BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2009-2010
________
7 december 2009
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-5847

de Wouter Beke (CD&V)

aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen
________
Farmaceutische sector - Topberaad
________
farmaceutische industrie
geneesmiddel
onderzoek en ontwikkeling
wetenschappelijk onderzoek
________
7/12/2009Verzending vraag
2/3/2010Antwoord
________
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-2668
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-5847 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Tijdens de vorige legislatuur heb ik verschillende vragen gesteld (zoals bijvoorbeeld vraag om uitleg nr. 3-1322, Handelingen nr. 3-148, blz. 9) aan de voorganger van de geachte minister, minister Verwilghen, over het opgestarte initiatief "Topberaad Farmaresearch" in december 2004.

Ons werd meegedeeld dat door laattijdige respons van verschillende farmaceutische bedrijven het onderzoek vertraging heeft opgelopen en zo de geplande vergadering van september 2005 naar september 2006 zou worden opgeschoven. Heeft ondertussen deze vergadering plaatsgevonden ? Zo ja, wat is hier het finale resultaat van ? Ik zou ook graag van de geachte minister vernemen of hij het initiatief van zijn voorganger overneemt en wenst verder te zetten. Indien hij hiertoe niet bereid is, wat is dan de reden om het Topberaad niet meer te laten doorgaan ?

Antwoord ontvangen op 2 maart 2010 :

Op 12 december 2006 vond de eerste zitting plaats van het Farma-overlegplatform met de federale regering onder het voorzitterschap van de toenmalige premier.

De aanwezige bedrijven wensten met de regering een langetermijnvisie te ontwikkelen om van België een gastland te maken voor de farmasector. Hiertoe werden werkgroepen opgericht om aanbevelingen op te stellen.

3 maand later, tijdens een tweede zitting van het overlegplatform op 13 maart 2007 hebben deze werkgroepen hun aanbevelingen geformuleerd.

  • Een eerste werkgroep, onder leiding van de toenmalige minister van Sociale Zaken, heeft een aantal voorstellen geformuleerd om de samenwerking tussen de bio farmaceutische industrie en de universiteiten aan te zwengelen en om jongeren aan te moedigen te kiezen voor wetenschappelijke studies.

  • Een tweede werkgroep, onder leiding van de minister van Financiën, heeft een aantal specifieke fiscale maatregelen voorgesteld. De invoering van de octrooiaftrek was het concrete resultaat van deze werkgroep.

  • Een derde werkgroep, onder leiding van de toenmalige minister van Volksgezondheid, heeft een aantal mogelijkheden onderzocht om de toegang voor de patiënt tot innovatieve geneesmiddelen te optimaliseren. (De prijs-volume contracten, de compensatievoorstellen, de deconnectie, de versnelde procedure na positief CHMP advies, ATU, enz.).

  • Een vierde werkgroep tenslotte, onder leiding van de toenmalige minister van Ontwikkelingssamenwerking heeft een aantal

  • aanbevelingen gemaakt omtrent ontwikkelingssamenwerking.

Het overlegplatform met de farmasector is ook nadien nog een aantal keer samengekomen onder voorzitterschap van de eerste minister.

Ikzelf heb inmiddels een gelijkaardig initiatief genomen voor de chemiesector. Ons land kampt met een aantal pijnpunten die moeten worden aangepakt om een duurzame verankering van de chemische industrie in België te waarborgen.

Daarom besliste de federale regering op mijn initiatief op de ministerraad van 30 oktober 2009 om een High Level Group (HLG) voor de chemiesector op te richten. Deze HLG werkt gedurende zes maanden in vijf thematische werkgroepen, namelijk innovatie en vereenvoudigen, energie en klimaat, logistiek, fiscaliteit en arbeidsmarkt. Aan de hand van concrete thema’s zoeken de werkgroepen naar oplossingen om het investeringsklimaat en het concurrentievermogen van de sector te versterken, wat de werkgelegenheid ten goede moet komen. Deze oplossingen worden eind juni 2010 gebundeld in een actieplan dat de strategie en de maatregelen bevat om het te realiseren.