BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2013-2014
________
9 januari 2014
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-10732

de Martine Taelman (Open Vld)

aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden
________
Oeganda - Homoseksualiteit - Discriminatie van holebi's - Wetgeving - Gevolgen - Samenwerking
________
Oeganda
seksuele minderheid
discriminatie op grond van seksuele geaardheid
ontwikkelingshulp
________
9/1/2014Verzending vraag
24/2/2014Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10731
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-10732 d.d. 9 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In Oeganda was homoseksualiteit al langer illegaal, maar door een onlangs goedgekeurde nieuwe wet zullen de straffen zo mogelijk nog strenger worden. Holebi's riskeren tengevolge het recent goedgekeurde wetsvoorstel een levenslange celstraf, maar daarnaast riskeren ze tevens bestraft te worden wanneer ze zich schuldig maken aan "holebi propaganda".

Ook heteroseksuelen kunnen naar verluidt worden gestraft wanneer ze bijvoorbeeld opkomen voor holebi's, of wanneer ze weet hebben dat iemand holebi is en dit niet aangeven. Voor het zogenaamd promoten van holebi zijn, riskeert men een celstraf van vijf tot zeven jaar.

Ik heb dan ook volgende vragen voor de minister:

1) Hoe reageert u op de nieuwe Oegandese wetgeving? Kan u aangeven of, en zo ja, welke impact dit kan hebben op onze samenwerking met dit belangrijke partnerland? Kunt u zeer gedetailleerd toelichten?

2) Veroordeelt u de Oegandese wetgeving waarbij homoseksualiteit bestraft kan worden met levenslange gevangenisstraf? Zo ja, kan u zeer gedetailleerd aangeven hoe u dit ongenoegen aan de Oegandese regering hebt kenbaar gemaakt, naar timing en aanspreekpunten ? Zo neen, waarom niet?

3) Kan u aangeven wat de impact is van deze discriminatoire wetgeving op onze ontwikkelingsamenwerking ? Hoe en waar wordt deze bijgestuurd?

4) Welke stappen heeft ons land op multilateraal vlak en in EU-verband genomen om de Oegandese autoriteiten aan te spreken op deze discriminerende wetgeving voor holebi's? Wat zijn de resultaten?

Antwoord ontvangen op 24 februari 2014 :

België heeft, samen met andere donoren, heel wat diplomatieke invloed uitgeoefend via verschillende kanalen, met respect voor de soevereiniteit van het land en de gevoeligheden rond het onderwerp in Afrika in het algemeen en in Oeganda in het bijzonder. Hoewel het wetsontwerp in december 2013 met eenparigheid van stemmen door het Oegandese parlement werd goedgekeurd, moet de aandacht erop worden gevestigd dat, enerzijds, president Museveni heeft verklaard deze wet niet te willen uitvaardigen (“Uganda's President Yoweri Museveni has refused to approve a controversial bill to toughen punishments for homosexuals. He has written to the parliamentary speaker criticising her for passing it in December without a quorum.”) en, anderzijds, dat de tekst die door het parlement werd goedgekeurd veel minder ver gaat dan het oorspronkelijke ontwerp.

Bovendien is het zo dat het ontwerp in strijd is met de internationale overeenkomsten die Oeganda heeft goedgekeurd en met het beginsel van non-discriminatie dat in de Oegandese grondwet is vastgelegd.

1. Het nieuwe Indicatief Samenwerkingsprogramma (ISP) 2012/13-2015/16 dat de Belgische regering en de Oegandese regering op 5 april 2012 sloten is toegespitst op twee sectoren : gezondheidszorg en onderwijs. Het ISP bevat een specifieke clausule over de wederzijdse verbintenis van beide landen om de rechten van de mens te bevorderen, en dit behelst ook non-discriminatie op grond van seksuele geaardheid.

Dit onderwerp, dat ook op de agenda stond van de Gemengde Commissie, maakt integraal deel uit van de criteria waaraan moet worden voldaan voor de vrijmaking van de voorwaardelijke tranche. Een van de criteria die in gemeenschappelijk overleg tussen beide partijen werden vastgelegd heeft immers betrekking op de gunstige ontwikkelingen op het vlak van de eerbiediging van de mensenrechten, een thematiek die België dus nauwlettend opvolgt.

Ernstige inbreuken zullen België tot actie dwingen. België handelt daarbij niet alleen, maar in overleg en samen met de posthoofden van de EU-lidstaten. Als dit punt op de agenda staat van de zogenoemde “dialoogbijeenkomsten Artikel 8” betekent zulks dat alle posthoofden dit punt bij de autoriteiten van het partnerland bepleiten en ter zake een beleidsdialoog voeren. In dit verband legde Europese Hoge Vertegenwoordiger (HV) de volgende verklaring af: “I regret the adoption of the Anti-Homosexuality Bill in Uganda. The implementation of this law would contravene essential principles of non-discrimination enshrined in the International Covenant on Civil and Political rights and in the African Charter on Human and People’s Rights, both ratified by Uganda. I urge the Ugandan authorities to ensure respect of the principle of non-discrimination, guaranteed in the Ugandan Constitution, and to preserve a climate of tolerance for all minorities in Uganda.”

2. Zoals gezegd mag ervan worden uitgegaan dat het wetsontwerp geen weerslag zal hebben op de ontwikkelingsactiviteiten van ons land in Oeganda, omdat het zeer waarschijnlijk is dat het niet in een wet zal worden gegoten of althans niet in de huidige vorm. President Museveni lijkt zich er ten volle van bewust te zijn dat de goedkeuring van deze wet tot gevolg zou hebben dat een aantal donoren afhaken.

3. Daarnaast levert België een bijdrage aan de core resources van de ter zake gespecialiseerde VN-agentschappen in Genève en New York.

België zet zich actief in met betrekking tot het LGBTI dossier op multilateraal vlak, met name in de relevante VN organen in Genève en New York. Daarnaast speelt ons land een belangrijke rol in sensibiliseringscampagnes tegen discriminatie van en aanvallen op LGBTI. In het algemeen, verdedigt de EU op een systematische manier de universaliteit van de mensenrechten en benadrukt zij dat LGBTI dezelfde rechten hebben als elk ander individu en dat culturele, traditionele of religieuze waarden niet kunnen worden ingeroepen om discriminatie op grond van seksuele geaardheid te rechtvaardigen.

De rechten van LGBTI maken, binnen de externe betrekkingen, deel uit van de Europese prioriteiten. De Europese Unie ontwikkelde specifieke richtsnoeren voor LGBTI, formeel goedgekeurd door de Raad Buitenlandse Zaken van de EU in juni 2013. Deze richtsnoeren omvatten verschillende stappen die kunnen worden ondernomen door vertegenwoordigers van de EU en van haar lidstaten in een derde land. Deze stappen nemen verschillende vormen aan zoals publieke verklaringen, benaderingen, ondersteuning voor de aanwezigheid van het maatschappelijk middenveld tijdens het proces, enzovoort.