BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2012-2013
________
3 mei 2013
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-8933

de Martine Taelman (Open Vld)

aan de minister van Werk
________
De aanwervingsvoorwaarden van nieuwe personeelsleden in de dienstenchequesector
________
bijkomend voordeel
werkloosheidsbestrijding
jongerenarbeid
werkgelegenheidsbevordering
officiële statistiek
________
3/5/2013Verzending vraag
15/7/2013Antwoord
________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2924
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-8933 d.d. 3 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 17 augustus 2012 verscheen het koninklijk besluit dat de voorwaarden omschrijft waaraan bedrijven in de dienstenchequesector moeten voldoen bij de aanwerving van nieuwe personeelsleden. Het koninklijk besluit had onmiddellijke uitwerking, zodat de bedrijven vanaf dat kwartaal 60% volledig uitkeringsgerechtigde werklozen of leefloners in dienst moeten nemen. Uiteraard begrijp ik de ratio van de maatregel, die ervoor moet zorgen de werkloosheid in ons land terug te dringen.

Op het terrein blijkt het koninklijk besluit echter voor ernstige moeilijkheden te zorgen, en schiet het zijn doel nu reeds voorbij.

Vooreerst was er door het onmiddellijk in werking treden zonder overgangsperiode een enorme chaos bij RVA en VDAB. Ze werden overstelpt door vragen en konden geen antwoorden verschaffen, en dat ondanks het feit dat de RVA de bevoegde instantie is om te attesteren of een kandidaat werknemer in aanmerking komt. Intussen zijn er hierover wel verdere afspraken gemaakt.

Zo is het helemaal niet duidelijk of ook een werkloze die recht heeft op deeltijdse uitkeringen in aanmerking komt om aangeworven te worden. Uit de letterlijke lezing van het koninklijk besluit zou blijken van niet. Nochtans is de doelgroep van de sector nu net die groep die in het verleden nooit voltijds werkte. Bepaalde bedrijven die uit openbare initiatieven ontstonden hebben er bijvoorbeeld een gewoonte van gemaakt om enkel te werken met deeltijdse contracten.

Indien die deeltijdsen niet in aanmerking komen schiet mijns inziens de maatregel zijn doel voorbij, namelijk laaggeschoolden die een uitkering genieten uit de werkloosheid halen. Daarenboven gaat het om een discriminatie tussen twee groepen van werklozen, die niet objectief te verantwoorden is. Die mensen zullen immers geen kans meer maken aangeworven te worden.

Hetzelfde geldt voor schoolverlaters. Gemotiveerde jongeren krijgen door de maatregel minder kansen op de arbeidsmarkt omdat zij per definitie nog niet uitkeringsgerechtigd zijn. Hiermee gaat de regering in tegen haar eigen beleid en banenplannen om bedrijven te motiveren laaggeschoolde jongeren kansen te geven op de arbeidsmarkt. Dit is bijzonder spijtig omdat jongeren die niet vlug intreden op de arbeidsmarkt na een tijdje nog zeer moeilijk inpasbaar zijn op die arbeidsmarkt.

Wat met mensen die gerechtigd zijn op uitkeringen, maar bijna onmiddellijk na hun ontslag opnieuw aan de slag gaan in een DC- bedrijf? Bijvoorbeeld, iemand voldoet aan de voorwaarden om een werkloosheidsuitkering te ontvangen, wordt ontslagen met ingang van 17/8 en begint te werken op 19/8? Door de korte tijdspanne heeft die persoon geen uitkeringen ontvangen. In de praktijk blijkt de RVA niet te kunnen zeggen of de persoon een attest zal ontvangen…

Vandaar mijn vragen aan de minister.

1) Welke werklozen komen in aanmerking voor een attest van de RVA? Enkel voltijds uitkeringsgerechtigden, of ook deeltijds uitkeringsgerechtigden?

2) Indien enkel de eersten in aanmerking komen, wat is hiervan de ratio? Hoe verklaart de minister de discriminatie?

3) Wat is de reden dat laaggeschoolde schoolverlaters geen attest kunnen krijgen? Is de minister er zich van bewust dat dit regelrecht ingaat tegen een ander deel van het tewerkstellingsbeleid van de regering?

4) Overweegt de minister nog aanpassingen aan het koninklijk besluit? Zo ja, dewelke?

Dienstenchequebedrijven kunnen een uitzondering op het koninklijk besluit aanvragen. Voor deze uitzonderingen baseert de RVA zich echter op algemene cijfers die worden aangeleverd door de VDAB zonder daarbij de specifieke situaties per bedrijf in ogenschouw te nemen. Zou het niet wenselijker zijn de geleverde inspanningen door het bedrijf als criterium te nemen voor deze vrijstellingen?

5) Nu het systeem reeds enkele maanden van kracht is, is het interessant om een eerste evaluatie door te voeren. Hoeveel vrijstellingen zijn er reeds aan de dienstenchequebedrijven verleend? Graag ook een onderverdeling per arrondissement.

Antwoord ontvangen op 15 juli 2013 :

1) en 2) De volgende uitkeringsgerechtigde werklozen komen in aanmerking voor een attest van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) :

  • De werklozen die op het ogenblik van de indienstneming werkloosheidsuitkeringen of inschakelingsuitkeringen ontvangen als voltijdse werknemer of werkloosheidsuitkeringen ontvangen als vrijwillig deeltijdse werknemer ;

  • De werklozen die in de loop van de maand van de indienstneming en de zes kalendermaanden die daaraan voorafgaan gedurende minstens 78 dagen werkloosheidsuitkeringen of inschakelingsuitkeringen ontvangen hebben als voltijdse werknemer of werkloosheidsuitkeringen hebben ontvangen als vrijwillig deeltijdse werknemer.

De werklozen die werkloosheidsuitkeringen ontvangen als vrijwillig deeltijds werknemer komen dus ook in aanmerking voor de 60 %-regel.

3) Voor de inschakeling van jongeren op de arbeidsmarkt zijn er al diverse andere maatregelen (Activa Start, doelgroepvermindering voor jonge werknemers, start- en stagebonus,enz). Bovendien zal er dit jaar extra ingezet worden op de instapstages. Laaggeschoolde schoolverlaters komen trouwens nog wel in aanmerking voor de 40 % andere werknemers die in het dienstenchequestelsel aangeworven kunnen worden.

4) Het is nog te vroeg om de 60 %-regel nu al in vraag te stellen. De maatregel is nog geen jaar geleden in werking getreden. Bovendien zijn de voorwaarden voor de aanwerving van UVW’ers en/of leefloners vrij soepel. De werknemer moet op het ogenblik van de indienstneming slechts 1 dag werkloosheids- of inschakelingsuitkeringen ontvangen om in aanmerking te komen voor de 60 %-groep. Verder wordt elke nieuwe aanwerving, ongeacht de duur van de tewerkstelling, meegeteld voor de berekening van de tewerkstellingsverplichting.

5) De maatregel dat per kwartaal zestig procent van de door elke exploitatiezetel van de erkende onderneming nieuw aangeworven werknemers met een arbeidsovereenkomst dienstencheques uitkeringsgerechtigde volledig werkloze en/of gerechtigde op een leefloon moet zijn (artikel 2bis van het koninklijk besluit van 12.12.2001 betreffende de dienstencheques), werd ingevoerd vanaf 1 juli 2012 door het koninklijk besluit van 03 augustus 2012, Belgisch Staatsblad 17 augustus 2012.

Aangezien de ondernemingen slechts op de hoogte waren van deze verplichting vanaf 17 augustus 2012, werd voor de toekenning van vrijstellingen voor het derde kwartaal van 2012 door de RVA een soepele houding aangenomen.

Het aantal vrijstellingsaanvragen en - beslissingen opgedeeld per kwartaal en per arrondissement :

3de kwartaal 2012

Arrondissement

Aantal aanvragen

Volledige vrijstelling

Gedeeltelijke vrijstelling

Weigering

Aalst

0

0

0

0

Antwerpen

10

2

0

8

Boom

0

0

0

0

Brugge

20

12

8

0

Dendermonde

2

1

0

1

Gent

1

1

0

0

Hasselt

3

0

0

3

Ieper

4

2

0

2

Kortrijk

3

0

0

3

Leuven

4

2

2

0

Mechelen

0

0

0

0

Oostende

3

2

1

0

Oudenaarde

2

1

0

1

Roeselare

0

0

0

0

Sint-Niklaas

4

2

0

2

Tongeren

4

0

2

2

Turnhout

9

5

4

0

Vilvoorde

3

0

0

3

 

 

 

 

 

Totaal Vlaams gewest

72

30

17

25

 

 

 

 

 

Arlon

6

0

0

6

Mons

0

0

0

0

Charleroi

0

0

0

0

Tournai

0

0

0

0

Huy

4

4

0

0

La Louvière

0

0

0

0

Liège

4

0

1

3

Mouscron

1

0

0

1

Namur

0

0

0

0

Nivelles

0

0

0

0

Verviers

2

0

0

2

 

 

 

 

 

Totaal Waals gewest

17

4

1

12

 

 

 

 

 

Brussel

18

7

1

10

 

 

 

 

 

Totaal land

107

41

19

47


4de kwartaal 2012

Arrondissement

Aantal aanvragen

Volledige vrijstelling

Gedeeltelijke vrijstelling

Weigering

Aalst

6

0

0

6

Antwerpen

16

0

0

16

Boom

0

0

0

0

Brugge

22

8

14

0

Dendermonde

2

0

0

2

Gent

7

0

0

7

Hasselt

16

0

0

16

Ieper

3

0

0

3

Kortrijk

9

0

0

9

Leuven

11

1

5

5

Mechelen

5

0

0

5

Oostende

7

0

0

7

Oudenaarde

4

1

0

3

Roeselare

3

0

0

3

Sint-Niklaas

2

0

0

2

Tongeren

6

0

0

6

Turnhout

12

0

0

12

Vilvoorde

9

0

0

9

 

 

 

 

 

Totaal Vlaams gewest

140

10

19

111

 

 

 

 

 

Arlon

3

0

0

3

Mons

1

0

0

1

Charleroi

1

0

0

1

Tournai

1

0

0

1

Huy

3

3

0

0

La Louvière

4

0

0

4

Liège

5

1

0

4

Mouscron

1

0

0

1

Namur

2

0

0

2

Nivelles

12

1

0

11

Verviers

0

0

0

0

 

 

 

 

 

Totaal Waals gewest

33

5

0

28

 

 

 

 

 

Brussel

19

0

0

19

 

 

 

 

 

Totaal land

192

15

19

158


1ste kwartaal 2013

Arrondissement

Aantal aanvragen

Volledige vrijstelling

Gedeeltelijke vrijstelling

Weigering

Aalst

8

1

0

7

Antwerpen

32

0

1

31

Boom

0

0

0

0

Brugge

11

0

4

7

Dendermonde

2

0

0

2

Gent

13

0

0

13

Hasselt

12

0

0

12

Ieper

3

1

0

2

Kortrijk

10

0

0

10

Leuven

15

4

1

10

Mechelen

9

0

0

9

Oostende

8

0

0

8

Oudenaarde

5

0

0

5

Roeselare

8

3

0

5

Sint-Niklaas

3

0

0

3

Tongeren

1

0

0

1

Turnhout

18

0

0

18

Vilvoorde

9

9

0

0

 

 

 

 

 

Totaal Vlaams gewest

167

18

6

143

 

 

 

 

 

Arlon

11

0

0

11

Mons

0

0

0

0

Charleroi

3

0

0

3

Tournai

1

0

0

1

Huy

1

0

0

1

La Louvière

0

0

0

0

Liège

3

0

0

3

Mouscron

0

0

0

0

Namur

5

0

0

5

Nivelles

4

0

0

4

Verviers

0

0

0

0

 

 

 

 

 

Totaal Waals gewest

28

0

0

28

 

 

 

 

 

Brussel

15

0

0

15

 

 

 

 

 

Totaal land

210

18

6

186