Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-58

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 30 augustus 2010

aan de minister van Pensioenen en Grote Steden

Klimaatopwarming - Verplaatsingen - Gebruik van het vliegtuig - Voorkeur voor reizen per trein

opwarming van het klimaat
reis
ministerie
emissiehandel
vermindering van gasemissie
luchtvervoer
vervoer per spoor
emissierechten
Protocol van Kyoto
ecologische voetafdruk

Chronologie

30/8/2010Verzending vraag
27/10/2010Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-52
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-53
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-54
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-55
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-56
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-57
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-59
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-60
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-61
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-62
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-63
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-64
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-65
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-66
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-67
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-68
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-69
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-70
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-71
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-72

Vraag nr. 5-58 d.d. 30 augustus 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In 2008 gaf de minister van Klimaat en Energie aan dat hij een rondzendbrief voorbereidt ter attentie van de Belgische regeringsleden waarin hij hen aanmaande om meer gebruik te maken van de trein.

Verontwaardigd stelde de excellentie immers vast dat de Belgische regeringsleden en de leden van de beleidscellen jaarlijks ongeveer 6 500 heen- en terugvluchten maken. Met de hierbij gepaard gaande 13 000 ton CO2-uitstoot is de overheid een grote luchtvervuiler. De minister van Klimaat en Energie noemde de impact hiervan op het milieu aanzienlijk.

In een rondzendbrief stelde hij voor om bij korte verplaatsingen (tot driehonderd kilometer) niet langer gebruik te maken van een vliegtuig. Voor langere verplaatsingen geldt de tienurenregel. Overal waar men binnen de tien uur met de trein kan geraken moet volgens de rondzendbrief ook gebruik worden gemaakt van de trein.

In 2008 hadden de ministers van Klimaat en Energie en van Sociale Zaken en Volksgezondheid instructies uitgevaardigd waarbij de ambtenaren van de betrokken departementen verplicht worden de trein te nemen voor alle bestemmingen die zich op minder dan driehonderd kilometer afstand bevinden (Londen, Parijs, Amsterdam, Keulen, ...) en dat de trein ook de voorkeur zal krijgen voor grotere afstanden die per trein kunnen worden bereikt in minder dan tien uur (bijvoorbeeld de steden in Zuid-Frankrijk, Zwitserland, …).

Voor de verplaatsingen die toch per vliegtuig moeten gebeuren, wordt de uitstoot geneutraliseerd door de aankoop van certificaten bij compensatieprogramma's of door de aankoop en de annulatie van emissierechten op basis van het Europese emissiehandelssysteem of van het Protocol van Kyoto.

De minister van Klimaat en Energie liet weten het initiatief te willen uitbreiden tot alle regeringsleden en het personeel van de federale overheidsdiensten (FOD) en de programmatorische federale overheidsdiensten (POD) en de instellingen van openbaar nut. Een principebeslissing in die zin werd genomen en een werkgroep werd opgericht, doch binnen de groep werd nog geen akkoord bereikt.

Ik heb dan ook volgende vragen:

1) Heeft u of hebben leden van uw administratie of beleidscel in 2008 en 2009 gebruik gemaakt van een vliegtuig voor verplaatsingen binnen een straal van driehonderd kilometer? Zo ja, hoeveel keer en bent u van plan om het gebruik ervan te reduceren?

2) Wat vindt u van het principe dat de regeringsleden en de departementen en FOD's die onder hun bevoegdheid vallen de trein moeten nemen voor alle bestemmingen in het buitenland die zich op minder dan driehonderd kilometer afstand bevinden? Kan u dat uitvoerig toelichten?

3) Wordt dat systeem nu reeds toegepast door de uzelf en de FOD's, beleidscellen en departementen waarvoor u bevoegd bent? Zo neen, waarom niet?

4) Wat vindt u van het principe dat als de verplaatsing toch per vliegtuig moet geschieden, de uitstoot moet worden geneutraliseerd?

5) Past u dit principe persoonlijk reeds toe en passen de departementen, de beleidscellen en de FOD's waarvoor u bevoegd bent dit reeds toe? Zo ja, hoeveel heeft dit reeds gekost en wat is de geschatte meerkost op jaarbasis?

6) Zo niet, waarom past u het principe van de neutralisering van de verplaatsingen per vliegtuig niet toe?

7) Is u het eens met de stelling dat de regering inzake het klimaat een voorbeeldfunctie moet vervullen, net als het Parlement?

Antwoord ontvangen op 27 oktober 2010 :

In antwoord op zijn vragen heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

A. Rijksdienst voor Pensioenen.(RVP)

1. De personeelsleden van de RVP hebben in 2008 en 2009 geen gebruik gemaakt van een vliegtuig voor een verplaatsing binnen een straal van 300 kilometer.

2. Vooreerst moet worden opgemerkt dat de RVP weinig verplaatsingen uitvoert in het buitenland. De relatief korte verplaatsingen naar het buitenland gebeuren met de trein. Principieel gaat de RVP ermee akkoord om voor zijn korte verplaatsingen in het Buitenland gebruik te maken van het openbaar vervoer. Deze visie wordt ook gedragen door het engagement van de RVP om op alle niveaus van zijn activiteiten aandacht te besteden aan het milieu, wat heeft geleid tot het behalen van een registratie van het Europese milieubeheersysteem EMAS voor het gebouw de Zuidertoren en het inschrijven van het principe van de duurzame ontwikkeling in de bestuursovereenkomst.

3. Zie antwoorden op vragen 1 en 2

4. Voor de zeldzame verdere verplaatsingen in het buitenland maakt de RVP gebruik van het vliegtuig. Zoals vermeld onder punt 2 en overeenkomstig onze filosofie ter zake, gaan we er principieel mee akkoord om in de toekomst de CO2 uitstoot te neutraliseren.

5. Dit principe wordt nu nog niet toegepast, maar zal worden overwogen voor toekomstige verplaatsingen

6. Zie punt 4 en 5. Er wordt nogmaals herhaald dat de verplaatsingen met het vliegtuig zeer beperkt zijn.

7. Uit al wat voorafgaat, blijkt duidelijk dat de RVP akkoord gaat met de stelling dat de overheid inzake het klimaat een voorbeeldfunctie moet vervullen.

B. Pensioendienst voor de Overheidssector.(PDOS)

1.) De vliegtuigreizen die in 2008 en 2009 ondernomen werden door personeelsleden van de PDOS in het kader van hun opdracht zijn:

2008: een persoon: heen- en terugvlucht naar Helsinki

2009: een persoon: heen- en terugvlucht naar Berlijn en Bilbao;

Twee personen: heen- en terugvlucht naar München.

2) De dienstverplaatsingen naar Parijs (heen- en terugreis voor twee personen) en naar Amsterdam (heen- en terugreis voor een persoon) gebeurden overeenkomstig de door de ministers van Klimaat en Energie uitgevaardigde instructies omtrent de tien urenregel met de trein.

3.) Uit het antwoord op de eerste vraag blijkt dat de personeelsleden van de PDOS in de praktijk de tien-urenregel al toepassen. Bij de keuze tussen trein en vliegtuig spelen de factoren tijd en bereikbaarheid uiteraard ook een rol. Desalniettemin maken de personeelsleden van de PDOS slechts uitzonderlijk gebruik van het vliegtuig.

4.)/ 5.) / 6.) Het principe van de neutralisering van de uitstoot toepassen indien het vliegtuig als vervoermiddel wordt gekozen, zou uiteraard voor de PDOS een bijkomende kost betekenen.

Vermits hier voor het budgettair jaar 2010 geen budgetten zijn voorzien en de PDOS deze bijkomende kost niet kan dragen, wordt het principe van de neutralisering van de uitstoot door de PDOS momenteel niet toegepast.

C. Kabinet van de minister.

Voor het jaar 2009 dient opgemerkt te worden dat ik bij mijn zakelijke verplaatsingen, uitgevoerd in het kader van mijn functie als minister van Pensioenen en Grote Steden, geen beroep heb gedaan op luchtvervoer binnen een straal van minder dan driehonderd kilometer.