BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2008-2009
________
20 mei 2009
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-3486

de Dirk Claes (CD&V)

aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste minister
________
Slaapbussen - Verbod - Duitsland - Gevolgen
________
autobus
reizigersvervoer
reis
automobieluitrusting
veiligheidsinrichting
veiligheid van het vervoer
vervoersvoorschriften
Duitsland
verkeersveiligheid
________
20/5/2009Verzending vraag
15/7/2009Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-3486 d.d. 20 mei 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het gebruik van slaapbussen voor reizen naar wintersportgebieden is in ons land zeer gekend en wordt veelvuldig gebruikt door touroperators. Het Duitse verkeersreglement stelt echter expliciet dat het dragen van een gordel verplicht is in rijdende voertuigen.

In het Belgische verkeersreglement geldt dit specifiek voor de zitplaatsen. Het Duitse reglement is van toepassing op elke passagier, dus ook wanneer men in een slaapbus ligt.

Dit zorgt echter voor heel wat problemen. Een veiligheidsgordel is verplicht voor bussen die sinds 2003 zijn gefabriceerd. De bedden van de slaapbussen beschikken echter niet over een gordel. Zo wordt er tegen het Duitse verkeersreglement gezondigd.

Op die manier komen onze touroperators natuurlijk in een wettelijk vacuüm terecht. Enerzijds beschikken ze niet over gordels voor de bedden, anderzijds wordt dit wel opgelegd in het Duitse verkeersreglement. Bovendien worden de bedden veelal platgelegd wanneer men zich op Duits grondgebied bevindt daar de bussen dit land ’s nachts doorkruisen. Nu worden vele busmaatschappijen eigenlijk verplicht door Frankrijk gestuurd, waardoor de reistijd toeneemt en bijgevolg ook de risico’s op een ongeval!

Vanuit de Federatie van de Belgische Autobus- en Autocarondernemers wordt er sterk op aangedrongen om deze problematiek op Europees niveau ter sprake te brengen.

1.Heeft de geachte staatssecretaris kennis van deze specifieke reglementering in Duitsland?

2.Is hij op de hoogte van de problematiek die door de Federatie van de Belgische Autobus- en Autocarondernemers wordt aangeklaagd?

3.Hoeveel gevallen van sanctionering van een Belgisch busbedrijf door de Duitse overheid voor het niet-dragen van de gordel op een slaapbus zijn hem bekend?

4.Heeft hij reeds contact opgenomen met de Duitse overheid om dit probleem te bespreken?

5.Is er eventueel een overgangsregeling mogelijk voor bussen van een welbepaald bouwjaar?

6.Is hij bereid om deze problematiek aan te kaarten op Europees niveau?

7.Bestaan er binnen de regering plannen om deze wetgeving ook in de Belgische verkeersreglementering op te nemen?

Antwoord ontvangen op 15 juli 2009 :

Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden:

1, 2, 4, 5, 6 & 7. Slaapbussen vormen niet enkel een probleem in Duitsland. Immers, in de Belgische technische reglementering wordt enkel gewag gemaakt van zitplaatsen. Specifieke bepalingen over slaapzetels zijn er niet. Dit betekent dat in België enkel autocars met zitplaatsen worden goedgekeurd om in het verkeer te worden gebracht. De controle op de naleving van de technische eisen door de keuringsstations gebeurt eveneens enkel bij een “zitpositie” van de zetel.

Bussen waarvan de zitplaatsen worden omgebouwd naar slaapplaatsen zijn niet langer conform aan de technische voorschriften waaraan ze moeten voldoen en zijn dus ook in België verboden.

Uit het oogpunt van de verkeersveiligheid, en rekening houdend met het feit dat slaapbussen bijna uitsluitend gebruikt worden voor grensoverschrijdend verkeer dient er een afdoende Europese regeling gevonden te worden voor deze problematiek. Een constructieve dialoog tussen de Europese instanties en de sector voor de uitwerking van een uniforme regeling met betrekking tot slaapbussen is aangewezen.

Wat betreft de situatie in Duitsland is het zo dat de verkeersreglementering met betrekking tot het dragen van de veiligheidsgordel in Duitsland niet fundamenteel verschilt van die in België:

  • De Straβenverkehrs-Ordnung stelt in § 21a dat de veiligheidsgordel tijdens het rijden moet gedragen worden;

  • Het Belgisch verkeersreglement bepaalt in artikel 35.1.1 dat de bestuurder en de passagiers van auto’s die aan het verkeer deelnemen de gordel moeten dragen, op de plaatsen die ermee uitgerust zijn.

Het enige verschil is dat er in de Duitse Straβenverkehrs-Ordnung niet expliciet is vermeld dat de gordelplicht slechts geldt indien het voertuig is uitgerust met gordels. Dit maakt echter in de praktijk geen enkel verschil. Ook in Duitsland mogen motorvoertuigen die in het verkeer werden gebracht en werden gehomologeerd op een ogenblik dat er nog geen sprake was van veiligheidsgordels als verplichte uitrusting, verder blijven rijden. Dit impliceert dat bestuurders en passagiers van deze voertuigen vrijgesteld zijn van de gordeldracht om de éénvoudige reden dat het voertuig er niet mee is uitgerust.

Het is dus een misvatting te stellen dat het Duitse verkeerreglement verbiedt passagiers in horizontale positie te vervoeren. Het Duitse verkeersreglement stelt net als het Belgische dat de gordel moet worden gedragen op de plaatsen die ermee uitgerust zijn.

Niettemin, de Straβenverkehrs-Zullassungs-Ordnung (STVZO) stelt in § 35i dat passagiers, met uitzondering van kinderen in een kinderwagen, in autocars niet al liggend vervoerd mogen worden. De STVZO legt echter de (technische) eisen vast waaraan de voertuigen moeten voldoen en is alleen van toepassing op de bussen die worden ingeschreven in Duitsland.

Voor Duitsland geldt, zoals voor de andere Europese lidstaten, de verplichting de in andere landen goedgekeurde voertuigen tot het verkeer op hun grondgebied toe te laten.

Echter, aangezien Belgische slaapbussen die in België in het verkeer werden gebracht niet alsdusdanig zijn gehomologeerd, kan Duitsland deze bussen verbieden.

3. Ik beschik niet over cijfergegevens met betrekking tot het aantal gevallen waarbij een Belgisch busbedrijf door de Duitse overheid werd gesanctioneerd voor het niet dragen van de gordel op een slaapbus.