BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2016-2017
________
22 juni 2017
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1503

de Jean-Jacques De Gucht (Open Vld)

aan de minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie
________
Zelfstandigen - Gezinswoning - Bescherming tegen schuldeisers - Cijfers - Promotie van de maatregel - Administratieve rompslomp - Kostprijs
________
zelfstandig beroep
vrij beroep
schuldvordering
beslag op bezittingen
algemene kosten
notaris
huisvesting
________
22/6/2017Verzending vraag
25/7/2017Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1501
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1502
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1503 d.d. 22 juni 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Wat het transversale karakter van de vraag betreft, voorziet de zesde staatshervorming in de overgang van bepaalde federale bevoegdheden naar het gewestelijke niveau. Onder die bevoegdheden valt ook het pakket rond "toegang tot het beroep " in het algemeen en de uitoefening van ambulante activiteiten in het bijzonder. Het Agentschap Innoveren & Ondernemen wordt hiervoor bevoegd. Daarnaast was het Vlaams Gewest reeds bevoegd voor steun en advies aan bedrijven, handelsvestiging en handelshuur, prijsbeleid en buitenlandse handel, enz. De federale overheid behoudt evenwel bepaalde economische bevoegdheden. Het betreft dus een transversale gewestbevoegdheid.

Het is belangrijk de gezinswoning te beschermen tegen beslag door schuldeisers vóór er financiële problemen opduiken. Jaarlijks beschermen amper negenhonderd zelfstandigen zich tegen het risico dat schuldeisers beslag kunnen leggen op hun gezinswoning. Tien jaar na het invoeren van de mogelijkheid om de gezinswoning te beschermen, blijkt deze maatregel zijn doel volledig te missen.

Een zelfstandige of vrije beroeper die zich in de schulden werkt, kan sinds 2007 zijn gezinswoning beschermen tegen schuldeisers, inclusief de fiscus en de Rijksdienst voor sociale zekerheid (RSZ). In 2013 werd deze optie zelfs nog uitgebreid, waardoor sindsdien ook bijberoepers en gepensioneerden die bijklussen, zich ermee kunnen indekken.

Deze bescherming krijgt de zelfstandige niet automatisch. Hij moet bij de notaris een verklaring " niet-vatbaarheid voor beslag " laten opstellen. Dat kost 1 250 à 1 550 euro (inclusief btw), afhankelijk van de complexiteit van het dossier. Het ereloon van de notaris ligt wettelijk vast op 500 euro, daarbovenop komen 500 euro administratieve kosten, 50 euro recht op geschriften, 50 euro registratierechten en btw.

Hoewel wij meer dan een miljoen zelfstandigen hebben, beschermen per jaar slechts negenhonderd zelfstandigen hun gezinswoning tegen beslag. Specialisten vinden het nochtans de investering waard.

Veel zelfstandigen blijken luidens de getuigenis van een Brusselse notaris niet op de hoogte te zijn van deze mogelijkheid.

Daarom heb ik volgende vragen voor u :

1) Hoe reageert u op dit bijzonder lage cijfer van negenhonderd zelfstandigen per jaar die hun gezinswoning beschermen tegen schuldeisers ?

2) Bent u bereid een gerichte campagne te voeren, desgevallend in samenspraak met de gewesten, om meer ruchtbaarheid te geven aan deze mogelijkheid ? Zo neen, waarom niet en hoe gaat u deze maatregel dan wel kenbaar maken ? Zo ja, kunt u toelichten wat het tijdschema en de inhoud zijn ?

3) Hebt u hieromtrent reeds overleg gehad met de zelfstandigenorganisaties om deze maatregel beter te promoten ? Kunt u dit toelichten ?

4) Om welke andere redenen wordt deze bescherming tegen beslag op de eigen woonst bij zelfstandigen zo weinig geactiveerd ? Kunt u dit toelichten en eventuele hinderplanen aanduiden ?

5) Bent u bereid om iets te doen aan het kostenplaatje van deze bescherming? Deze kost ligt tussen de 1 250 en de 1 550 euro, waarvan 500 euro administratiekosten, een vast recht van 50 euro en een registratierecht van 50 euro plus btw. Indien niet, waarom niet ? Zo ja, kan u dit toelichten ?

6) Hoeveel zelfstandigen in het totaal hebben deze bescherming laten vastleggen via de notaris? Kunt u dit cijfer desgevallend opdelen naar zelfstandigen in bijberoep (mogelijk sinds 2013), zelfstandigen en gepensioneerden die bijklussen ?

7) Welke andere beleidsmaatregelen acht u, in samenspraak met de gewesten, aangewezen om de bescherming van de gezinswoning te verbeteren ? Kunt u dit uitvoerig toelichten ?

Antwoord ontvangen op 25 juli 2017 :

1) De voorziening betreffende de bescherming van de hoofdverblijfplaats van de zelfstandige, ingevoerd door de wet van 25 april 2007, is geïnspireerd op de Franse wetgeving en volgde op contacten tussen de toenmalige Belgische en Franse ministers van KMO’s om de best practices tussen onze twee landen uit te wisselen.

In Frankrijk werd deze bescherming ingevoerd door wet nr. 2003-721 van 1 augustus 2003 betreffende het economisch initiatief.

Tussen 2003 en 2015 werden 30 000 verklaringen uitgevoerd in Frankrijk, of min of meer 2 500 verklaringen per jaar voor min of meer 2,3 miljoen zelfstandigen in hoofdberoep.

In België werden in 2015 en 2016 min of meer 900 verklaringen per jaar gecommuniceerd door de notarissen aan de administratie voor 714 329 zelfstandigen in hoofdberoep (bron : RSVZ – 2016).

Deze cijfers tonen aan dat de penetratiegraad van de wettelijke beschermingsvoorziening beter is in België dan in Frankrijk waar zij werd geïnitieerd.

2) Ik heb overleg opgestart met de representatieve zelfstandigenorganisaties en de instituten die de cijferberoepen omkaderen (boekhouders-fiscalisten en accountants). Daaruit blijkt dat deze voorziening een van de manieren is om de hoofdverblijfplaats van de zelfstandige te beschermen, net zoals de uitoefening van de activiteit in het kader van een rechtspersoon (vennootschap, …).

Mijn collega belast met Justitie legt momenteel de laatste hand aan een ambitieuze hervorming van het vennootschapsrecht, waarvan een van de ambities erin bestaat het beroep op de vennootschap te bevorderen om zijn activiteit uit te oefenen (vereenvoudiging, verlaging van het minimumkapitaal, …).

Een mogelijke hervorming van de voorziening ingevoerd door de wet van 25 april 2007 lijkt mij dan ook voorbarig en moet bekeken worden in het licht van de hervorming van het vennootschapsrecht.

3) Deze vraag werd hierboven beantwoord.

4) Deze vraag werd hierboven beantwoord.

5) Deze vraag werd hierboven beantwoord.

6) De Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat (KFBN) wijst erop dat in 2015 en 2016 de notarissen min of meer 900 verklaringen per jaar hebben verzonden naar de administratie. De notarissen zeggen dat zij niet beschikken over andere cijfers die de voogdijministers van de bevoegde administraties u zouden kunnen communiceren.

7) Deze vraag werd hierboven beantwoord.