1-39/1

1-39/1

Belgische Senaat

BUITENGEWONE ZITTING 1995

4 JULI 1995


Wetsvoorstel betreffende de bescherming van arbeiders bij te hoge concentraties van troposferische ozon (1)

(Ingediend door mevr. Dardenne c.s.)


TOELICHTING


Troposferische ozon of fotochemische verontreiniging ontstaat wanneer stikstofoxyden (NOx ) en vluchtige organische stoffen (V.O.S.) onder invloed van het zonlicht chemisch met elkaar reageren.

De concentratie van troposferische ozon hangt af van de temperatuur, de intensiteit van de zon en de hoeveelheid NOx en V.O.S. in de lucht. Verhoogde concentraties worden vooral in de lente en de zomer gemeten, wanneer de temperatuur het hoogst en de bewolking het minst is.

De jongste jaren stijgt de achtergrondconcentratie van troposferische ozon gestaag door een stijging van emissies van NOx en V.O.S. van menselijke oorsprong. Uit metingen is gebleken dat de achtergrondemissie van ozon 100 jaar geleden ongeveer 20 µg/m3 bedroeg, tegen 33 tot 45 µg/m3 in 1992. De achtergrondconcentratie van troposferische ozon bedraagt nu zo'n 60 µg/m3 en zal volgens sommige modellen met 1 pct. of meer per jaar stijgen. Deze stijging in de aanwezigheid van ozon in de vrije troposfeer is onrustbarend, zowel voor de toekomstige achtergrondconcentraties van ozon als voor de pieken tijdens de zomersmog. Deze hogere achtergrondwaarden zijn er de oorzaak van dat de limietwaarden sneller overschreden zullen worden bij piek-episoden, die ook veelvuldiger optreden.

Buiten de nadelige gevolgen voor de gezondheid, speelt deze « zomersmog » een nefaste rol bij de verzuring en het broeikaseffect.

Zo heeft die « zomersmog » zware gevolgen voor de volksgezondheid. Te hoge ozonconcentraties veroorzaken een vermindering van de ademhalingsfunctie en symptomatische reacties zoals ademhalingsmoeilijkheden, pijn bij diepe ademhaling, hoest, hoofdpijn en oogirritatie. In extreme gevallen kan ademnood, astma en misselijkheid optreden.

Dat bevestigt een groep deskundigen van de Britse regering over de kwaliteitsnormen van de lucht. Op basis van die waarnemingen stelt hij een limiet van 50 µgram ozon per m3 voor (gemiddelde over acht uur) bij wijze van voorzorgsmaatregel om te voorkomen dat de gezondheid nefaste gevolgen ondergaat.

Voorts is de Duitse Commissie M.A.K. (Maximale Arbeitsplatz Konzentration) onlangs tot de bevinding gekomen dat er ernstige aanwijzingen zijn dat ozon kankerverwekkend is. Deze commissie zal haar bevindingen publiceren in de lijst M.A.K. 95 die in augustus 1995 verschijnt.

De mate waarin dat gevolgen heeft voor de gezondheid is een exponentiële functie van de concentratie van troposferische ozon, de duur van de blootstelling en het ademhalingsvolume.

Het verrichten van zware fysieke arbeid versterkt de gevolgen.

Een studie uit 1991 heeft de gevolgen onderzocht van een verlengde blootstelling van gezonde volwassen mannen tijdens lichamelijke activiteiten aan concentraties tot 160 µg/m3 . Hierdoor werd nogmaals bevestigd dat een dergelijke blootstelling resulteert in een belangrijke daling van de longfunctie, ademhalingsstoornissen en niet-specifieke reacties van de luchtwegen.

In april 1995 hebben het Instituut voor Hygiëne en Epidemiologie (I.H.E.) en de Interregionale Cel voor het Leefmilieu (IRCEL) een rapport gepubliceerd over de « oversterfte verbonden aan het voorkomen van een warmtegolf en fotochemische luchtverontreiniging tijdens de zomer van 1994 in België ». Volgens die studie zijn er tijdens de hitteperiode van 27 juni tot 7 augustus 1994, in België statistisch gezien 1 226 personen meer gestorven dan in normale omstandigheden. Volgens de deskundigen is die toename met 10 pct. van het sterftecijfer in vergelijking met een normale zomer rechtstreeks te wijten aan het samengaan van tropische temperaturen en een hoog ozongehalte.

Hoewel werknemers tijdens de zomermaanden steeds vaker geconfronteerd worden met verhoogde ozonconcentraties, bestaat er vooralsnog geen wettelijke regeling. De enige maatregel die nu genomen wordt, is dat men « gevoelige mensen » aanraadt thuis te blijven en niet te joggen of zwaar werk te verrichten tussen 12 en 20 uur.

Dit is bijzonder weinig.

De concentraties van troposferische ozon zijn even hoog in zowel landelijke als stedelijke zones. Daarom is een algemene regeling noodzakelijk en geen regeling voor stedelijke zones alleen.

Dit wetsvoorstel beoogt werknemers te beschermen tegen te hoge ozonconcentraties na een aanpassing van het Algemeen reglement voor de arbeidsbescherming (A.R.A.B.).

Het wetsvoorstel maakt een onderscheid tussen binnens- en buitenshuis werken, omdat ozonconcentraties binnenskamers gemiddeld slechts de helft bedragen van de concentraties buiten.

Het maakt eveneens een onderscheid tussen zware fysieke arbeid en andere. Zoals gezegd, beïnvloedt de intensiteit van de fysieke arbeid de gevolgen van een te hoge ozonconcentratie.

Als referentiewaarden zijn die van de richtlijn 92/72/E.E.G. van de Raad van 21 september 1992 genomen. Als lidstaat van de Europese Unie moet België immers de Europese regelgeving toepassen.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 2

Dit artikel zorgt ervoor dat de limieten voor concentraties van troposferische ozon worden opgenomen in de algemene bepalingen van het arbeidsklimaat, zoals neergelegd in artikel 55 van het A.R.A.B. Hierdoor wordt het gevaar voor de gezondheid van te hoge ozonconcentraties erkend.

Artikel 3

Dit artikel bepaalt wanneer de concentratie van troposferische ozon te hoog is voor verschillende types van werk.

Een onderscheid wordt gemaakt tussen binnenshuis en buitenshuis werken en het soort werk dat verricht wordt.

Martine DARDENNE.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In artikel 55 van het Algemeen reglement voor de arbeidsbescherming, goedgekeurd bij de besluiten van de Regent van 11 februari 1946 en 27 september 1947, wordt een punt 3bis ingevoegd, luidende :

« 3bis. Een te hoge concentratie van troposferische ozon. »

Art. 3

In hoofdstuk II, afdeling I van hetzelfde reglement wordt een § 3bis ingevoegd, luidende :

« § 3bis. Concentratie van troposferische ozon

Artikel 68 bis. ­ In open werklokalen of werkplaatsen in de open lucht is werken verboden indien de concentratie van troposferische ozon minimaal 180 µg/m3 (gemiddelde 1-uursconcentratie) of 120µg/m3 (gemiddelde 8-uursconcentratie) bedraagt.

De Koning bepaalt ten laatste één jaar na de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad de beroepen waarvoor deze bepaling niet geldt en legt in deze gevallen de maximale duur van blootstelling aan te hoge concentraties van troposferische ozon vast.

Artikel 68 ter. ­ In gesloten werklokalen is zwaar werk zoals bepaald in artikel 64 verboden indien de concentratie van troposferische ozon buitenshuis minimaal 180µg/m3 (gemiddelde 1-uursconcentratie) of 120µg/m3 (gemiddelde 8-uursconcentratie) bedraagt.

De Koning bepaalt de beroepen waarvoor deze bepaling niet geldt en legt in deze gevallen de maximale duur van blootstelling aan te hoge concentraties van troposferische ozon vast. »

Martine DARDENNE.
Sabine de BETHUNE.
Philippe MAHOUX.
Lydia MAXIMUS.
Jan LOONES.
Eddy BOUTMANS.

(1) Dit wetsvoorstel werd in de Senaat reeds ingediend op 19 juli 1994, onder het nummer 1169-1 (1993-1994).