BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2016-2017
________
23 februari 2017
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1305

de Jean-Jacques De Gucht (Open Vld)

aan de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapsbeleid, belast met Grote Steden, toegevoegd aan de Minister van Financiën
________
Federale Wetenschappelijke Instellingen - Directeurs - Benoemingen - Stand van zaken
________
federale wetenschappelijke en culturele instellingen
ondernemingsdirecteur
personeelsbenoeming
________
23/2/2017Verzending vraag
27/6/2017Rappel
3/11/2017Rappel
9/12/2018Dossier gesloten
________
Heringediend als : schriftelijke vraag 6-2112
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1305 d.d. 23 februari 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

U gaf aan luidens diverse krantenartikelen dat u geen nieuwe directeurs benoemt omdat er een hervorming van de Federale Wetenschappelijke Instellingen op de agenda staat. Het koninklijk besluit van 13 april 2008 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de management-, staf- en leidinggevende functies in de federale wetenschappelijke instellingen is van toepassing. Heden hebben vier van de tien Federale Wetenschappelijke Instellingen (het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium; de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, het Koninklijk Belgisch Instituut voor het Ruimte-Aeronomie en het Koninklijk Meteorologisch Instituut) slechts een « waarnemend » algemeen directeur in dienst en dit sinds 2011, dus nu al zes jaar.

Wat betreft het transversaal karakter van de schriftelijke vraag : het wetenschapsbeleid is een transversale gewestelijke en gemeenschapsaangelegenheid. Wat het economische luik betreft zijn de Gewesten bevoegd. De Gemeenschappen zijn bevoegd voor onder meer het luik opleiding en deels wat betreft het wetenschappelijk onderzoek.

In het regeerakkoord werd afgesproken de federale wetenschappelijke instellingen te hervormen waarbij de nadruk ligt op verzelfstandiging en alvast wat mij betreft het behoud van de kwaliteit van onze wetenschappelijke instellingen moet gegarandeerd worden.

Ik had hieromtrent dan ook volgende vragen :

1) Bent u het met me eens dat degelijk bestuur bij de Federale Wetenschappelijke Instellingen gediend wordt met een bestuur dat een effectief mandaat heeft en geen waarnemend mandaat ? Zo ja, kan u toelichten hoe u hiervan werk gaat maken ?

2) Wanneer lopen de mandaten van algemene directeurs en respectievelijk directeurs van de Federale Wetenschappelijke Instellingen af ? Kan u bevestigen dat u tegen dan zal overgaan tot daadwerkelijke benoemingen ? Zo neen, waarom niet ?

3) Gezien we al meer dan halfweg de legislatuur zijn, wanneer zal u de hervorming van de Federale Wetenschappelijke Instellingen concreet invullen ? Wanneer zal deze daadwerkelijk op het terrein doorgevoerd worden ?

4) Klopt mijn informatie als zouden momenteel vier van de vijf departementshoofden bij het KMI slechts een « waarnemend » mandaat hebben ? Zo ja, wanneer zal u overgaan tot daadwerkelijke effectieve benoemingen ?

5) Kan u, opgedeeld per federale wetenschappelijke instelling en per bestuursfunctie binnen elke wetenschappelijke instelling meedelen hoeveel mandaathouders heden respectievelijk slechts waarnemend (lees : ad interim) zijn benoemd ? Kan u dit toelichten ?