Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10386

van Bart De Nijn (N-VA) d.d. 12 november 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Landsverdediging

Dienst voor opruiming en vernietiging van ontploffingstuigen - Valse bommeldingen - Overzicht - Preventief onderzoek - Kosten

explosieve stof
vuurwapen
krijgsmacht
officiële statistiek
politie
brandbestrijding

Chronologie

12/11/2013Verzending vraag
13/12/2013Antwoord

Vraag nr. 5-10386 d.d. 12 november 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Dienst voor opruiming en vernietiging van ontploffingstuigen (DOVO), de brandweer en de politie zijn zeer belangrijke instanties om conventionele munitie op te ruimen en te vernietigen. Ik wil in deze vraag het belang van die interventies dan ook niet in twijfel trekken. Integendeel, niets is belangrijker dan de veiligheid van de burgers te garanderen.

Spijtig genoeg gebeuren er wel vaak interventies waarbij grappenmakers de diensten doen uitrukken zonder dat er explosie- of munitiegevaar was. Deze mensen vergeten dat daar heel wat kosten mee gepaard gaan.

Graag had ik in dit kader enkele vragen gesteld. Indien ik naar cijfers peil, is het voor de jaren 2008 tot en met 2012.

1) Hoeveel keer moest DOVO uitrukken in het kader van:

- een valse bommelding waarbij niets gevonden werd;

- een interventie waarbij iets gevonden werd, maar waarbij het uiteindelijk niet om munitie bleek te gaan;

- werkelijke neutralisatie van munitie;

- preventieve onderzoeken in het kader van opgravingen, openbare werken, archeologisch onderzoek,…

2) In hoeveel gevallen werd er munitie gevonden nadat er een preventief onderzoek gevoerd werd?

3) Hoeveel bedragen de kosten die door de verschillende betrokken diensten gemaakt werden? Die cijfers liefst opgesplitst per betrokken dienst (brandweer, politie en DOVO) en indien mogelijk per soort van interventie (zie vraag 1)?

Antwoord ontvangen op 13 december 2013 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

1 De procedure voor de inzet van de Dienst voor opruiming en vernietiging van ontploffingstuigen (DOVO) op nationaal grondgebied voorziet dat DOVO enkel op de site gevraagd wordt van zodra de politiediensten een voorwerp dat mogelijk explosieven bevat gelokaliseerd hebben. DOVO beschikt over volgende cijfergegevens:

Aantal interventies waarbij een verdacht tuig intentioneel werd geplaatst zonder dat explosieven werden aangetroffen

2008

0

2009

3

2010

0

2011

1

2012

1

Aantal interventies gevraagd door politiediensten voor een verdacht voorwerp waarbij er geen bewijs was van kwaad opzet (bijvoorbeeld vergeten valies op publieke plaats, … ) zonder dat explosieven werden aangetroffen

2008

25

2009

55

2010

51

2011

57

2012

46

De werkelijke neutralisatie van munitie omvat: de effectieve neutralisatie van het tuig (= render safe procedure), het post-blast onderzoek en het aantreffen van “bomb making equipment” (precursoren, springstoffen, detonators). Voor de cijfers 2008-2011 verwijs ik het geachte lid naar mijn antwoord op de schriftelijke vraag Nr 5-5773 van Mevrouw de Senator Inge Faes van 2 maart 2012.

 

Render Safe

Post explosion

Find bomb equipment

Totaal

2012

6

14

3

23

DOVO neemt niet deel aan de lokalisatie noch aan preventieve opzoekingen in het kader van opgravingen, openbare werken, archeologisch onderzoek, enzovoort.

2. DOVO houdt binnen het kader van het opruimen van munitie uit beide wereldoorlogen geen gegevens bij of een tuig al dan niet na een preventief onderzoek door anderen werd aangetroffen. Wel kan gesteld worden dat het merendeel van deze tuigen accidenteel wordt aangetroffen tijdens graafwerken of landbouwactiviteiten.

In het kader van preventieve zoekacties voorafgaand aan en tijdens evenementen zoals een EU-Top, bezoeken van hoogwaardigheidsbekleders, … werden tot op heden geen explosieven gevonden.

3. Voor de kosten verbonden aan deze interventies verwijs ik het geachte Lid eveneens naar mijn antwoord op de schriftelijke vraag Nr 5-5773.