BELGISCHE SENAAT | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zitting 2016-2017 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
14 april 2017 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1338 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de Jean-Jacques De Gucht (Open Vld) |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sociaal statuut van de kunstenaar - Nieuwe commissie « Kunstenaars » - Administratieve last - Kunstenaarsvisum | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
beroep in de kunst maatschappelijke positie beroepsstatus administratieve formaliteit officiële statistiek |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1339 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1340 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
________ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1338 d.d. 14 april 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bij de wet van 26 december 2013 en 20 juli 2015 werd het kustenaarsstatuut bijgestuurd. De nieuwe commissie « Kunstenaars » heeft een uitgebreider takenpakket gekregen. Naast de bestaande taken levert het ook het kunstenaarsvisum en de kunstenaarskaart af. Bij het koninklijk besluit van 17 juli 2014 werden de leden van de commissie benoemd. Het heeft lang geduurd eer de Commissie operationeel was. Zij vatte de werkzaamheden aan op 1 januari 2016. Hun taak is cruciaal voor de goede uitbouw van het statuut. Kunstenaars kunnen immers enkel onder de sociale zekerheidsbescherming als werknemer vallen als ze beschikken over een « visum ». Ook als zelfstandige is het soms aangewezen om een « zelfstandigheidsverklaring » te laten afleveren en dit vooral voor de opdrachtgever, daar dit bepaalde implicaties heeft naar fiscaliteit en sociale zekerheid toe. Dit betreft een transversale aangelegenheid. Het statuut wordt federaal bepaald. Daarnaast is er wat Vlaanderen betreft het Kunstendecreet waarbij het aanvragen van een « zelfstandigheidsverklaring » als basis dient voor subsidiëring naar de organisaties toe. Ik had hieromtrent dan ook volgende vragen : 1) Kan de minister aangeven hoeveel « zelfstandigheidsverklaringen » verleden jaar (dus sinds de start van de NCK) werden toegekend en dit opgedeeld aan Nederlandstalige en Franstalige kant ? Kan de minister deze cijfers desgevallend duiden ? 2) Kan de minister aangeven hoeveel « kunstenaarskaarten » het laatste jaar respectievelijk aan Nederlandstalige en aan Franstalige kant werden toegekend ? 3) Kan de minister tevens aangeven hoeveel aanvragen verleden jaar binnenkwamen voor de aflevering van een « kunstenaarskaart » en dit respectievelijk aan Nederlandstalige en aan Franstalige kant ? Kan de minister aangeven hoelang de gemiddelde wachttijd is tussen de aanvraag en de aflevering ervan en klopt het dat deze standaard wordt afgeleverd overeenkomstig artikel 7 van het huishoudelijk reglement van de commissie « Kunstenaars » van 21 december 2015 ? Kan u deze cijfers duiden ? 4) Kan de minister aangeven hoeveel « visumaanvragen » het laatste jaar respectievelijk aan Nederlandstalige en aan Franstalige kant werden ingediend alsook hoeveel er respectievelijk aan Nederlandstalige en Franstalige kant werden toegekend ? Kan de minister deze cijfers duiden en aangeven hoelang de gemiddelde behandelingstijd is ? 5) Bent u het eens met de stelling dat de huidige regeling een grote administratieve last met zich meebrengt en dat de behandelingstijd nog te lang is ? Zo ja, kan u dit toelichten ? Zo neen, waarom niet ? 6) Bent u bereid, in overleg met de Gemeenschappen een evaluatie van de nieuwe regeling te doen en deze desgevallend bij te sturen ? Kan u dit toelichten naar inhoud en timing toe ? |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Antwoord ontvangen op 21 juni 2017 : | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen. 1) Sedert het begin van de werkzaamheden van de Commissie begin 2016 tot 31 deember 2016 heeft de Commissie negen zelfstandigheidsverklaringen voor de Franse taalrol en 28 zelfstandigheidsverklaringen voor de Nederlandse taalrol afgeleverd. 2) U vindt hieronder een overzicht van de kaarten verzonden in 2016: NL: 4 067 FR: 3 260 Totaal: 7 327 Deze cijfers omvatten ook de duplicaten van verzonden kaarten (niet-ontvangen kaarten, verloren kaarten, enzovoort) U vindt hieronder ook een overzicht van de kaarten verzonden in 2017: NL: 3 970 FR: 2 695 Totaal: 6 245 3) Onderstaande tabel geeft een overzicht van de aanvragen voor kaarten die de Commissie sedert 2014 heeft ontvangen.
De termijn tussen de aanvraag en de ontvangst van de kaart varieert van zes tot acht maanden. Het aantal aanvragen in 2016 ontvangen is zéér hoog, onder andere omdat de commissie pas vanaf 2016 effectief operationeel is. 4) Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal aanvragen voor visums ontvangen door de Commissie sedert 2014.
De Commissie heeft tijdens het jaar 2016 285 visums toegekend voor de Franse taalrol en 37 visums voor de Nederlandse taalrol. Aangezien de meeste aanvragen werden ingediend terwijl de wetgeving, namelijk artikel 1bis van de wet van 27 juni 1969, nog niet werd uitgevoerd, en wegens het feit dat de dossiers onvolledig waren, werd beslist een nieuw formulier naar de aanvragers te sturen om meer volledige en nauwkeurige informatie te bekomen opdat de Commissie een beslissing zou kunnen nemen. Ik kan geen duidelijke termijn mededelen voor de behandeling van de dossiers in verband met visums. De termijn tussen de indiening van de aanvraag en de ontvangst van de beslissing van de Commissie hangt af van verschillende factoren (volledig dossier of waarvoor bijkomende informatie nodig is, een oproeping van de aanvrager, het houden van vergaderingen, de activiteitensectoren, enz.). Wanneer het dossier volledig is, komt het op de agenda van de Commissie en wordt het dan vrij snel behandeld. 5) De commissie is gestart met een grote achterstand. Dank zij de bijkomende middelen die deze regering voorzien heeft, is deze ondertussen grotendeels weggewerkt. Voor aanvragen voor visums die volledig zijn, bedraagt de behandelingstermijn momenteel enkele weken. Indien het dossier echter onvolledig is, dient bijkomende informatie te worden gevraagd aan de betrokkenen, waardoor de behandelingstermijn, afhankelijk van de termijn van het antwoorden, aldus wat langer kan zijn. Wat de kaarten betreft, is de achterstand vooral te wijten aan de toevloed van aanvragen (ten minste 1000 per maand, maar dit aantal zou mettertijd moeten verminderen) en aan het daaruit voortvloeiend administratief werk (bijvoorbeeld het verzenden van een papieren prestatieoverzicht betreffende 5 jaar). Voor dit aspect zou een elektronisch platform veel praktischer zijn voor de kunstenaars en dat zou tevens de administratieve belasting van het secretariaat van de Commissie verminderen, maar de implementering van een dergelijk systeem is complex en kostelijk. De vertraging bij de behandeling benadeelt de betrokkenen evenwel niet, die ingelicht worden door het secretariaat dat zij van de kleine vergoedingsregeling kunnen genieten zodra de aanvraag is ingediend, waarbij ze de documenten betreffende hun reeds geleverde prestaties moeten bewaren. 6) Overeenkomstig het regeerakkoord is een evaluatie van het sociaal statuut van de kunstenaars reeds aan de gang op federaal niveau met de betrokken ministers – Ingevolge deze evaluatie hebben we reeds een aantal bijsturingen doorgevoerd. Een overleg tussen de federale regering en de Gemeenschapsregeringen is tot op heden niet voorzien. Dit betreft immers een puur federale bevoegdheid. Ik heb tot op heden ook geen signalen ontvangen dat de Gemeenschapsregieringen dit wensen. |