Controlerecht van de Senaat

De Senaat kan parlementaire vragen aan de regering stellen. Om zijn taken behoorlijk te kunnen vervullen, moet hij namelijk behoorlijk geïnformeerd worden door de federale regering.

1) Parlementaire vragen

  1. Schriftelijke vragen

    Senatoren kunnen bondige schriftelijke vragen stellen aan een federaal minister of staatssecretaris. Vragen en antwoorden verschijnen in het Bulletin van Vragen en Antwoorden.

  2. Mondelinge vragen

    Vanaf de zitingsperiode 2014-2019 voorziet het Senaatsreglement niet langer in procedures voor het stellen van mondelinge vragen. De vragen die in het verleden werden gesteld blijven echter wel raadpleegbaar op onze website.

  3. Vragen om uitleg

    Vanaf de zittingsperiode 2014-2019 voorziet het Senaatsreglement niet langer in procedures voor het stellen van vragen om uitleg. De vragen die in het verleden werden gesteld blijven echter wel raadpleegbaar op onze website.Een derde type vraag is de zogenaamde "vraag om uitleg". Dit is een omstandige vraag die kan leiden tot een ruimer debat. Tot besluit van een vraag om uitleg kan een motie worden ingediend waarover wordt gestemd. De tekst van vraag en antwoord vindt u eveneens terug in de Handelingen.

2) Onderzoekscommissies

a) Procedure

Tot 25 mei 2014 lieten artikel 56 van de Grondwet en de wet van 3 mei 1880 zowel de Kamer van volksvertegenwoordigers als de Senaat toe onderzoekscommissies in te stellen. Voortaan heeft enkel de Kamer het recht van onderzoek.

Het voorstel om een onderzoek in te stellen wordt behandeld zoals een wetsvoorstel. Na de commissiebespreking gaat het voorstel naar de plenaire vergadering voor de bespreking en de stemming. Wordt het voorstel aangenomen, dan moet de kamer waar het voorstel werd ingediend de onderzoekscommissie samenstellen. Daarna kan het onderzoek starten.

Volgens de wet van 3 mei 1880 kan het onderzoek worden gevoerd door de Kamer zelf of door een bijzondere commissie. In de praktijk gaat het altijd om een bijzondere commissie.

De onderzoekscommissie en haar voorzitter beschikken over dezelfde bevoegdheden als een onderzoeksrechter. Zij mogen onder andere getuigen en deskundigen oproepen en horen. Een onderzoek kan 1 maand duren (b.v. het Heizeldrama), maar ook 2 jaar (b.v. tv-reclame).

Na afloop van het onderzoek brengt de door de onderzoekscommissie aangeduide rapporteur verslag uit aan de plenaire vergadering. De plenaire vergadering behandelt het rapport en spreekt zich uit over de mogelijke besluiten, aanbevelingen of resoluties van de onderzoekscommissie. Dit kan uitmonden in een wetgevend initiatief.

b) Onderzoekscommissies die sinds 1880 door de Senaat werden ingesteld
2001 Parlementaire onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar de legale en illegale exploitatie van en de handel in natuurlijke rijkdommen in de regio van de Grote Meren, in het licht van de huidige conflictsituatie en de betrokkenheid van België daarbij.
1997 Parlementaire commissie van onderzoek betreffende de gebeurtenissen in Rwanda
1995 Onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar de georganiseerde misdaad in België.


© Federale politie


© Federale politie

1990 Onderzoekscommissie belast met het onderzoek van de recente onthullingen over het bestaan in België van een clandestien internationaal inlichtingennetwerk, bekend onder de naam "Gladio".
1988 Informatiecommissie belast met het onderzoek en de beoordeling van de voorschriften inzake de nucleaire veiligheid, de maatregelen ter voorlichting en bescherming van de bevolking en de evacuatievoorzieningen in geval van verhoogde radioactiviteit op het grondgebied van het Rijk. (Een eerste maal ingesteld in 1986).
1987 Parlementaire commissie belast met het onderzoek naar de omstandigheden waarin België, rechtstreeks of zijdelings, betrokken zou zijn in de handel en het vervoer van wapens en munitie naar de landen ten aanzien waarvan de regering tot een embargo heeft besloten.
1980 Parlementaire onderzoekscommissie voor de studie van de problemen van de ordehandhaving in het algemeen en meer in het bijzonder betreffende de naleving en de toepassing van de wet van 29 juli 1934 waarbij de private milities verboden worden en waarbij de wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van, de handel in, en het dragen van wapens en op de handel in munitie aangevuld wordt.
1951 Parlementaire commissie van onderzoek die er mede belast is de bedrijvigheid van de Dienst van het Sequester na te gaan.