Geweld tegen ouderen - Ouderenmishandeling - Cijfers - Aanscherpen handhavingsbeleid
bejaarde
geweld
officiële statistiek
18/12/2014 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 22/1/2015) |
28/4/2015 | Antwoord |
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-309
Deze vraag betreft een transversale aangelegenheid (gemeenschapsbevoegdheid: ouderenzorg - preventie).
Recentelijk werden in Nederland de resultaten van een studie bekendgemaakt. Daaruit blijkt dat ouderen steeds vaker het slachtoffer zijn van geweld. Opvallend is de toename van geweld tegen mannelijke ouderen. Dit gebeurt zowel thuis, door familieleden bijvoorbeeld, maar ook door thuisverzorgers of in verzorgingstehuizen. In België hebben wij het nummer 1712, de Hulplijn “misbruik, geweld en kindermishandeling”, en Vloco, dat jaarlijks een congres organiseert. In Nederland echter bestaan ondertussen het actieplan "Ouderen in veilige handen" alsook periodieke voortgangsrapportages “geweld in afhankelijkheidsrelaties”. Onze noorderburen gaan zelfs zo ver dat personeel in de zorg op een zwarte lijst kan worden gezet. Ten slotte maakte hun regering het in 2012 mogelijk om zwaardere straffen uit te spreken bij geweld in afhankelijkheidsrelaties, dus ook in geval van geweld tegen ouderen. Omdat de Nederlandse situatie vaak erg aanleunt bij de Belgische, is het interessant te peilen naar de Belgische situatie.
De politie neemt immers de leeftijd van de slachtoffers op in de processen-verbaal. De gevraagde informatie kan aldus onder meer worden teruggevonden in het ISLP-systeem van de politie.
Graag vernam ik van de minister het volgende:
1. Is er in ons land specifiek onderzoek verricht naar geweld op ouderen? Indien ja, wat zeggen hier de cijfers? Indien neen, is er een soortgelijk onderzoek gepland? Kunt u de inhoud en de timing ervan toelichten?
2. Wat is uw reactie op het bericht over de toename van het aantal gevallen van geweld tegen ouderen? Zijn onze cijfers vergelijkbaar met die in Nederland? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo neen, waarom niet?
3. Kan de bevoegde minister aangeven hoeveel processen-verbaal er de jongste drie jaar voor geweld tegen ouderen werden uitgeschreven (graag gegevens per jaar) en beschikt hij over bijkomende informatie wat betreft de daders en vooral of deze werkzaam waren in verzorgingstehuizen of in andere instellingen die met ouderen werken?
4. Is de regering bereid om in samenspraak met de Gemeenschappen aanvullende maatregelen te treffen om geweld tegen ouderen tegen te gaan?
5. Hoe staat u tegenover het Nederlandse waarschuwingsregister dat met steun van het Nederlandse Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport tot stand wordt gebracht en waarbij personeel in de zorgsector op een zwarte lijst kan worden gezet in geval van herhaald geweld? Kan dit worden toegelicht?
6. Hoe staat de minister tegenover zwaardere straffen bij geweld in afhankelijkheidsrelaties? Kan dit worden toegelicht?
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen :
Eerst en vooral wens ik op te merken dat deze problematiek op verschillende niveaus (federaal, regionaal, lokaal) aangepakt wordt. Op federaal niveau besteden we vooral aandacht aan de preventieve, politionele en strafrechtelijke aanpak ervan.
De Gemeenschappen zijn dan weer bevoegd voor de persoonsgebonden materies en behartigen onder andere de organisatie van de slachtofferzorg. Op de website van de Vlaamse overheid vindt u bijvoorbeeld een pagina over « geweld en misbruik bij ouderen (thuis en in een rusthuis) » en informatie over het centraal Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling. De focus ligt op de mis(be)handeling van personen van meer dan vijfenvijftig in een thuissituatie. Voor Wallonië en het Franstalige deel van Brussel is CAPAM (Centre d’aide aux personnes âgées maltraitées) opgericht als meldpunt.
1) De politie is niet op de hoogte van een specifiek en / of gepland onderzoek naar « geweld tegen ouderen ». Ik verwijs hiervoor dan ook door naar de bevoegde dienst « gezin, welzijn, gezondheid » van de Gemeenschappen die de slachtofferzorg regelen en naar de andere partners betrokken bij dit fenomeen.
2) & 3) Wat betreft de politonele registratie, dient gesteld dat de informatie over ouderenmishandeling, die in de politiedatabank (ANG) gevat wordt, niet toelaat om een voldoende betrouwbaar of volledig antwoord te leveren op de gestelde vragen.
Immers, de gegevens die de slachtoffercategorie specifiëren (in dit geval de leeftijdscategorie – ouderen) moeten niet verplicht ingevuld worden door de politie.
Bovendien weten we dat slachtoffers van dergelijke misdrijven niet steeds aangifte doen. Een « dark number » voor dit fenomeen bestaat dus zeker. Het lijkt dan ook aangewezen om verschillende bronnen te raadplegen en zeker de cijfers van de Meldpunten Ouderenmis(be)handeling bij de gemeenschappen op te vragen.
De enige data die de politie dienaangaande kan aanreiken zijn de opzettelijke slagen en verwondingen tegen ouders. De onderstaande tabel geeft het aantal desbetreffende registraties weer, op nationaal niveau voor de periode 2011-2013 alsook voor het eerste semester van 2014. Deze gegevens komen uit de bevraging op datum van 24 oktober 2014.
Opzettelijke slagen en/of verwondingen binnen familie tegen ouders :
2011 |
2012 |
2013 |
S1 2014 |
2 005 |
1 966 |
1 845 |
965 |
Als we kijken naar bovenstaande cijfers, zien we eerder een dalende tendens sedert 2011 en geen stijging. Zoals reeds gezegd, is er bij de politieregistratie voor deze misdrijven vermoedelijk een vrij groot « dark number ».
Gelet op deze onvolledige cijfergegevens is het niet mogelijk deze te vergelijken met andere cijfers, bijvoorbeeld met deze uit Nederland. Om dezelfde reden kunnen we u geen antwoord geven omtrent daderprofielen. We beschikken immers enkel over cijfers van feiten begaan ten opzichte van een ascendant.
4) Ik kan u verzekeren dat geweld tegen kwetsbare personen (bejaarden, kinderen, vrouwen), zeker in intrafamiliaal verband, een bijzonder aandachtspunt is bij de politie.
Deze problematiek is een prioritair thema in het regeerakkoord. Samen met mijn collega van Justitie wens ik onder meer het accent te leggen op een verbetering van het slachtofferstatuut (slachtoffers van geweld) en de slachtofferbejegening bij de politie. Verschillende initiatieven (sensibiliseren, opleiden, samenwerking) hierover zijn lopende bij de politiediensten. Dit toont niet alleen de aandacht aan van de regering ten aanzien van kwetsbare personen, maar ook het belang dat ze hecht aan de samenwerking met de verschillende actoren en partners betrokken bij deze problematiek.
Ik sta uiteraard openstaan voor overleg met de vertegenwoordigers van de verschillende Gemeenschappen voor wat betreft het geweld tegen of mishandeling van ouderen.
5) Hiervoor verwijs ik naar de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, mevrouw De Block.
6) Hiervoor verwijs ik naar de minister van Justitie, mijnheer Geens.