BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2011-2012
________
26 april 2012
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-6153

de Martine Taelman (Open Vld)

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken
________
Onroerend goed - Meerwaardebelasting - Opbrengst
________
belasting op de meerwaarde
belasting van natuurlijke personen
onroerend eigendom
officiële statistiek
geografische spreiding
________
26/4/2012Verzending vraag
11/6/2012Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-6153 d.d. 26 april 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Om speculatie in de vastgoedmarkt tegen te gaan, werd destijds een meerwaardebelasting op onroerend goed ingevoerd in de personenbelasting. Die wordt binnen de personenbelasting gekwalificeerd als "diverse inkomsten" onder art. 90, 8° en 10° van het wetboek van de inkomstenbelastingen (WIB). De meerwaarde (het verschil tussen aankoop- en verkoopprijs) wordt naargelang de situatie getaxeerd aan 16,5 % of 33 %.

Graag kreeg ik van de geachte minister een antwoord op de volgende vragen:

1) Wat is de opbrengst van die belasting voor de aanslagjaren 2010 en 2011?

2) Hoe is de opbrengst van die belasting verdeeld over de drie gewesten voor de aanslagjaren 2010 en 2011?

Antwoord ontvangen op 11 juni 2012 :
  1. In de onderstaande tabel vindt u een overzicht van de geraamde opbrengst voortvloeiend uit de taxatie van de geviseerde meerwaarden in de personenbelasting (bedragen in euro). De fiscale gegevens voor het aanslagjaar (AJ) 2010 zijn opgenomen in de aangifte in de personenbelasting in vak XV onder de codes 1205-86 tot en met 1208-53, 2205-26 tot en met 2208-23, 1171-90 tot en met 1173-88 en 2171-60 tot en met 2173-58.

    De cijfers, weerhouden in onderstaande tabellen, zijn dus gebaseerd op de aangiftegegevens en dienen te worden geïnterpreteerd als maximale opbrengsten.

    Tenslotte dient te worden aangestipt dat enkel de gegevens voor het aanslagjaar 2010 worden verstrekt vermits de inkohieringen met betrekking tot aanslagjaar 2011 nog aan de gang zijn.

  2. De gewestelijke verdeling van bovenstaande cijfers is opgenomen in onderstaande tabel: