BELGISCHE SENAAT | ||||||||
________ | ||||||||
Zitting 2011-2012 | ||||||||
________ | ||||||||
15 maart 2012 | ||||||||
________ | ||||||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-5876 | ||||||||
de Martine Taelman (Open Vld) |
||||||||
aan de minister van Justitie |
||||||||
________ | ||||||||
Wettelijk samenwonen - Samenlevingscontracten - Verklaringen - Evolutie | ||||||||
________ | ||||||||
ongehuwd samenleven huwelijksrecht bevolkingsregister officiële statistiek |
||||||||
________ | ||||||||
|
||||||||
________ | ||||||||
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-5875 | ||||||||
________ | ||||||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-5876 d.d. 15 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||
Twee personen die samenwonen en bij hun gemeente een verklaring van wettelijk samenwonen afleggen, zijn wettelijk samenwonend. Deze aangifte geeft een zekere juridische bescherming. Via een samenlevingscontract kan een uitgebreide overeenkomst over het wettelijk samenleven worden uitgewerkt. Voor de invoering van het homohuwelijk in 2003 werd vaak een samenlevingscontract opgesteld om het samenleven tussen homoseksuele partners te regelen. Graag kreeg ik dan ook van de minister een antwoord op de volgende vragen: 1) Hoeveel verklaringen van wettelijk samenwonen zijn op dit moment gekend? Hoeveel samenlevingscontracten zijn op dit moment ingeschreven in het bevolkingsregister? 2) Wat is de verhouding tussen het aantal huwelijkscontracten en het aantal samenlevingscontracten? Is hierin een duidelijke evolutie merkbaar? 3) Hoeveel verklaringen van wettelijk samenwonen hebben betrekking op een niet-partner? 4) Hoeveel verklaringen hebben betrekking op een samenleving tussen broers en zussen? 5) Hoeveel verklaringen hebben betrekking op een samenleving tussen ouders en kinderen? |