Drie verschillende types van wetgevende procedure

De wetgevende macht werkt de wetten uit. Naargelang van de materies waarop de wetsontwerpen en wetsvoorstellen betrekking hebben, zijn er drie verschillende wetgevende procedures.

Naargelang van de gevolgde procedure wordt de wetgevende macht uitgeoefend door:

Artikel 1 van de wet geeft aan tot welke categorie de wet behoort.

1. Volledig bicamerale wetten

Dit zijn de wetten die door de Kamer en de Senaat moeten worden goedgekeurd.

Hieronder vallen:

2. Optioneel bicamerale wetten

Deze wetten worden door de Kamer en eventueel ook door de Senaat goedgekeurd. De gedeeltelijk bicamerale wetten (ook de optioneel bicamerale wetten genoemd) zijn alle wetten die noch unicameraal, noch volledig bicameraal zijn. Tot deze categorie behoort het leeuwendeel van de federale wetgeving.

In de meeste gevallen hebben de gedeeltelijk bicamerale wetten betrekking op economische en sociale kwesties: arbeidsrecht, sociale zekerheidsrecht, fiscaal recht, burgerlijk recht en economisch recht.

De Senaat kan de gedeeltelijk bicamerale wetten "evoceren": indien vijftien senatoren binnen vijftien dagen na de overzending van de tekst door de Kamer hierom vragen, dan moet de Senaat het wetsontwerp behandelen. Hij beschikt hiervoor in principe over een termijn van zestig dagen. Wanneer de Kamer nadien een nieuw amendement aanneemt, dan kan de Senaat zich binnen vijftien dagen hierover uitspreken. De Kamer heeft het laatste woord.
De Parlementaire overlegcommissie (een overlegorgaan tussen Kamer en Senaat) kan de termijnen verlengen of inkorten. Zij neemt een beslissing wanneer er betwisting bestaat over de gekozen procedure.

3. Unicamerale wetten

De unicamerale wetten worden door de Kamer goedgekeurd.

Hieronder vallen de wetten:

Opmerkingen voor de webmaster

texte français << ^ >>