Internationaal

Geslaagd, maar niet met onderscheiding

Verdrag van Amsterdam

E

EN ruime meerderheid van de Senaat stemde op 4 juni in met het Verdrag van Amsterdam. Toch klonk in vele tussenkomsten ontgoocheling door: de hervormingen die het verdrag wil doorvoeren, zijn volgens de senatoren veeleer bescheiden te noemen.

Het Verdrag van Amsterdam werd in het najaar van 1997 door de vijftien regeringsleiders van de Europese Unie plechtig ondertekend. Lag in 1992, toen het Verdrag van Maastricht de aanzet gaf tot de economische en monetaire unie, het accent op het economisch eengemaakte Europa, dan moest Amsterdam het politieke en sociale Europa dichterbij brengen.

Enkel een evenwichtig uitgebouwde Unie kan immers de grote uitdaging aan waarvoor zij zich in de komende jaren geplaatst ziet: de uitbreiding met een reeks nieuwe lidstaten.

 

Eerst verdieping, dan uitbreiding

De meeste senatoren gaven het verdrag op verscheidene punten een onvoldoende. Met een resolutie ondersteunden zij de Belgische regering die wil dat de Unie eerst haar instellingen aanpast vooraleer zij nieuwe lidstaten toelaat. Vooral aan de samenstelling van de Europese Commissie en de stemmenweging in de Ministerraad moet dringend worden gesleuteld.

Een kritische noot kwam er ook van het Adviescomité voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen omdat het gelijkheidsprincipe niet als een fundamenteel recht in het verdrag is opgenomen.

 

Toch vooruitgang

Veel lof was er daarentegen wel voor het aparte hoofdstuk over het werkgelegenheidsbeleid. Ook het feit dat de Raad over meer materies bij meerderheid zal beslissen en dat het Europees Parlement vaker mee kan beslissen, werd door de senatoren positief onthaald.

Ondanks de lacunes vonden de meeste fracties dat het Verdrag van Amsterdam de politieke unie toch een stap dichterbij brengt: 49 senatoren stemden in met het verdrag. Dertien senatoren van het Vlaams Blok, de Volksunie, Ecolo en Agalev stemden tegen.

De wetten die betrekking hebben op de goedkeuring van internationale verdragen, moeten altijd eerst in de Senaat worden ingediend. Na goedkeuring zendt de Senaat ze dan door naar de Kamer.

Vermits het Verdrag van Amsterdam ook handelt over materies die onder de bevoegdheid van gemeenschappen en gewesten vallen, moeten ook gemeenschaps- en gewestparlementen het verdrag bekrachtigen.


Texte français


Opmerkingen voor de webmaster