Gelijke kansen

Europese mobilisatie voor gelijkheid vrouwen en mannen

Eerste Conferentie van de parlementaire commissies bevoegd voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen

 

DE talrijke resoluties, programma's en actieplannen die reeds in de parlementen en internationale organisaties werden goedgekeurd, zouden al snel tot het besluit kunnen leiden dat er zich inzake gelijke kansen van vrouwen en mannen geen enkel probleem meer kan stellen. Niets is minder waar. Er gaapt een diepe kloof tussen deze lovenswaardige doelstellingen en intentieverklaringen en de realiteit. Sociaal, economisch en politiek moeten vrouwen nog steeds genoegen nemen met een tweede plaats.

 

Nog geen gelijk loon voor gelijk werk

Het principe Gelijk loon voor gelijk werk lijkt een verworvenheid. Formeel is dat ook zo. Toch stellen we vast dat vrouwelijke werknemers in ons land gemiddeld één derde minder verdienen dan hun mannelijke collega's. Vrouwen komen immers nog steeds vaak terecht in de slechtst betaalde banen en maken minder promotie. Daarbij komen zij als eersten in aanmerking voor deeltijdse banen en loopbaanonderbreking.

Ook de vrouwelijke aanwezigheid op verantwoordelijke posities in het sociale, politieke, academische en economische leven blijft ondermaats. In de Belgische federale regering zitten welgeteld 2 vrouwen. De Senaat is met een kwart vrouwelijke senatoren de assemblee waar vrouwen het sterkst zijn vertegenwoordigd.

Europese drukkingsgroep

In de meeste Europese lidstaten is de toestand niet anders. Het adviescomité voor Gelijke kansen voor vrouwen en mannen van de Belgische Senaat wilde dan ook de druk opvoeren en nam het initiatief om een Europees samenwerkingsverband op het getouw te zetten voor de parlementaire commissies bevoegd voor het gelijke-kansenbeleid. De Europese Commissie verleende hieraan haar steun. Volgens senator Sabine de Bethune (CVP) die het adviescomité van de Senaat voorzit, sluit dit initiatief perfect aan bij de rol van de nieuwe Belgische Senaat als reflectiekamer. De Senaat is de plaats bij uitstek om fundamentele maatschappelijke thema's te behandelen, zoals gelijke kansen voor vrouwen en mannen.

De Eerste Conferentie van de parlementaire commissies bevoegd voor gelijke kansen voor mannen en vrouwen in de lidstaten van de Europese Unie en in het Europees Parlement (CCEC) werd op 22 en 23 mei van dit jaar gehouden in de Belgische Senaat. Een zestigtal -vooral vrouwelijke- parlementsleden debatteerden er over de invoeging van het recht op gelijkheid van vrouwen en mannen in het nieuwe Europees Verdrag van Amsterdam. Een aanbeveling van de Conferentie in die zin werd door de Belgische en Nederlandse ministers die het gelijke-kansenbeleid onder hun bevoegdheid hebben, op de Top van Amsterdam voorgelegd.

De voornaamste eis, de invoeging van een nieuw artikel in het Verdrag dat elke discriminatie op grond van het geslacht verbiedt en waarop men zich voor de rechtbanken kan beroepen, werd op de Top niet ingewilligd.

Wel werd het gelijkheidsbeginsel opgenomen in alle beleidsdomeinen van de Unie en werd ook de bevordering van het gelijke-kansenbeleid via positieve acties expliciet in het Verdrag vermeld.

Met de steun van de Europese Commissie stelde het adviescomité van de Senaat een repertorium op dat het ontstaan, het statuut en de werking van de Europese parlementaire commissies voor gelijke kansen in kaart brengt en vergelijkt. Bovendien werd op Internet een web site geopend aangesloten op de web site van de Senaat (http://www.senate.be/CCEC/).

Adviescomité voor Gelijke kansen

Parlementaire commissies voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen zijn een vrij recent fenomeen. Het adviescomité voor Gelijke kansen voor vrouwen en mannen van de Senaat werd in januari 1996 opgericht. Zoals de vaste commissies van de Senaat is het adviescomité samengesteld uit 15 vaste leden die over de politieke fracties verdeeld zijn volgens het stelsel van de evenredige vertegenwoordiging. Een vaste verhouding mannen-vrouwen is niet voorgeschreven. Op dit ogenblik telt men onder de vaste leden 9 vrouwen en 6 mannen.

Het adviescomité kan adviezen uitbrengen op eigen initiatief, op vraag van een vaste commissie of van de voorzitter van de Senaat. Het adviescomité heeft een zogenaamde "horizontale bevoegdheid": het kan alle beleidsdomeinen behandelen in de mate dat hieraan een aspect "gelijke kansen" verbonden is. Concreet volgt en evalueert het adviescomité alle wettelijke initiatieven en het regeringsbeleid vanuit het gezichtspunt van de gelijke kansen. Dit was onder meer het geval met de aangekondigde regeringsmaatregelen in de pensioensector, de Europese besluitvorming en het wetsvoorstel over partnergeweld. Het adviescomité heeft de federale regering in juni van dit jaar ook gevraagd ervoor te zorgen dat zowel de crèches als de buitenschoolse kinderopvang op voldoende geldmiddelen kunnen blijven rekenen.

Positieve actie

Maatregelen voor positieve actie zijn erop gericht een meer evenwichtige verdeling over de leden van verschillende bevolkingsgroepen te bekomen, bij voorbeeld over mannen en vrouwen, Walen en Vlamingen, ouderen en jongeren. Dit kan onder meer door het opleggen van quota, bij voorbeeld de helft Nederlandstaligen/de helft Franstaligen of maximum twee derden leden van hetzelfde geslacht.

Positieve actie is een belangrijk instrument in het gelijke-kansenbeleid dat vrouwen nader bij de besluitvorming wil betrekken. Om daadwerkelijk invloed te kunnen uitoefenen, moeten vrouwen voldoende vertegenwoordigd zijn. Algemeen wordt aangenomen dat groepen die minder dan een derde van de leden van een organisatie of instelling uitmaken, onvoldoende of geen invloed kunnen uitoefenen. Het is in die context dat de volgende initiatieven moeten worden geplaatst.

Meer evenwichtige samenstelling van de adviesorganen

De Senaat keurde op 10 juli 1997 eenparig een wetsontwerp goed om de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid op federaal niveau te bevorderen.

Dit wetsontwerp verplicht de adviesorganen ertoe ervoor te zorgen dat ten hoogste twee derden van hun leden van hetzelfde geslacht zijn. Zij hebben daarvoor tot 31 december 1999 de tijd. Doen zij dat niet, dan zijn hun adviezen niet meer rechtsgeldig.

Evenveel vrouwen als mannen in Regering

Negen vrouwelijke senatoren willen in de Grondwet inschrijven dat de federale Regering evenveel vrouwen als mannen moet tellen. Zij stellen daarom voor de artikelen 99 en 104 van de Grondwet voor herziening vatbaar te verklaren, zodat het volgende Parlement de gelijke vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in de federale Regering kan doorvoeren. Als tussenstap naar de pariteit kan als overgangsmaatregel worden bepaald dat ten hoogste twee derden van de federale ministers en staatssecretarissen van hetzelfde geslacht mogen zijn.

Nadia Merchiers (SP), Sabine de Bethune (CVP) en een glimp van Francy Van der Wildt (SP).

 Info

Het repertorium van de CCEC en het rapport van de Eerste Conferentie zijn gratis beschikbaar bij het secretariaat, tel : 02/501.78.53.


Texte fran‡ais


Opmerkingen voor de webmaster