3-123

3-123

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 7 JULI 2005 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Hugo Vandenberghe aan de minister van Werk over «de naleving van de garantiewet» (nr. 3-945)

De voorzitter. - De heer Christian Dupont, minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen, antwoordt namens mevrouw Freya Van den Bossche, minister van Werk.

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Volgens een computermagazine zouden verkopers van informatica massaal de garantiewet overtreden. Handelaars worden volgens deze wet verplicht om twee jaar garantie te bieden op de gebruiksgoederen. Nochtans leggen de fabrikanten de verantwoordelijkheid voor de garantie vaak bij de eindverbruiker en wordt gesproken van een fabriekgarantie van één jaar.

De verplichte waarborg van twee jaar op alle Europese consumptiegoederen geldt echter niet voor producten die voor 1 januari 2005 werden aangekocht. De garantie start bovendien pas bij de levering van het product.

Welke conclusies trekt de minister uit de bewering van het computermagazine? Vindt de minister het nodig maatregelen te nemen om de garantiewet beter te laten naleven? Vindt de minister het wenselijk de consumenten in te lichten over hun rechten op garantie bij de aankoop van informaticamateriaal en andere goederen?

De heer Christian Dupont, minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen. - De beweringen van het computermagazine waaraan de heer Vandenberghe refereerde, moeten worden verduidelijkt. Er moet immers een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen de wettelijke en de commerciële waarborg.

De nieuwe garantiewet is sinds 1 januari 2005 van toepassing op de verkoop van consumptiegoederen door een verkoper aan de consument. Met consumptiegoederen worden alle roerende lichamelijke zaken bedoeld.

De wet is duidelijk en sluitend. De verkoper is jegens de consument aansprakelijk voor elk conformiteitsgebrek dat bestaat bij de levering van de goederen en zich manifesteert binnen een termijn van twee jaar vanaf de levering. De eerste zes maanden geldt een wettelijk vermoeden en daarna zal de consument moeten kunnen aantonen dat het conformiteitsgebrek bestond op het tijdstip van de levering.

Het gaat om een regeling in het Burgerlijk Wetboek die niet strafrechtelijk wordt gesanctioneerd. Toch kunnen we optreden in het kader van de wet op de handelspraktijken. Zo kan de Algemene Directie Controle en Bemiddeling tussenbeide komen op basis van artikel 94 van de wet op de oneerlijke handelspraktijken of op basis van artikel 32 van de wetgeving inzake onrechtmatige bedingen. Daarnaast voorziet de garantiewet in een stakingsvordering.

De wettelijke garantieplicht rust op de eindverkoper. Het is echter belangrijk hierbij te vermelden dat de wet voorziet in een regresrecht van de eindverkoper. Een eindverkoper, die door de consument wordt aangesproken wegens een gebrek aan overeenstemming, kan zich keren tegen de producent, een voorafgaande verkoper in dezelfde contractuele keten of tegen enig ander tussenpersoon. Dit recht van de eindverkoper kan niet contractueel worden beperkt of opgeheven.

Daarnaast kan de consument zich nog steeds rechtstreeks wenden tot de fabrikant of een vorige schakel in de koopovereenkomst, op basis van regels van het Burgerlijk Wetboek.

De term `garantie' wordt in de wet voorbehouden voor de commerciële garantie. De wet verplicht de fabrikant of de verkoper niet om een commerciële garantie te geven, maar bepaalt wel dat de commerciële garantie bindend is voor degene die haar biedt. De commerciële garantie moet vermelden dat de consument wettelijke rechten heeft en dat de commerciële garantie daaraan geen afbreuk doet.

Deze bepaling werd opgenomen om de consument te informeren over zijn wettelijke rechten. De consument denkt immers vaak ten onrechte dat enkel de commerciële garanties van toepassing zijn.

Het artikel van het computermagazine stelt terechte vragen over de garantiebepalingen, maar de conclusies in het artikel zijn te algemeen en moeten worden genuanceerd.

Zoals al gezegd, zijn de wettelijke garantie en de commerciële garantie twee verschillende begrippen met een andere lading en andere effecten. Elk contractueel beding dat ertoe strekt de wettelijke rechten van de consument inzake gebreken op te heffen of te verminderen, is verboden en nietig.

Een fabrieksgarantie van één jaar mag dus uitsluitend de wettelijke rechten aanvullen of uitbreiden, maar geen beperking ervan betekenen. Zo kan de commerciële waarborg het eerste jaar ruimer zijn dan de wettelijke garantie, maar kan de wettelijke garantie tijdens het tweede jaar nooit worden beperkt. In dat geval zouden de volledige garantievoorwaarden en contractuele bedingen van de computerwinkels en -fabrikanten geval per geval moeten worden onderzocht.

Maatregelen, zoals het opleggen van strafrechtelijke sancties, zijn enigszins voorbarig. De wet is immers pas zes maanden geleden in werking getreden. De wet bepaalt trouwens dat ten laatste drie jaar na de inwerkingtreding een verslag aan de Kamer wordt overgezonden over de toepassing van de wet.

Er werden reeds inspanningen gedaan om de consumenten in te lichten, zowel door de overheid als door de consumenten- en beroepsorganisaties. Zo staat alle informatie over de nieuwe garantieregeling voor de consument op de website van de FOD Economie. Tevens hebben we een informatiebrochure opgesteld. Die brochure kan ook worden geraadpleegd door wie die niet over een computer beschikt. Deze inspanningen moeten zeker worden voortgezet en versterkt met het oog op een correcte informatie van de consument.