Bio-ethiek

Onderzoek op embryo's

SEN-P8/2
Commissievoorzitter
Jacinta De Roeck (Agalev)

S inds maart 2001 telt de Senaat een commissie meer die perfect past in de rol van de Senaat als reflectiekamer: de 'bijzondere commissie voor Bio-
ethische problemen'.

De opdracht van de commissie bestaat erin een wettelijk kader te creëren voor nieuwe technieken op het medisch-wetenschappelijke domein, zoals het klonen of het wetenschappelijk onderzoek op embryo's.

De wetenschap en de geneeskunde hebben de laatste jaren een enorme vlucht genomen. Binnen afzienbare tijd zal het misschien mogelijk zijn om een mens te klonen, met andere woorden een nieuwe, identieke mens te maken op basis van enkele cellen. Hoewel er in België een vrij ruime consensus onder wetenschappers en medici over bestaat dat dit ethisch niet kan, is er vandaag geen wettelijke bepaling om dit te verhinderen.

Ook inzake overtallige embryo's gaapt een juridische leemte. Jaarlijks worden massa's embryo's aangemaakt met het oog op in vitro-fertilisatie. Aangezien er slechts enkele embryo's worden ingeplant, rijst de vraag wat met de andere moet gebeuren. Wetenschappers zouden er graag gebruik van maken voor onderzoek dat ze anders niet kunnen voeren. Anderen vinden dat onder strikte voorwaarden zelfs embryo's moeten aangemaakt kunnen worden, maar hiertegen is het verzet groter.

SEN-P8/1
Mede-indiener van het
wetsvoorstel Philippe Mahoux (PS)

Alles toegelaten

Momenteel buigt de bijzondere commissie onder het voorzitterschap van Jacinta De Roeck (Agalev) zich over de problematiek van het wetenschappelijk onderzoek op embryo's. Daarna komen andere onderwerpen aan bod zoals het genetische paspoort.

Door het ontbreken van een wetgeving is nu ongeveer alles toegelaten. België heeft overigens nog steeds het Verdrag van de Raad van Europa inzake de rechten van de mens en de biogeneeskunde niet ondertekend. Dit verdrag voert een absoluut verbod in voor het aanmaken van embryo's voor wetenschappelijk onderzoek. Uitzonderingen zijn enkel toegestaan indien die in de nationale wetgeving zijn opgenomen. Minister van Volksgezondheid Magda Aelvoet heeft overigens in juni 2001 in de Senaat nog herhaald, op een vraag van Ingrid van Kessel (CD&V), dat de regering het Verdrag zal ondertekenen zodra er een wet is aangenomen.

Compromis in de maak

Tijdens de vorige zittingsperiode was men reeds dicht bij een oplossing geko men. Marcel Colla (SP.A) diende overigens de compromistekst waarover de vorige regering een akkoord bereikte, maar die niet meer in het parlement raakte wegens de naderende verkiezingen, in als wetsvoorstel. Colla was als toenmalig minister in de regering-Dehaene bevoegd voor het dossier.

SEN-P8/9
BELGA

In de Senaat waren heel wat wetsvoorstellen ingediend over wetenschappelijk onderzoek op embryo's. Het ging om erg uiteenlopende voorstellen, gaande van het toelaten van de aanmaak van embryo's voor wetenschappelijk onderzoek tot het onder strikte voorwaarden toelaten van onderzoek op overtallige embryo's.

De werkzaamheden van de Bijzondere commissie nemen echter als uitgangsbasis het wetsvoorstel van Philippe Monfils (MR) en Philippe Mahoux (PS) betreffende het onderzoek op embryo's in vitro.

Binnen de commissie bestaat er een consensus om de discussie te beginnen met het wetenschappelijke onderzoek op embryo's. Het is vooralsnog onduidelijk of ook het therapeutisch klonen aan bod zal komen in de tekst die een meerderheid van de leden van de Bijzondere commissie achter zich krijgt. Men wil alleszins vermijden dat de discussie verzandt in eindeloze uitwijdingen over nevenonderwerpen. De knelpunten waarvoor de commissie een oplossing moet zoeken, zijn onder meer of er al dan niet embryo's aangemaakt mogen worden voor wetenschappelijk onderzoek en voor welke doeleinden dit mag gebeuren en welke de te volgen procedure is.

SEN-P9
Philippe Monfils (MR), mede-indiener van het wetsvoorstel

"De commissie wil haar tijd nemen om het wetsvoorstel af te werken, maar we beseffen dat er door de snelle evolutie dringend nood is aan een wettelijk kader voor heel wat problemen. In elk geval moet over het wetsvoorstel voor het zomerreces van 2002 gestemd worden" maar de senaat wacht in ieder geval op het advies van het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek, zegt Jacinta De Roeck.

De bijzondere commissie voor Bio-ethische problemen werd in het voorjaar 2001 opgericht voor de rest van de zittingsperiode. Ze bestaat zoals andere commissies uit vijftien leden. De Roeck is opgetogen dat de vergaderingen openbaar zijn geworden. "Dan kan iedereen de besprekingen over dergelijke belangrijke maatschappelijke thema's beter volgen", vindt ze.

wetgevingsdossier 2-695


Spermadonors:

moet men een genetische analyse opleggen ?

SEN-P9/1
Jacques Devolder (VLD)

Senator Jacques Devolder denkt dat dit moet worden overwogen. Hij heeft minister Aelvoet hierover ondervraagd naar aanleiding van een pijnlijk voorval in Nederland. Achttien kinderen die werden verwekt via kunstmatige inseminatie zijn blootgesteld aan een ernstige hersenaandoening. De donor was drager van de erfelijke ziekte, die kan worden overgedragen van vader op zoon.

De kandidaat-donors worden wel gevraagd een formulier in te vullen en op te geven of ze lijden aan erfelijke ziekten. Jacques Devolder is echter van mening dat het Nederlandse voorval duidelijk aantoont dat de donor soms niet weet dat hij drager is van een genetische afwijking. De huidige wetgeving legt enkel een bloedonderzoek op om seksueel overdraagbare ziekten op te sporen.

Minister Aelvoet heeft aangekondigd dat zij van plan is een werkgroep op te richten die een praktische oplossing moet zoeken voor dit probleem.


Texte français << ^ >>

Opmerkingen voor de webmaster