De verkoop van chocoladesigaretten
suikerwaren
verpakken
nicotineverslaving
verkoopvergunning
3/7/2012 | Verzending vraag |
26/10/2012 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-2256
Chocoladesigaretten bestemd voor jonge verbruikers zijn vandaag niet verboden. De verkoop van nagemaakte sigaretten is niet strijdig met de wet ter bestrijding van het tabaksgebruik. De Europese Unie heeft de lidstaten er nochtans toe aangezet de verkoop van tabaksproducten aan minderjarigen te verhinderen, onder meer door het “verbod op de verkoop van snoep en speelgoed die voor kinderen zijn bedoeld en geproduceerd worden met de duidelijke bedoeling dat het product en/of de verpakking op een tabaksproduct lijken”. Op het internationale niveau bevat artikel 16 van de kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) ter bestrijding van het tabaksgebruik identiek dezelfde voorschriften. Sommige landen, bijvoorbeeld Canada, het Verenigd Koninkrijk, Finland, Noorwegen en Australië, hebben de verkoop van dergelijke producten al verboden. België voert al enkele jaren een restrictief rookbeleid : het is verboden te roken op het werk en in restaurants. Door een recente beslissing van het Grondwettelijk Hof mag er vanaf 1 juli 2011 ook niet meer gerookt worden in de cafés.
Een studie verschenen in het British Medical Journal zou bovendien aantonen dat er een band is met het roken van echte sigaretten. Het snoepen van chocoladesigaretten zou de kinderen slechte gewoonten aanleren. Ze zouden worden aangemoedigd te roken en “te doen als volwassenen” om zich te bevestigen, ook al weten ze dat tabak jaarlijks duizenden mensen doodt. Studies in de Verenigde Staten hebben ook aangetoond dat kinderen van twaalf jaar die chocoladesigaretten eten, twee keer zoveel risico's lopen om rokers te worden dan andere kinderen.
Daarnaast zouden er stilzwijgende overeenkomsten bestaan tussen tabaksproducenten en suikerwarenfabrikanten om de verpakking van chocoladesigaretten te laten gelijken op echte pakjes sigaretten. Die suikerwarenfabrikanten zorgen er mee voor dat roken als normaal wordt beschouwd. De concrete band tussen die actoren is overigens duidelijk. Sigarettenfabrikanten brengen immers sigaretten met chocolade- of vanillesmaak op de markt met een filter die een zoete smaak heeft. Zouden die smaken die blijven hangen niet bedoeld zijn om de allerjongsten in te palmen? Sigarettenfabrikanten verwachten veel van die doelgroep omdat die hun voortbestaan moet verzekeren.
Is het niet tegenstrijdig om de aankoop van tabaksproducten, die verkocht mogen worden, te ontraden en de verkoop van andere producten die er een symbolische band mee hebben toe te staan? Zullen die snoepjes, die de verkoop van echte sigaretten onrechtstreeks bevorderen, worden verboden?
De strijd tegen het roken kan enkel efficiënt zijn wanneer de verschillende aspecten van de problematiek worden aangepakt: reclame, roken op openbare plaatsen, gezondheidswaarschuwingen, informatiecampagne, ontwenning, prijzen. Het is die combinatie van verschillende acties in verschillende domeinen die positieve resultaten oplevert.
De problematiek van de snoepsigaretten werd reeds aangekaart door het parlement in het begin van de jaren 2000 naar aanleiding van de publicatie van het door u vermelde artikel in het British Medical Journal. Destijds vonden de parlementsleden het echter niet nodig om wetgevende initiatieven te nemen.