Veiligheid

Georganiseerde misdaad

Het voorstel om een "Parlementaire commissie van onderzoek naar de georganiseerde criminaliteit in België" in te stellen werd aangenomen in de plenaire vergadering van de Senaat van 18 juli 1996. De onderzoekscommissie wordt voorgezeten door de senatoren Roger Lallemand (PS) en Hugo Vandenberghe (CVP).

De commissie heeft als opdracht :

* de omvang, de aard en de ernst van de georganiseerde criminaliteit in België te onderzoeken;

* na te gaan hoe deze georganiseerde criminaliteit via de wetgeving op een effectieve wijze kan worden bestreden;

* na analyse van de bestaande toestand conclusies te trekken en aanbevelingen en voorstellen te formuleren om dat doel te bereiken.

De commissie heeft een reeks hoorzittingen georganiseerd, onder meer met de minister van Justitie, met magistraten, met universiteitsprofessoren, met vertegenwoordigers van de politiecorpsen en met verschillende nationale en internationale instellingen.

Binnenkort zal de commissie een eerste balans opmaken van de gegevens die zij tot nog toe heeft verzameld. Zij zal ook nog verder onderzoek verrichten, met name in de diverse economische sectoren.

De leden van de commissie wisselden ook van gedachten over het wetsontwerp over criminele organisaties.

Definitie criminele organisaties misbruikt ?

De invoering in het strafrecht van het begrip 'criminele organisatie' zou moeten leiden tot een betere aanpak van de georganiseerde misdaad.

In het wetsontwerp bestaat een criminele organisatie uit ten minste 2 personen die misdrijven plegen waarop ten minste 3 jaar gevangenisstraf staat.

Zo'n criminele organisatie aast op voordelen of wil bij voorbeeld overheidsdiensten beïnvloeden. Daarbij worden intimidatie, bedreiging, geweld, listige kunstgrepen of corruptie niet geschuwd en worden commerciële of andere structuren misbruikt om misdrijven te verbergen en te vergemakkelijken.

Om strafbaar te zijn, zou het volstaan dat men wist of had moeten weten ten dienste te staan van een crimineel netwerk. Lidmaatschap of zélf geïsoleerde misdrijven plegen, is niet noodzakelijk. Boekhouders of advocaten die het mogelijk maken fraude- en corruptiesystemen op te zetten, zouden dus strafbaar worden.

Uit verschillende hoeken rijst verzet tegen deze brede definitie. Sommige senatoren vrezen bijvoorbeeld dat deze reeds in de opsporingsfase zou kunnen leiden tot politierepressie tegen sociale of vakbondsorganisaties.


Texte fran‡ais


Opmerkingen voor de webmaster