Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-1937

van Jurgen Ceder (Vlaams Belang) d.d. 29 oktober 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken

Beleidscellen - FOD's - POD's - Studieopdrachten

ministerie
dienstverleningscontract
openbare aanbesteding
overheidsadministratie
overheidsopdrachten

Chronologie

29/10/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 27/11/2008)
19/12/2008Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1934
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1935
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1936
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1938
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1939
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1940
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1941
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1942
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1943
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1944
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1945
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1946
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1947
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1948
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1949
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1950
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1951
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1952
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1953
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1954
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1955

Vraag nr. 4-1937 d.d. 29 oktober 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Regelmatig worden er door de ministers en staatssecretarissen, hun beleidscellen (cellen beleidsvoorbereiding) en administraties studies besteld bij derden.

Kan u mij voor elke studieopdracht die vanaf 10 juni 2007 door u, uw eventuele voorganger(s), uw kabinet of administratie werd uitgeschreven het volgende meedelen:

1. het onderwerp van de studieopdracht en omschrijving ervan;

2. de vraagstelling of beleidsproblematiek die aan de basis ligt van de opdracht; welke beleidsdoelstelling wordt er met andere woorden mee betracht?

3. de wijze van gunning en naam en plaats van de exploitatiezetel/woonplaats van diegene aan wie de studieopdracht werd toegewezen,

4. Werd de opdracht aan de meest voordelige (goedkoopste) offerte toevertrouwd en zo neen, waarom niet?

5. de datum waarop de opdracht werd aanbesteed en datum waarop deze dient/diende te worden afgeleverd.

6. de totale kostprijs van de studie;

7. de taal/talen waarin deze studie (eindrapport) werd/wordt opgesteld en afgeleverd;

8. de verspreiding die aan het eindrapport van deze studie werd/wordt gegeven;

9. de concrete gevolgen er aan de resultaten en de conclusies van deze studie werden gegeven.

10. Op welke wijze werden de conclusies van de studie met andere woorden in het beleid omgezet en uitgevoerd? Wat is in voorkomend geval de actuele stand van zaken van de uitvoering van de conclusies van deze studie?

Antwoord ontvangen op 19 december 2008 :

Het geachte lid vindt hieronder de antwoorden op zijn vragen.

Tijdens die periode heeft de Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken twee soorten studies bevolen:

De eerste soort groepeert de punctuele studies. Het gaat om vier studies, waarvan er twee betrekking hebben op de Civiele Bescherming en de andere twee op het Crisiscentrum en het Orgaan voor de Coördinatie van de Analyse van de Dreiging (OCAD).

De tweede soort studies vloeit voort uit de gewone activiteiten van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid. Die directie lanceert jaarlijks onderzoeksprogramma’s volgens gevarieerde thema’s. Het programma van 2007 omvatte zeven studies en dat van 2008 zes studies.

Alle studieopdrachten werden gegund via de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

Overeenkomstig het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole, werden alle gunningvoorstellen betreffende deze opdrachten waarvoor het bedrag meer bedroeg dan 31.000 euro (inclusief BTW) goedgekeurd door de inspecteur-generaal van financiën.

A. Punctuele opdrachten

1. Twee projecten hadden betrekking op moderniseringsprojecten inzake beheer van crisis- en/of rampsituaties. Onafhankelijk van de Directies (Crisiscentrum of Civiele Veiligheid), werden de twee studies tussen november 2007 en eind 2008 toevertrouwd aan de firma CEMAC. De totale kostprijs bedraagt 116.624,64 euro (Civiele Veiligheid 74 399,27 en Crisiscentrum 42 225,37 euro). Deze studieopdrachten werden gegund via een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking en toegewezen aan de firma die de meest voordelige offerte heeft ingediend. Deze studies werden in het Nederlands uitgevoerd.

De resultaten van die twee eerste studies zijn bestemd voor de provincies en de gemeenten die ze als methodologisch instrument zullen integreren voor de identificatie en de analyse van de risico’s. De in het Nederlands en het Frans opgemaakte resultaten zullen ofwel opgetekend worden in een planningsgids die begin 2009 gepubliceerd zal worden, ofwel toevertrouwd worden aan een stuurgroep die de verschillende studiefases volgt en ze kan aanpassen.

2. Een andere studie van de Civiele Veiligheid had betrekking op een evaluatie van de budgettaire impact van de oprichting van de hulpverleningszones volgens de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid.

Die analyse werd uitgevoerd in 2008 en werd toevertrouwd aan de firma Deloitte Fiduciaire voor een totaal bedrag van 30 250 euro; die firma werd gekozen voor haar concurrentievoordeel. De resultaten van die analyse zijn bestemd voor de cel hervorming van de Civiele Veiligheid, voor de tien provinciegouverneurs en voor de burgemeesters. De resultaten zullen slechts daadwerkelijk gebruikt kunnen worden na een grondige bespreking van de door Deloitte voorgestelde modellen.

3. De laatste studie betreft de functionele evolutie van de technieken van de Proteus-toepassing van het OCAD. Zij kadert in de uitbreiding van de opdrachten van het OCAD ten opzichte van de Antiterroristische Gemengde Groep naar gelang van de nieuwe technologieën.

De studie wordt gegund aan de hand van een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking overeenkomstig artikel 17 van de wet van 24 december 1993, gemotiveerd door de geheimhouding en het feitelijke monopolie. Het is immers de firma Alti die dat systeem sinds meer dan een decennium beheert en zij zou de interoperabiliteit van de nieuwe toepassingen goed kunnen organiseren.

De totale kostprijs van dat project bedraagt 297 031,84 euro. Het project werd opgestart in juni 2008 en zal afgesloten worden in januari 2009. De applicaties werden ontwikkeld in het Frans, maar het eindresultaat zal voorgesteld worden in het Frans en het Nederlands.

Aan de hand van de conclusies zal de problematiek van de uitbreiding van de opdrachten van het OCAD ten opzichte van de nieuwe technologieën opgelost kunnen worden.

B. Gewone studieopdrachten

1. De binnen de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid gevoerde wetenschappelijke onderzoeken beantwoorden aan de behoefte om het veiligheidsbeleid van de minister van Binnenlandse Zaken wetenschappelijk te ondersteunen. Daarom gaat het om toegepaste onderzoeken (en niet om fundamentele onderzoeken).

2. De keuze van de kandidaten inschrijvers is niet gebaseerd op de prijs, maar men kiest deze die de meest geslaagde projecten voorstellen en die tegemoet komen aan de wil van de opdrachtgevers.

Die studies (in totaal 13) worden gegund aan bepaalde onderzoeksinstellingen van het land, waaronder de Katho-Ipsoc te Kortrijk (3), de Katholieke Universiteit Leuven (2), de Universiteit van Gent (6) en de Universitaire Faculteiten Sint Lodewijk te Brussel (1), de Universiteit van Luik (1) en de Universiteit van Namen (1).

3. De programma’s van 2007 zullen beëindigd worden in november 2008. De programma’s van 2008 zullen grotendeels beëindigd worden in oktober 2009.

4. Elke studie kost minder dan 67 000 euro. De totale kostprijs bedraagt 395 114 euro voor het jaar 2007 en 362 060 euro voor 2008. De onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking is de gekozen procedure.

5. Zes studies van 2007 werden uitgebracht in het Nederlands en één studie in de twee talen. Vier studies van 2008 worden uitgebracht in het Nederlands en twee studies in het Frans.

6. Er bestaan verschillende mogelijkheden voor de verspreiding van het eindverslag en de resultaten ervan. Voor het programma van 2007 zal een samenvatting van de meeste onderzoeken gepubliceerd worden en verspreid worden naar gelang van de doelgroep.

Bijvoorbeeld:

Aangezien het programma van 2008 nog maar net opgestart is, is het onmogelijk daar al iets over te zeggen. Er zijn evenwel verschillende vormen van publicatie mogelijk, waaronder de verspreiding van het onderzoek of van een deel ervan.

7. De follow-up van het wetenschappelijk onderzoek gebeurt door de onderzoekscoördinatoren, alsook door de begeleidingscomités die bij alle wetenschappelijke onderzoeken opgericht worden.