BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2015-2016
________
5 oktober 2016
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1058

de Jean-Jacques De Gucht (Open Vld)

aan de minister van Justitie
________
Niet-erkende moskeeën - Neerleggen van de jaarrekeningen - Naleven van de vzw-wetgeving - Handhaving
________
terrorisme
extremisme
religieus conservatisme
organisatie zonder winstoogmerk
balans
religieuze instelling
radicalisering
________
5/10/2016Verzending vraag
20/2/2017Rappel
27/6/2017Rappel
14/9/2017Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1057
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1058 d.d. 5 oktober 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Wat betreft het transversale karakter van de vraag : de verschillende regeringen en schakels in de veiligheidsketen zijn het eens over de fenomenen die de komende vier jaar prioritair moeten worden aangepakt. Die staan gedefinieerd in de kadernota « Integrale Veiligheid » en het Nationaal Veiligheidsplan voor de periode 2016-2019, en werden besproken tijdens een interministeriële conferentie waarop ook de politionele en justitiële spelers aanwezig waren. Het fenomeen van de strijd tegen het terrorisme en de radicalisering is een van de grote prioriteiten. Deze vraag is een transversale gewestelijke bevoegdheid over de strijd tegen radicalisering en over de deradicalisering.

Ik verwijs naar het recent goedgekeurde verslag over de radicalisering in België namens de bijzondere commissie Radicalisering van de Senaat (stuk Senaat nr. 6-205/1 – 2015/2016). Deze vraag gaat over het gebrek aan transparantie inzake de financiering van niet-erkende moskeeën. De Belgische Gewesten houden elk apart de vinger aan de pols bij de moskeeën die zij subsidiëren, maar dat zijn er samen slechts 81 van de 295. De anderen worden extern gefinancierd. In vele gevallen zijn er buitenlandse overheden of aan deze overheden verbonden instituten van buiten de Europese Unie (EU) die ook predikers sturen en betalen die zelden de taal spreken of een band hebben met onze samenleving.

Veel van de niet-erkende moskeeën organiseren zich onder de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk (vzw). Uit recente berichtgeving blijkt dat enkele van hen de wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen (de vzw-wet) niet naleven door geen jaarrekeningen neer te leggen en dit over vele jaren. De wet uit 2002 stelt duidelijk dat een vzw die neerlegging verzuimt, de aanduiding van een voorlopig bewindvoerder, een veroordeling en zelfs gerechtelijke ontbinding riskeert.

Ik had dan ook graag een antwoord gekregen op de volgende vragen :

1) Kan u meedelen, en dit respectievelijk voor de laatste vijf jaar op jaarbasis, hoeveel van de niet erkende moskeeën die onder de vzw-wet vallen, geen jaarrekeningen hebben neergelegd alsook hoeveel wel de regelgeving ter zake respecteren ? Kan u specifiek meedelen hoeveel en welke door de Gewesten niet-erkende moskeeën geen jaarrekeningen hebben neergelegd de laatste vijf jaar en dus hardleers zijn ? Kan u tevens meedelen hoeveel niet-erkende moskeeën onder de vorm van een vzw nog nooit jaarrekeningen hebben neergelegd ?

2) Hoe wordt er opgetreden tegen die religieuze instellingen die geen jaarrekeningen hebben neergelegd en dan in het bijzonder de hardleerse overtreders die nog nooit jaarrekeningen hebben opgesteld ?

3) Zult u hieromtrent overleg plegen met de Gewesten ? Zo ja, wat zijn de belangrijkste punten ? Zo neen, waarom niet ?

4) Zijn er naar aanleiding van uw eerder overleg hieromtrent met het College van procureurs-generaal nieuwe onderzoeken gestart tegen de vzw's van erediensten die hun jaarrekeningen niet indienen ? Welke andere maatregelen of handhavingsmaatregelen werden hieromtrent vastgelegd ?

Antwoord ontvangen op 14 september 2017 :

1) Het is niet mogelijk om na te gaan hoeveel niet-erkende lokale geloofsgemeenschappen er bestaan, welke rechtsvorm zij aannemen en of zij de wettelijke formaliteiten die gepaard gaan met deze rechtsvorm vervullen.

Bepaalde niet-erkende lokale geloofsgemeenschappen opereren in de openbaarheid (en nemen al dan niet een rechtsvorm aan). Daarnaast hebben de diensten ook zicht op niet-erkende geloofsgemeenschappen, louter als feitelijke vereniging, die niet in de openbaarheid treden.

De erkenning is dan ook een belangrijk instrument : het geeft aan de overheid een beeld over het bestaan van de lokale geloofsgemeenschap, de lokale geloofsgemeenschap opereert in de openbaarheid, de deugdelijke werking van de lokale geloofsgemeenschap kan worden verzekerd en het toezicht wordt vergemakkelijkt.

2) Conform artikel 18 van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk (VZW), de stichtingen en de Europese politieke partijen en stichtingen kan de rechtbank, op verzoek van een lid, van een belanghebbende derde of van het openbaar ministerie de ontbinding uitspreken van een vereniging die gedurende drie opeenvolgende boekjaren niet heeft voldaan aan de verplichting om een jaarrekening neer te leggen, tenzij de ontbrekende jaarrekeningen worden neergelegd vooraleer de debatten worden gesloten.

3) De Gewesten en Duitstalige Gemeenschap zijn bevoegd voor de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen en het bepalen van de voorwaarden daartoe.

De bevoegdheid van de minister van Justitie betreft het verlenen van een advies inzake de veiligheid van de Staat en de openbare orde aan het erkennende Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap, conform het samenwerkingsakkoord van 3 juli 2008.

Daartoe werd door de ministers van Justitie, Veiligheid en Binnenlandse Zaken, Financiën, Defensie en de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, een gemeenschappelijke omzendbrief uitgewerkt, houdende het advies inzake de veiligheid van de Staat en de openbare orde van de federale overheid in het kader van de erkenningsprocedures van lokale geloofsgemeenschappen door de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap.

Ingevolge de omzendbrief zal bij de aanvraag tot erkenning, en indien nieuwe substantiële en pertinente informaties voor handen zijn bij reeds erkende lokale geloofsgemeenschappen, een advies worden opgesteld met inlichtingen vanwege de Veiligheid van Staat, de Algemene dienst voor inlichtingen en veiligheid, de federale en lokale politie, de Cel voor financiële informatieverwerking, het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse en de Dienst vreemdelingenzaken.

Het spreekt voor zich dat dankzij deze omzendbrief, in het kader van de erkende lokale geloofsgemeenschappen, het nakomen van wettelijke verplichtingen en formaliteiten zal worden versterkt.

In de schoot van het samenwerkingsakkoord van 3 juli 2008 werd de overlegwerkgroep « Veiligheid van de Staat » opgericht, waarin de bevoegde Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap, de Veiligheid van de Staat en de dienst Erediensten en Vrijzinnigheid van de federale overheidsdienst (FOD) Justitie afspraken kunnen maken.

4) In verschillende arrondissementen is het opsporen van rechtspersonen die geen jaarrekening neerleggen met het oog op de dagvaarding tot gerechtelijke ontbinding een prioriteit (zowel ten aanzien van VZW’s als andere rechtspersonen).

Wat Brussel betreft, gebeurt dit onder andere binnen het BELFI-project (onder het gezag van de procureur-generaal te Brussel, gericht op het ressort Brussel), en het Kanaalplan van de ministers van Justitie en Veiligheid en Binnenlandse Zaken (gericht op de aanpak van de foreign terrorist fighters, de ondersteunende criminaliteitsfenomenen met inbegrip Rule of Law, de ondersteunende illegale economie en het radicalisme, in acht gemeentes in het Brusselse).

In diverse andere arrondissementen heeft het openbaar ministerie gelijkaardige projecten opgezet.