dier en plantensoorten via het Internet bestreden? Werden hieromtrent specifieke campagnes opgezet? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat waren hiervan de resultaten?

2) Is er ook bij ons sprake van een grote toename van de handel via internet van beschermde dier en plantensoorten? Zo ja, kan de minister dit gedetailleerd en cijfermatig toelichten? Zo neen, hoe verklaart hij dit?

3) Is de minister bereid om met de diverse online handelsplatformen een convenant uit te werken waarbij potentiële kopers duidelijk worden gewaarschuwd welke straffen er rusten op de handel in verboden dier en plantensoorten en een specifieke screening te voorzien voor deze verboden dier en plantensoorten? Kan hij uitvoerig toelichten wat de inhoud en het tijdschema ziijn?

4) Hoeveel controles gebeurden er, en dit per jaar en voor de jongste drie jaar van de handel op Internet die gericht is op en/of gelokaliseerd in ons land, inzake de online handel in beschermde dier en plantensoorten? Hoeveel personen werden vervolgd en hoeveel voorwerpen of dieren werden in beslag genomen?

5) Hoe wil de minister de controle op de onlinehandel van illegale dier en plantensoorten verder opdrijven? Kan hij dit uitvoerig toelichten?

6) Is de minister van plan, gelet op het wereldwijd enorme verlies inzake biodiversiteit, extra capaciteit vrij te maken voor de opsporing en de vervolging van de handel in beschermde diersoorten en dit zowel on als offline? Zo neen, waarom niet ?

7) Deelt de minister de stelling van de Nederlandse criminoloog Daan van Uhm dat criminele organisaties steeds vaker extra handelslijnen erbij nemen en dus, naast bijvoorbeeld drugs, ook steeds vaker handel drijven in beschermde diersoorten? Als de minister deze stelling niet onderschrijft, kan hij dat toelichten? Indien dat wel het geval is, hoe werkt de minister samen met andere handhavingsdiensten zoals de Witwascel en de financiële recherche, om deze specifieke vorm van georganiseerde misdaad aan te pakken? Kan de minister dit beleidsmatig illustreren?