BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2012-2013
________
29 maart 2013
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-8613

de Martine Taelman (Open Vld)

aan de minister van Werk
________
Dienstenchequebedrijven - 60 %-regel - Vrijstelling - Aanwervingen - Tewerkstellingsduur - Groei in tewerkstelling
________
bijkomend voordeel
geografische spreiding
officiële statistiek
werkloze
minimumbestaansinkomen
________
29/3/2013Verzending vraag
11/6/2013Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-8613 d.d. 29 maart 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het koninklijk besluit van 3 augustus 2012 wijzigt de reglementering inzake dienstencheques op enkele belangrijke punten. Zo werd onder andere de 60 %-regel ingevoerd: per kwartaal moet 60 % van al de nieuwe, door de exploitatiezetel van het erkend dienstenchequebedrijf aangenomen werknemers bestaan uit volledig werkloze uitkeringsgerechtigden en/of leefloongerechtigden. De directeur van het werkloosheidsbureau van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) kan een bedrijf voor een kwartaal geheel of gedeeltelijk vrijstellen van deze verplichting na een gemotiveerde aanvraag en als er onvoldoende uitkeringsgerechtige werklozen of leefloongerechtigden zijn met het vereiste profiel om de tewerkstelling in die exploitatiezetel in te vullen. Ik begrijp dat dit initiatief bedoeld is om langdurig werklozen opnieuw te activeren. De praktijk leert ons echter dat het voor bonafide dienstenchequebedrijven zeer moeilijk is om voldoende gekwalificeerd personeel te vinden en te voldoen aan de 60 %-regel.

Ik heb volgende vragen voor de geachte minister:

1) Hoeveel dienstenchequebedrijven genoten reeds van een vrijstelling? Graag had ik de cijfers gekregen, opgedeeld per kwartaal en per regio sinds het in voege treden van deze verplichting.

2) Hoeveel uitkeringsgerechtigde volledig werklozen en leefloongerechtigden zijn sinds het in voege treden van deze verplichting aangenomen? Ook hier graag de cijfers opgedeeld per kwartaal en per regio.

3) Wat is de gemiddelde tewerkstellingsduur van de uitkeringsgerechtigde volledig werklozen en leefloners bij deze dienstenchequebedrijven? Ook hier graag de cijfers opgedeeld per regio.

4) Hoeveel bedraagt de algemene groei in tewerkstelling in de dienstenchequesector? Graag de cijfers over 2012 per kwartaal en over de eerste maanden van 2013. Ook hier graag de cijfers per regio.

Antwoord ontvangen op 11 juni 2013 :

1. De maatregel dat per kwartaal zestig procent van de door elke exploitatiezetel van de erkende onderneming nieuw aangeworven werknemers met een arbeidsovereenkomst dienstencheques uitkeringsgerechtigde volledig werkloze en/of gerechtigde op een leefloon moet zijn (art. 2bis van het Koninklijk Besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques), werd ingevoerd vanaf 1 juli 2012 door het KB van 03 augustus 2012, Belgisch Staatsblad 17 augustus 2012.

Aangezien de ondernemingen slechts op de hoogte waren van deze verplichting vanaf 17 augustus 2012, werd voor de toekenning van vrijstellingen voor het derde kwartaal van 2012 door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorzieni!ng (RVA) een soepele houding aangenomen.

Aantal vrijstellingsaanvragen en - beslissingen opgedeeld per kwartaal en per regio:

Regio

Aantal aanvragen in derde kwartaal 2012

Volledige vrijstelling

Gedeeltelijke vrijstelling

Weigering

Vlaams gewest

72

30

17

25

Waals gewest

17

4

1

12

Brussel Hoofdst. gewest

18

7

1

10

Land

107

41

19

47

Regio

Aantal aanvragen in vierde kwartaal 2012

Volledige vrijstelling

Gedeeltelijke vrijstelling

Weigering

Vlaams gewest

140

10

19

111

Waals gewest

33

5

0

28

Brussel Hoofdst. gewest

19

0

0

19

Land

192

15

19

158

Regio

Aantal aanvragen in 1ste kwartaal 2013

Volledige vrijstelling

Gedeeltelijke vrijstelling

Weigering

Vlaams gewest

167

18

6

143

Waals gewest

28

0

0

28

Brussel Hoofdst. gewest

15

0

0

15

Land

210

18

6

186

2., 3. en 4. Momenteel zijn er geen cijfers beschikbaar over de tewerkstelling in de dienstenchequesector in het jaar 2012 en 2013. De laatste cijfers betreffen het jaar 2011 en zijn te consulteren in het eindrapport “Evaluatie van het stelsel van de dienstencheques voor buurtdiensten en –banen 2011” van 4 juli 2012 uitgevoerd door IDEA Consult.

Krachtens artikel 10 van de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van de buurtdiensten en –banen wordt door de minister van Werk een jaarlijks evaluatieverslag opgemaakt. Dit evaluatieverslag heeft inzonderheid betrekking op het werkgelegenheidseffect van de maatregel.

Conform artikel 12 van het KB van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques, vraagt de RVA jaarlijks aan de erkende ondernemingen de gegevens op die noodzakelijk zijn voor de voornoemde evaluatie. De verwerking van de gegevens van de bevraging in 2013 over het jaar 2012 is momenteel lopende maar de resultaten zijn nog niet beschikbaar. Zij zullen beschikbaar gesteld worden in het volgende evaluatieverslag van de minister.