BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2016-2017
________
14 april 2017
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1337

de Jean-Jacques De Gucht (Open Vld)

aan de staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude, Privacy en Noordzee, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________
Religieuze liefdadigheidsorganisaties - Scherpere controle door de belastingdiensten - Nederland - Cijfers
________
religieuze instelling
godsdienst
islam
fiscale controle
________
14/4/2017Verzending vraag
18/5/2017Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1336
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1337 d.d. 14 april 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Voor wat betreft het transversaal karakter van de vraag: het Gewest kan gebedshuizen erkennen - meer bepaald 'lokale islamitische gemeenschappen' - op voorstel van het Executief van de Moslims van België (EMB). De erkenning geschiedt op basis van diverse adviezen waaronder een advies van de Staatsveiligheid. Erkende gebedshuizen moeten bepaalde voorwaarden naleven waaronder het voeren van een correcte boekhouding. Het betreft een transversale Gewestbevoegdheid. Ik verwijs naar het recent goedgekeurde verslag over de radicalisering in België namens de Bijzondere Commissie Radicalisering van de Senaat.

Deze vraag betreft een mogelijk gebrek aan transparantie inzake de financiering van religieuze organisaties. Het betreft niet enkel de erkende gebedshuizen en religieuze organisaties maar tevens in deze religieuze organisaties of gebedshuizen die niet erkend worden door de overheden.

De Nederlandse Belastingdienst en de opsporingsdienst FIOD hebben het afgelopen halfjaar bij minstens negen islamitische organisaties onderzoek gedaan naar giften en verdachte geldstromen.

Er zijn vermoedens van fraude, witwassen en misbruik van de belastingvoordelen voor goede doelen. Al eerder was bekend dat islamitische organisaties in Utrecht, Tilburg en Geleen worden verdacht van het witwassen van grote sommen geld.

Donderdag meldde NRC een witwasonderzoek bij een Iraanse onderwijsinstelling in Voorburg. Nu blijkt dat fiscale autoriteiten bij nog meer islamitische organisaties de boekhouding onderzoeken. Ook religieuze gebedshuizen worden tegen het licht gehouden. De boekhouding van de zogenoemde 'Glazen moskee' in de Rotterdamse wijk Feijenoord wordt aldus eveneens onderzocht. Voor de aankoop van dit gebedshuis kwam een half miljoen euro aan donaties binnen.

De financiële onderzoeken sluiten aan bij de wens van het Nederlandse kabinet om meer zicht te krijgen op de financiering van islamitische centra: "Het ministerie van Financiën heeft ons al laten weten dat de belastingdienst liefdadigheidsorganisaties scherper gaat controleren."

Ik had dan ook graag een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1) Kan u uitvoerig toelichten in hoeverre u de aanpak van het Nederlandse kabinet om liefdadigheidsorganisaties fiscaal scherper te gaan controleren en dit tevens in het licht van de daaruit voortvloeiende vaststellingen van witwassen, vervalste boekhouding, fraude en misbruik van belastingsvoordelen?

1.1) Kan u dit zeer concreet toelichten naar acties op het terrein en eventuele instructies aan de belastingdienst toe?

1.2) Overweegt u een gelijkaardige aanpak? Zo ja, kan u dit toelichten? Zo neen, waarom niet?

2) Kan u aangeven hoeveel liefdadigheidsorganisaties werden doorgelicht en dit de laatste drie jaar en kan u hierbij aangeven welke de meest voortkomende overtredingen waren?

3) Kan u aangeven bij hoeveel liefdadigheidsorganisaties verleden jaar er na controle sprake was van witwassen, fiscale fraude, sociale fraude of andere misdrijven?

4) Werden er fiscale en/of sociale overtredingen en/of misdrijven vastgesteld in erkende religieuze gebedshuizen en/of organisaties? Zo ja, om hoeveel gaat het en om welke erkende gebedshuizen gaat het?

Antwoord ontvangen op 18 mei 2017 :

Gelieve, hierna, het antwoord op uw vragen te willen vinden.

Vooreerst wens ik op te merken dat een aantal aspecten van uw vragen behoren tot de bevoegdheid van minister van Financiën (vraag 1) .

De problematiek die u schetst is mij niet onbekend en vormt dan ook voor de voor de sociale inspectiediensten een prioriteit. Het zijn vooral de gespecialiseerde cellen mensenhandel van de Sociale inspectie in samenwerking met de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA) die deze onderzoeken uitvoeren in nauwe samenwerking met de fiscus , de politiediensten en de gerechtelijke macht.

Vraag 2 tem 4 .

De sociale inspectiediensten controleren regelmatig verenigingen, zowel feitelijke als rechtspersonen. Deze controle kan in zeldzame gevallen ook betrekking hebben op liefdadigheidsorganisaties. Deze worden echter niet als dusdanig specifiek gecategoriseerd.

Het is derhalve niet mogelijk te zeggen hoeveel liefdadigheidsorganisaties de laatste drie jaar zijn gecontroleerd en welke de meest voortkomende overtredingen waren die daarbij zijn vastgesteld.

Zowel de sociale inspectie als de RVA nemen deel aan de controles van een aantal specifieke socio-culturele verenigingen in het kader van het project “Belfi”. Dit project is op last van de procureur-generaal van Brussel op het getouw gezet door de gerechtelijke politie van Brussel. Het gaat om een nauwe samenwerking tussen het federaal parket, de arbeidsauditoraten en de parketten van Brussel. De meewerkende partners zijn de RVA, de Sociale inspectie en de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën. Het doel is het controleren van verschillende verenigingen (VZW’s) die verband houden met het vertrek van Belgische onderdanen om zich te voegen bij terroristische groeperingen in Syrië. Er wordt gecontroleerd of bepaalde organisaties niet op een of andere manier deze personen financieel, administratief of logistiek helpen of bijdragen tot hun radicaliseringproces.

Tijdens deze controles wordt dus onderzocht of geen inbreuken worden gepleegd op de VZW-wet of op de fiscale wetgeving. Daartoe worden onder andere de binnenkomende en buitengaande geldstromen van de rechtspersonen en bestuurders gecontroleerd. Ook wordt gecontroleerd of er geen sociale fraude voorkomt, bv. door het tewerkstellen van niet aangegeven werknemers of werklozen, of van werknemers die niet over een wettige verblijfsvergunning beschikken. De medewerking van de RVA betreft vooral dit laatste punt.

Aangezien deze controles gebeuren onder toezicht van het parket-generaal, kan ik over die controles en hun resultaten niet meer inlichtingen verschaffen.

Ter informatie, de sociale inspectiediensten hebben , in het tweede semester van 2016, deelgenomen aan de controle van 36 verenigingen in het kader van dit BELFI-project. Het is niet mogelijk gedetailleerde cijfers met betrekking tot deze onderzoeken mee te delen, aangezien de registratie van de vaststellingen in het informaticasysteem van deze diensten de werkgevers niet identificeren in functie van hun etnische origine of confessionele overtuiging.