BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2009-2010
________
7 december 2009
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-5973

de Anne-Marie Lizin (Onafhankelijke)

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________
Federale politie - Boerka - Dienstnota
________
politie
politiecontrole
kledingstuk
rondschrijven
islam
religieus symbool
________
7/12/2009Verzending vraag
26/1/2010Antwoord
________
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-4009
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-5973 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

Als we de informatie van het dagblad Le Soir van 1 augustus 2009 mogen geloven, is er in de federale politie een dienstnota die bepaalt dat alleen vrouwelijke agenten de identiteit van vrouwen in boerka mogen controleren.

Kan de minister ons een kopie van die nota bezorgen?

Kan de minister de nodige maatregelen nemen opdat elke politieagent(e) zijn of haar opdracht zou kunnen vervullen en gelijk wie, ongeacht het soort kleding dat hij of zij draagt, zou kunnen controleren?

Antwoord ontvangen op 26 januari 2010 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vragen.

De nota waarvan sprake werd ondertussen door de commissaris-generaal opgeheven.

In artikel 34 somt de wet op het politieambt de personen die het voorwerp kunnen uitmaken van een wettelijke controle door de politieambtenaren van de lokale politie en van de federale politie, te weten:

  • ieder persoon wiens vrijheid wordt benomen of die een misdrijf heeft gepleegd;

  • ieder persoon waarvan zij, op grond van zijn gedragingen, materiële aanwijzingen of omstandigheden van tijd of plaats, redelijke gronden hebben om te denken dat hij wordt opgespoord, dat hij heeft gepoogd of zich voorbereidt om een misdrijf te plegen of dat hij de openbare orde zou kunnen verstoren of heeft verstoord;

  • ieder persoon die deelneemt aan een openbare bijeenkomst die een echte bedreiging vormt voor de openbare orde;

  • ieder persoon die een plaats wenst te betreden waar de openbare orde is bedreigd;

  • ieder persoon onderworpen aan de identiteitscontroles die zijn voorgeschreven door de administratieve overheden, binnen de perken van hun bevoegdheden, teneinde de openbare veiligheid te handhaven of de naleving te verzekeren van de wettelijke bepalingen met betrekking tot de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

De politieambtenaren moeten tussenkomen binnen de grenzen van de wettelijke bepalingen. In casu kunnen mannelijke agenten ook optreden.