BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2007-2008
________
3 april 2008
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-653

de Martine Taelman (Open Vld)

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen
________
Dienstencheques - Verbod op gebruik door verenigingen - Aanpassing - Belastingvermindering
________
bijkomend voordeel
mede-eigendom
belastingaftrek
onderhoud
________
3/4/2008Verzending vraag
1/8/2008Antwoord
________
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-283
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-653 d.d. 3 april 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De website van Accor meldt dat de dienstencheques niet mogen gebruikt worden om de trappenhal van een appartementsgebouw te kuisen. Nochtans werd de dienstencheque gecreëerd om zwartwerk terug te dringen. Niettemin zien vele appartementsblokken zich door deze regeling genoodzaakt om een kuisvrouw in het zwart te betalen. Deze regeling mist mijn inziens logica, aangezien de eigenaar van een appartement wél dienstencheques kan bestellen voor zijn eigen appartement, maar niet voor de trappenhal. Volgens het juridisch principe “bijzaak volgt hoofdzaak” zou het nochtans logischer zijn, moest ook het kuisen van de trap onder deze regeling kunnen vallen.

1. Kan men geen uitzondering creëren waardoor dienstencheques niet enkel op naam van natuurlijke personen, maar ook op naam van een vereniging van mede-eigenaars kan besteld worden?

2. Aangezien een vereniging van mede-eigenaars fiscaal als een feitelijke vereniging beschouwd wordt, wordt rechtstreeks in hoofde van de eigenaars belast. Kan men dan geen regeling uitwerken zoals bij de belastingsvermindering voor energievriendelijke investeringen waarbij de eigenaar van elk appartement verhoudingsgewijs met zijn aandeel in de mede-eigendom van de belastingsvermindering kan genieten?

Antwoord ontvangen op 1 augustus 2008 :

Artikel 2, § 1, eerste lid, 4º), van de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen definieert de gebruikers als « de natuurlijke personen die gebruik maken van de dienstencheques ».

Een vereniging van medeëigenaars, die rechtspersoonlijkheid heeft, kan dus geen beroep doen op de regeling dienstencheques.

Bovendien bepaalt artikel 1, eerste lid, 2º, van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques de toegelaten activiteiten binnen de regeling dienstencheques, namelijk :

« activiteiten ten gunste van particulieren die in België woonachtig zijn, die bestaan uit :

a) activiteiten verricht ten huize van de gebruiker : schoonmaken van de woning met inbegrip van de ramen, wassen en strijken, kleine occasionele naaiwerken, bereiden van maaltijden;

b) activiteiten verricht buiten het huis van de gebruiker : boodschappen doen, begeleid vervoer van personen met beperkte mobiliteit, strijken met inbegrip van verstelwerk van het te strijken linnen. »

Buiten het huis van de gebruiker is schoonmaken niet toegestaan en het is bovendien niet wenselijk om dit toe te laten, gelet op het risico op verdringing van bestaande reguliere arbeidsplaatsen.