BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2007-2008
________
14 mei 2008
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-960

de Anne-Marie Lizin (PS)

aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste minister
________
Vliegtuigen - Overvliegen van het Belgisch grondgebied - Veiligheid - Controle
________
luchtverkeer
vliegtuig
technische keuring
luchtverkeersleiding
veiligheid van het luchtverkeer
________
14/5/2008Verzending vraag
11/6/2008Antwoord
________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-270
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-960 d.d. 14 mei 2008 : (Vraag gesteld in het Frans)

In de Verenigde Staten werd het binnen- en buitenlands luchtverkeer sterk ontregeld ingevolge de verplichting voor de luchtvaartmaatschappijen om zonder uitstel talrijke veiligheidscertificaten te herzien voor de vliegtuigen MD-80 of B717 van meer dan vijfentwintig jaar oud, meer specifiek voor de landingsgestellen en in het algemeen voor de transmissie- en communicatiesystemen. Die dringende algemene maatregel was gebaseerd op een analyse van de controles die de vliegtuigen effectief hadden ondergaan (oververhitting van de systemen, scheurtjes in de vleugels, …)

Voeren wij in België dezelfde effectieve contrôles uit?

Hoeveel vliegtuigen MD-80 of B717 van meer dan 25 jaar oud vliegen per dag over België?

Welke garanties zijn er dat de controle wel degelijk is uitgevoerd, en vooral dat de nodige herstellingen werden gedaan of dat het versleten materiaal werd gerenoveerd?

Worden de vliegtuigen van SN Brussels Airlines gecontroleerd op basis van de criteria die de algemene controle van de Verenigde Staten hebben verantwoord?

Telt de vloot van SN Brussels Airlines voldoende nieuwe vliegtuigen?

De SAS-vloot is samengesteld uit de beste vliegtuigen die in de Verenigde staten streng werden gecontroleerd. Hoe kunt u zeker zijn dat in België dezelfde kwaliteitscontroles worden uitgevoerd?

Is België in staat de praktische veiligheidsvoorwaarden van elke luchtvaartmaatschappij te onderzoeken?

Antwoord ontvangen op 11 juni 2008 :

1. Het inzetten van vliegtuigen voor commercieel vervoer, geregistreerd in België, is onderworpen aan verschillende reglementeringen en controles :

a) de verordening (EG) 1592/2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burger-luchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart; verordening (EG) 2042/2003 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen; en verordening (EG) 1702/2003 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften inzake de luchtwaardigheid en milieucertificering van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingsstukken, alsmede voor de certificering van ontwerp- en productieorganisaties;

b) het directoraat generaal Luchtvaart (DGLV) geeft voor elk vliegtuig een bewijs van luchtwaardigheid uit met een geldigheidsduur van één jaar dat jaarlijks vernieuwbaar is op basis van een volledig technisch dossier dat onder meer de aanbevelingen betreffende de luchtwaardigheid en het onderhoud omvat;

c) elk vliegtuig moet onderhouden worden volgens een door het DGLV goedgekeurd onderhoudsprogramma;

d) het eigen beheerssysteem voor de permanente luchtwaardigheid van Belgische luchtvaartmaatschappijen wordt gecontroleerd door het DGLV en door middel van een ad hoc goedkeuring bekrachtigd.

2. Het aantal vliegtuigen van de types MD-80 en B-717 van meer dan vijfentwintig jaar oud dat dagelijks van het Belgische luchtruim gebruik maakt, is erg beperkt. Van deze types vliegtuigen, geschikt voor korte en middellange afstandsvluchten, worden er slechts een tiental gebruikt in Europa die de leeftijd van vijfentwintig jaar overschreden hebben. Zij worden gebruikt door regionale luchtvaartmaatschappijen uit het Scandinavische en het Middellandse Zeegebied. Tot de grote Europese maatschappijen die dit soort toestellen inzetten behoren SAS, dat toestellen gebruikt van minder dan vijfentwintig jaar oud, en Alitalia, dat twee toestellen in dienst heeft, gebouwd in 1983 en die in 2008 de leeftijd van vijfentwintig jaar bereiken.

3. De algemene garantie wordt verzekerd door de uitvoering van de activiteiten voorgeschreven in de Europese luchtvaartreglementeringen meegedeeld in het antwoord op de eerste vraag. Bijkomend ontwikkelen de vliegtuigconstructeurs leeftijd gerelateerde onderhoudsprogramma's waarvan de naleving vereist is voor het behouden van een luchtwaardigheidsbewijs voor een vliegtuig.

4. De vloot van Brussels Airlines is onderworpen aan de controles en de handelingen voorgeschreven in de Europese luchtvaartreglementeringen meegedeeld in het antwoord op de eerste vraag.

5. De vloot van Brussels Airlines heeft een gemiddelde leeftijd van twaalf jaar; het oudste vliegtuig is achttien jaar oud. Bij een goede naleving van de voorgeschreven onderhoudsprocedures kunnen vliegtuigen van een dergelijke leeftijd zeker nog op een veilige wijze ingezet worden.

6. De Europese reglementeringen, vernoemd in het antwoord op de eerste vraag, bepalen welke controles en acties ondernomen moeten worden.

7. De in België geregistreerde vliegtuigen zijn onderworpen aan de controles en de handelingen voorgeschreven in de Europese luchtvaartreglementeringen meegedeeld in het antwoord op de eerste vraag.

Wat betreft de vliegtuigen van buitenlandse luchtvaartmaatschappijen die landen op een Belgische luchthaven, zij zijn onderworpen aan controles volgens het SAFA-programma (Safety Assessment of Foreign Aircraft) zoals bepaald in de richtlijn 2004/36/EG.