BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2008-2009
________
12 januari 2009
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-2583

de Martine Taelman (Open Vld)

aan de minister van Justitie
________
Justitiehuizen - Elektronisch toezicht - Gebrek aan personeel - Opstellen van een nieuw lastenboek voor het technisch materiaal
________
vervangende straf
voltrekking van de straf
gevangenisstraf
gedetineerde
rechtsbijstand
technologische verandering
sociaal onderzoek
________
12/1/2009Verzending vraag
16/2/2009Antwoord
________
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-2140
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-2583 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het personeel van de justitiehuizen voerde actie eind november 2008. Ondanks bijkomende inspanningen met betrekking tot aanwervingen, antwoordde de geachte minister op mijn mondelinge vraag nr. 4-453 dat de wachtlijst voor een enkelband was aangegroeid tot 1 550 veroordeelden van 995 op 22 april van dit jaar (Handelingen nr. 4-48 van 13 november 2008, blz. 22). Het systeem van elektronisch toezicht, zoals momenteel vastgelegd in uw ministeriële rondzendbrief van 25 juli 2008, staat dus duidelijk onder druk. Het contract voor de technische apparatuur zou aflopen in het najaar van 2009. Een nieuw lastenboek zal dan ook de komende maanden moeten worden opgesteld. Hij stelde terecht in de media dat het toezicht op veroordeelden met een enkelband sterk moet worden verbeterd, alvorens er kan worden gedacht aan een uitbreiding van het systeem.

De opmaak van een nieuw lastenboek geeft ook de mogelijkheid om het systeem efficiënter te maken.

Vandaar mijn vragen aan de geachte minister :

1. Klopt het dat er ook technische problemen zijn met het huidige technisch materiaal van Belgacom Alert Services ? Is het materiaal nog up to date ?

2. Voorziet het huidige lastenboek in een mogelijkheid tot schadevergoeding bij technische problemen of in voorkomend geval in een specifieke verbrekingsclausule wanneer het materiaal niet voldoet ? Zo ja, wordt er overwogen om dit toe te passen ?

3. Wordt er bij opmaak van het nieuwe lastenboek nog uitgegaan van het behoud van de huidige procedure (met NCET, mobiele equipe) waar de controle ook door justitiehuizen moet gebeuren ?

4. Zo neen, welke andere mogelijkheden ziet u ?

5. Zo ja, hoeveel extra personeel schat hij dat er nodig is bij de justitiehuizen om de instroom efficiënt te beheren en te controleren ?

6.Wat wordt er precies verwacht van de justitieassistenten over het beheren van een dossier van elektronisch toezicht ? Welke controle dienen zij te voeren ten opzichte van de veroordeelde onder elektronisch toezicht ?

7.Is er voldoende personeel bij het NCET ? Zo niet, worden er hier ook maatregelen overwogen ?

Antwoord ontvangen op 16 februari 2009 :

1. A) Het technisch materiaal wordt, zoals voorzien in het huidige lastenboek, regelmatig aangepast aan de technologische vooruitgang. Tijdens de installatie van nieuwe versies werd het toezicht niet in vraag gesteld vermits de alarmen betreffende de bewegingen van de justitiabelen altijd weergegeven werden op de bewakingsschermen.

B) Het materiaal, zoals ik reeds gesteld heb, kent een regelmatige update. De technologie evolueerde ook sterk vermits we nu, naast bewakingsboxen die werken via de vaste telefoonlijn, ook bewakingsboxen gebruiken die ons toelaten om de GSM technologie aan te wenden.

2. Het huidige lastenboek voorziet effectief in een schadevergoeding in het geval van belangrijke technische problemen. Tot op heden hebben we deze procedure nog niet moeten gebruiken.

3 en 4. Momenteel wordt het nieuwe lastenboek opgemaakt en is het nog veel te vroeg om concrete elementen naar voor te schuiven met betrekking tot de inhoud hiervan. Een offerteaanvraag zou moeten gebeuren in het voorjaar van 2009.

5. Om een realistische inschatting te kunnen geven van het extra personeel noodzakelijk om de instroom efficiënt te kunnen beheren, is een meting nodig van de werklast van de justitieassistenten. Momenteel werden instrumenten ontwikkeld die een dergelijke werklastmeting per justitiehuis mogelijk moeten maken. De testfase die momenteel lopende is binnen de verschillende justitiehuizen zal in de loop van februari 2009 worden afgerond. Nadien zal een workshop worden georganiseerd met de directeurs van de justitiehuizen teneinde hen toe te laten de instrumenten verder te implementeren.

6. A) Voorlichtingsfunctie:

Dit gebeurt via het uitvoeren van een maatschappelijke enquête, dit met de justitiabele zelf en/of met het opvangmillieu. In deze enquête worden volgende punten nagegaan:

1. de materiële omstandigheden (beschrijving woonst, financiële situatie veroordeelde)

2. akkoord van de meerderjarige huisgenoten

3. aanwezigheid van nuttige dagbesteding van de veroordeelde (werk/ opleiding/ gepensioneerd/schoolgaand/ invaliditeit…)

4. houding van veroordeelde en/of opvangmilieu omtrent de feiten

5. houding van veroordeelde ten aanzien van de slachtoffers

6. visie van de veroordeelde en/of het opvangmilieu ten aanzien van het elektronisch toezicht.

Deze punten worden in een rapport gegoten en overgemaakt aan de opdrachtgever zodat deze een beslissing kan nemen tot het al dan niet toekennen van het elektronisch toezicht.

B) Begeleidings – en controlefunctie:

De justitieassistent staat in voor de begeleiding en opvolging van de justitiabele in het naleven van de hem opgelegde voorwaarden.

Verder stelt de justitieassistent conform de richtlijnen in de omzendbrief van 25 juli 2008 het uurrooster op. Dit gebeurt rekening houdend met de levenssituatie van de justitiabele en de opgelegde voorwaarden. De begeleiding start met een eerste huisbezoek bij de justitiabele binnen de achtenveertig uur. De uurroosters en eventuele wijzigingen in uurroosters worden door de justitieassistent overgemaakt aan het NCET.

De justitieassistent voert hierin tevens een controlefunctie uit, in die zin dat men toeziet op het naleven van het uurrooster en de opgelegde voorwaarden. Dit gebeurt door het opvragen van de nodige verificatie en de behandeling van alarmen (bespreken met justitiabele, eventuele melding aan opdrachtgever) die men ontvangt van het NCET.

De justitieassistent rapporteert minimum om de zes maanden aan de opdrachtgever over het verloop van de begeleiding. In geval van noodwendigheden worden extra meldingsverslagen overgemaakt.

7. Op het niveau van het NCET werden de personeelskaders vervolledigd in oktober en november. Een evaluatie van de werklast zal gebeuren binnen de komende maanden opdat nagegaan kan worden of het huidige kader voldoende blijkt om de nieuwe missies van het centrum te vervullen