BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2007-2008
________
3 april 2008
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-683

de Martine Taelman (Open Vld)

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie en Institutionele Hervormingen
________
Psychotrope stoffen - Justitiėle case-manager (Drugsproblematiek)
________
psychotropicum
verdovend middel
drugverslaving
magistraat
openbaar ministerie
________
3/4/2008Verzending vraag
4/6/2008Antwoord
________
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-298
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-683 d.d. 3 april 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het koninklijk besluit van 22 januari 1998 houdende regeling van sommige psychotrope stoffen en betreffende risicobeperking en therapeutisch advies werd in afdeling 2 de “case-manager justitie” ingevoerd.

De case-manager is de persoon die de minister van Justitie in elk gerechtelijk arrondissement aanwijst en die belast wordt met de bijstand van de magistraat bij de opvolging van de problematiek van psychotrope stoffen (artikel 40bis, 8ŗ).

Via voormeld koninklijk besluit werden de begrippen risicovermindering en therapeutische adviezen opgenomen dit teneinde de drugsproblematiek aan te pakken door middel van bijstand en preventie.

Bij de algemene bespreking van het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van de giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica leek het nogal evident dat personen met een problematisch gebruik in eerste instantie thuis zouden horen in een verzorgingsmilieu, waar men de betrokkene kan opvangen en hem kan laten inzien dat hij verkeerd bezig en waar hij de nodige begeleiding krijgt in de strijd tegen de verslaving.

Via de case-manager zou zo iemand deze goede verzorging krijgen.

Hoe één en ander in praktijk werd uitgewerkt blijft echter onduidelijk.

Vandaar mijn vragen aan de geachte minister:

1. Werden er in de gerechtelijke arrondissementen reeds justitiėle case-managers aangesteld?

2. In het negatieve geval, waarom niet en wanneer zal dit gebeuren?

3. In bevestigend geval, wat is het juiste profiel van de justitiėle case-manager en onder welke overheid functioneert hij/zij?

Antwoord ontvangen op 4 juni 2008 :

De figuur van de case-manager justitie gaat terug tot de federale beleidsnota drugs van 2001, die bepaalt dat in elk justitiehuis justitiėle case-managers voor druggebruikers zouden worden aangeduid. De wettelijke basis voor de justitiėle case-managers kwam er met het koninklijk besluit van 16 mei 2003, die een afdeling 2 (hulpverlening voor therapeutisch advies) invoegde in het koninklijk besluit van 22 januari 1998 houdende regeling van sommige psychotrope stoffen en betreffende risicobeperking en therapeutisch advies.

De minister van Justitie staat in voor de precieze taakomschrijving en aanstelling van de justitiėle case-managers. In de vorige legislatuur werd deze taakstelling niet in de praktijk omgezet, maar werd wel een eerste aanzet gegeven met het opstarten van het pilootproject « Proefzorg » in het gerechtelijk arrondissement Gent. Dit proefproject ging van start in 2005, en houdt in dat het parket de mogelijkheid krijgt om, in de periode van opsporing en vervolging, drugsdelinquenten naar de hulpverlening door te verwijzen. Indien de parketmagistraat beslist over te gaan tot « Proefzorg » geeft hij de opdracht aan de Proefzorgmanager om een alternatief op maat van de verdachte uit te werken. De Proefzorgmanager situeert zich op de brug tussen justitie en hulpverlening, en kan worden beschouwd als een eerste vertaling van de figuur van de case-manager justitie.

Uit de evaluatie van het project « Proefzorg » door de dienst voor het Strafrechtelijk beleid, in samenwerking met de Universiteit Gent, blijkt dat alle actoren positief zijn over het project. Ik ben dan ook voorstander van een uitbreiding van dit project naar andere gerechtelijke arrondissementen. De mogelijkheid om vergelijkbare projecten in andere arrondissementen op te zetten is in onderzoek. Ook de figuur van de Proefzorgmanager wordt hierbij verder onderzocht.