BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2008-2009
________
25 februari 2009
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-3114

de Martine Taelman (Open Vld)

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________
Zedenfeiten in het openbaar - Processen-verbaal - Aantallen - Evolutie
________
seksueel misdrijf
officiële statistiek
geografische spreiding
publieke moraal
________
25/2/2009Verzending vraag
25/11/2009Dossier gesloten
________
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-5940
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-3114 d.d. 25 februari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Wekenlang zat de VRT kijker gekluisterd voor zijn tv-toestel op donderdagavond om de serie Van Vlees en Bloed te kunnen volgen. Het Prinsenpark in Retie waar onder andere de opnames werden gedaan kon alvast op heel wat meer bezoekers rekenen. In een aflevering zien we immers het fictieve slagerspersonage André Vangenechten met zijn hond de Joepie "een toereke" doen. In de praktijk kwam het erop neer dat het personage de liefde bedreef aan een welbepaalde boom. De hoofdrolspeler kreeg de bijnaam "bospoeper". Wellicht wordt dit hét woord van 2009.

"Geen sex in de paskamers" meldt een bordje in de pashokjes van een kledingwinkel ondertussen ludiek. UNIZO reageerde al dat paskamerseks niet veelvuldig voorkomt in Vlaanderen.

Vandaar mijn vragen aan de geachte minister :

- Hoeveel processen-verbaal rond openbare zedenschennis werden er in 2008 opgemaakt ? Hoeveel de voorbije drie jaar, en afgelopen twee maanden ?

- Hoe vaak doet de politie de vaststellingen zelf (en is er sprake van een betrapping op heterdaad of bewijs via politiecamera's) ? Hoe vaak komt er een proces-verbaal naar aanleiding van een buurtbewoner, een getuige, … die klacht neerlegt ?

- Is er sprake van een stijgende trend ?

- Welke boetes worden doorgaans gegeven ?

- Zien de politiediensten dit als een prioriteit ?

- Zijn er verschillen in de cijfers tussen Wallonië, Vlaanderen en Brussel ? Welke conclusies trekt de geachte minister hieruit ?

- In hoeveel van de gevallen is er sprake van eventuele materiële schade die tijdens de handeling werd berokkend en hoe vaak werd deze verhaald op de daders van dergelijke onzedige handeling in het openbaar ?