GR 7

Belgische Senaat
Gewone Zitting 2001-2002
Parlementaire
onderzoekscommissie
«Grote Meren»

Hoorzittingen
Vrijdag 11 januari 2002
Namiddagvergadering
Verslag

GR 7

Sénat de Belgique
Session ordinaire 2001-2002
Commission d'enquête
parlementaire
«Grands Lacs»

Auditions
Vendredi 11 janvier 2002
Réunion de l'après-midi
Compte rendu

Hoorzitting met vertegenwoordigers van de Hoge Raad voor Diamant:

  • de heer Charles Bornstein, voorzitter;
  • de heer Peter Meeus, directeur-generaal;
  • de heer Mark Van Bockstael, directeur internationale zaken

Audition de représentants du Hoge Raad voor Diamant :

  • M. Charles Bornstein, président ;
  • M. Peter Meeus, directeur général ;
  • M. Mark Van Bockstael, directeur affaires internationales

(Voorzitter: de heer André Geens)

(Présidence de M. André Geens)

De heer Charles Bornstein. - Namens de diamantsector, vertegenwoordigd door de HRD, dank ik u voor uw uitnodiging. Wij zijn hier niet om ons te verdedigen, maar om de waarheid recht te doen. Onze experts, de heren Meeus en Van Bockstael, zullen uiteenzetten welke inspanning sedert twee jaar werd geleverd om een in de sector nooit gekende transparantie te bereiken.
Onze frustratie vindt zijn grond in de tegenstrijdigheden en leugens die worden verkondigd door personen die denken expert te zijn in de wereld van de diamant. Zonder zelfs met ons overleg te plegen, wat logisch zou zijn, leggen ze domme, aan het belachelijke grenzende verklaringen in de pers af.
Enkele weken geleden lazen we in de pers dat de certificatie van diamanten geen nut zou hebben. Anderzijds lees ik de verklaringen van mijnheer Michel en mevrouw Neyts die bevestigen dat de Belgische controle een model is voor de internationale controle in de strijd tegen het in omloop brengen van diamant uit conflictgebieden. De beweringen van die experts zijn dus een belediging voor de Belgische regering.
Bovendien zeggen die experts in La Dernière Heure dat er voor meer dan een miljard dollar aan frauduleuze Congolese diamant bestaat. Tijdens het regime van president Mobutu, toen het diamant gemakkelijk op de illegale markt terecht kwam, bedroeg de productie in de streek van de Grote Meren slechts 60 miljoen dollar. Ik betwijfel dus de geloofwaardigheid van een expert die dergelijke uitlatingen doet.
Wij hebben een protocol gesloten met de procureur des Konings van Antwerpen. Indien we de namen kennen van personen die, via het Diamond Office, diamant hebben ingevoerd uit conflictgebieden, dienen we onmiddellijk klacht in. Ik wil, noch kan ontkennen dat er in Afrika een probleem is, maar ik kan bevestigen dat Antwerpen zuiver is. Laat ons ook niet vergeten dat we spreken over 2 à 3% van de wereldproductie. Ik zou graag geloven dat andere sectoren, zoals wij, de rest van de productie als clean kunnen omschrijven.
Noch voor de heer Meeus, noch voor de heer Van Bockstael, noch voor mij bestaan er lastige vragen. Aarzel dus niet om ons te ondervragen. Indien u namen kent van personen die diamant uit conflictgebieden invoeren, deel ze ons dan mee. Wij kennen er geen.
Ik wil u ook, in naam van de Hoge Raad voor Diamant, uitnodigen om een dag bij ons door te brengen zodat u de gevoeligheid van die bijzondere en dikwijls onterecht beschuldigde sector kunt leren kennen. Wij zullen alle deuren openzetten zodat u kunt zien welk werk wij hebben gepresteerd en wat wij met de Brusselse task force doen. Wij hebben niets te verbergen. Ik laat nu het woord aan de heer Meeus voor de technische problemen.

M. Charles Bornstein. - Je voudrais, au nom du secteur diamantaire représenté par le HRD, vous remercier de nous avoir invités. Nous ne sommes pas ici pour nous défendre mais pour rétablir la vérité. Nos experts, MM. Meeus et Van Bockstael, vous montreront, mieux que moi, le travail accompli depuis deux ans pour permettre une transparence jamais atteinte dans le secteur.
Notre frustration provient des contradictions et des mensonges proférés par des personnes qui se prétendent expertes sur les problèmes du monde diamantaire. Sans même avoir une quelconque concertation avec nous, ce qui serait logique, ces personnes s'épanchent dans la presse en propos stupides qui frôlent le ridicule. Nous y reviendrons.
Il y a quelques semaines, nous avons pu lire dans la presse que la certification des diamants était inutile. Par ailleurs, je lis les déclarations de M. Michel et de Mme Neyts qui affirment que le système de contrôle belge fait figure de modèle pour le système de contrôle international destiné à lutter contre la mise en circulation de diamants de conflit. Les propos des experts sont donc une offense au gouvernement belge.
En outre, ces experts disent dans la Dernière heure qu'il y a pour plus d'un milliard de dollars de diamants congolais frauduleux ; or, à l'époque du président Mobutu qui était une époque où le diamant passait difficilement sur le marché illégal, la production dans la Région des grands lacs n'atteignait que 60 millions de dollars. Je mets donc en doute la crédibilité d'un expert qui fait de telles assertions.
Nous avons signé un protocole d'accord avec le procureur du Roi d'Anvers. Si nous connaissions les noms de personnes qui auraient, par le Diamond Office, importé des diamants de conflit, nous porterions immédiatement plainte. Je ne veux ni ne peux nier que se pose un problème en Afrique mais je puis vous certifier que la place d'Anvers est propre. N'oublions pas non plus que nous parlons de 2 à 3% de la production mondiale. J'aime à penser que d'autres secteurs peuvent, comme nous, qualifier de clean le reste de la production.
Ni pour M. Meeus, ni pour M. Van Bockstael, ni pour moi, il n'y a de question embarrassante. N'hésitez donc pas à nous interroger. Si vous possédez des noms de personnes qui importeraient des diamants de conflit, nous vous demandons de nous les communiquer. Nous n'en possédons pas.
J'aimerais aussi, au nom du Conseil supérieur du Diamant, pour que vous puissiez comprendre la sensibilité de ce secteur très particulier et souvent accusé à tort, vous inviter à passer une journée chez nous. Nous vous ouvrirons toutes les portes afin que vous puissiez voir le travail accompli et ce que nous faisons avec la task force bruxelloise. Nous n'avons rien à cacher. Je souhaite maintenant laisser la parole à M. Meeus pour ce qui concerne les problèmes techniques.

De voorzitter. - Onze commissie twijfelt niet aan de goede trouw van bonafide diamanthandelaars. Wie in die sector actief is, moet wel in staat zijn om te relativeren en in te zien dat er onder de diamanthandelaars ook enkele fraudeurs aan het werk zijn.
De vertegenwoordigers van de Hoge Raad voor Diamant zitten hier niet als beklaagden, maar om ons te informeren.
De oorlog in het gebied van de Grote Meren wordt hoofdzakelijk via de diamanthandel gefinancierd. Iedereen weet dat Antwerpen daar wat tegen probeert te doen en wat een getuige hier over Antwerpen heeft gezegd, is volgens mij door journalisten verkeerd geïnterpreteerd.

M. le président. - Notre commission ne doute pas de la bonne foi des diamantaires honnêtes. Les personnes actives dans le secteur doivent toutefois être capables de relativiser et de se rendre compte que parmi elles se trouvent quelques fraudeurs.
Les représentants du Conseil supérieur du diamant ne sont pas ici en tant qu'accusés mais pour nous informer.
La guerre qui sévit dans la région des Grands lacs est financée principalement par le commerce du diamant. Chacun sait qu'Anvers tente de remédier à ce problème. Selon moi, les journalistes ont mal interprété ce qu'un témoin a affirmé ici au sujet d'Anvers.

De heer Peter Meeus. - Ik ben elf jaar actief in de diamantsector. Twee jaar werkte ik voor de firma Bonas, een van de vijf grote makelaars van de groep De Beers. Om de vijf weken ging ik mee naar de grote diamantverkopen in Londen. Vervolgens was ik zeven jaar directeur van de Beurs voor Diamanthandel, dat is de grootste en tweede oudste diamantbeurs ter wereld. De beurs treedt op als disciplinair orgaan. Wanneer handelaars zich misdragen - bijvoorbeeld hun facturen niet betalen - worden ze wereldwijd uit de sector geweerd. In die zeven jaar heb ik een duizendtal gevallen gekend, meestal van puur commerciële aard. Sinds ruim twee jaar ben ik directeur-generaal van de Hoge Raad voor Diamant, het overkoepelend orgaan van de sector.
Mijn uiteenzetting omvat een achttal punten.
In de eerste plaats zal ik de werking van de Hoge Raad voor Diamant toelichten. In het buitenland wordt vaak gedacht dat de Hoge Raad een overheidsinstantie is. Vervolgens zal ik het hebben over het belang van Antwerpen op wereldniveau, over het probleem van de conflictdiamant en onze acties ter zake. Ik zal het ook hebben over onze gesprekken met Guinee, Congo, Liberia en de Centraal-Afrikaanse Republiek, over onze internationale concurrentiepositie en wie onze positie probeert te bekampen, over de Kimberley-akkoorden en wat er sindsdien is gebeurd. Ik was aanwezig op de eerste Kimberley-meeting van 12 mei, nu bijna twee jaar geleden. Dan zal ik ook nog ingaan op het embargo, de sancties van de Hoge Raad bij overtreding en de samenwerking met het gerecht. De problematiek is ons niet vreemd. We zijn er al meer dan drie jaar actief en pro-actief mee bezig. Ten slotte zal ik ter zake enkele voorstellen doen voor de toekomst.
De Hoge Raad voor Diamant is een koepelorganisatie. Dertien professionele organisaties hebben zitting in onze raad van beheer: de vier beurzen, de federatie van de beurzen, de vereniging van handelaars in ruwe diamant, van handelaars in geslepen diamant, van handelaars in edelstenen, van handelaars in industriediamant, en twee vakorganisaties. Elke vereniging heeft twee vertegenwoordigers in de raad van beheer.
De Hoge Raad voor Diamant treedt op als vertegenwoordiger van de sector op nationaal en vooral op internationaal vlak. Onze markt is voornamelijk internationaal: 99 procent van de diamant die in Antwerpen wordt ingevoerd, wordt weer uitgevoerd. We nemen wereldwijd deel aan een vijftiental grote handelsbeurzen. We proberen er Belgische paviljoenen op te richten. We nemen deel aan alle missies die België en Vlaanderen organiseren. Verder organiseren we in België driejaarlijks de prestigieuze tentoonstelling "Uit de schatkamer", diamantconcerten, the Night of the Bourses. We promoten en ondersteunen ook allerlei lokale toeristische en andere initiatieven in Antwerpen.
In het gebouw van de Hoge Raad voor Diamant is in de Diamant Office gevestigd, dat een departement is van de Hoge Raad. De Diamant Office staat in voor 150.000 shipments per jaar, ongeveer 50.000 importen en 100.000 exporten. Die zijn goed voor een omzet van bijna 26 miljard dollar. De Diamant Office werd onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog, in 1945, opgericht.
De Hoge Raad heeft ook een certificatenlabo voor geslepen diamant. We certificeren diamant volgens de vier C's van cut, carat, colour en clarity. Op basis van die vier standaarden wordt diamant wereldwijd gegradeerd en zijn waarde bepaald. In ons labo werken ongeveer honderd mensen. Het certifiëren is een zeer arbeidsintensieve activiteit. Ons labo is een van de vijf meest vooraanstaande labo's ter wereld. Samen met het Gemological Institute of America zijn we wereldleider op het vlak van kwaliteitscertificaten.
We hebben ook een gemmologisch instituut. Dat is een opleidingscentrum waar we cursussen geven over ruwe en geslepen diamant. Er worden ongeveer duizend studenten per jaar opgeleid.
De Hoge Raad voor Diamant doet ook aan wetenschappelijk onderzoek. We hebben een onderzoeksinstituut in Lier, waar een dertigtal mensen werken. We doen onderzoek naar synthetische diamant en naar alle mogelijke behandelingen van diamant. We zijn een van de weinigen op dat vlak, samen met het Gemological Institute of America en het onderzoeksinstituut van De Beers.
Daarnaast leveren we allerlei diensten in de sector. Zo beschikken we over een kabel zodat alle aangesloten verenigingen gratis naar elkaar kunnen telefoneren.
De Hoge Raad voor Diamant heeft op het ogenblik in totaal 210 werknemers in dienst en heeft een omzet van 700 miljoen Belgische frank.
Minister van Staat Kinsbergen heeft een aantal maanden geleden van de raad van beheer de opdracht gekregen een plan tot herstructurering van de raad van beheer uit te werken. Hij zal de krachtlijnen van dat plan volgende week bekendmaken.
De Hoge Raad voor Diamant vertegenwoordigt een sector die 1000 bedrijven en honderden ateliers telt, vier beurzen en gespecialiseerde banken zoals de Antwerpse diamantbank, de ABN-Amrobank en de Artesiabank. Verder vertegenwoordigt hij transport- en verzekeringsfirma's die zich uitsluitend bezighouden met het verzenden of verzekeren van diamant.
De Antwerpse diamantsector heeft zoals gezegd een omzet van 26 miljard dollar, of 1125 miljard Belgische frank. Dat zijn de gecumuleerde cijfers van import en export van ruwe en geslepen diamant samen. De diamantsector vertegenwoordigt 7 procent van de Belgische export. De EU-handelspartners buiten beschouwing gelaten, bekleden we zes maal de eerste plaats in de lijst van de belangrijkste handelspartners van België, op het vlak van handel in het algemeen, dus niet alleen in diamant. We zijn, gemeten in waarde, de belangrijkste handelspartner van de Verenigde Staten, van China, van India, van Israël en de tweede van Japan.
De diamantsector stelt volgens een studie van het RUCA van ongeveer zes jaar geleden, in ons land direct 12.500 mensen tewerk en indirect 30.000.
Antwerpen is de draaischijf van de internationale diamanthandel. Dat is niet enkel een promotieslogan, het is de realiteit. Twee cijfers illustreren dat. Tachtig procent van alle ruwe diamant die in de wereld wordt gevonden - in een mijn, een rivier, in een put, of morgen op de maan - wordt fysiek in Antwerpen verhandeld. De ruwe diamant die in Antwerpen toekomt, gaat van daaruit naar verwerkende centra. Vroeger was Antwerpen het enige centrum waar diamant werd geslepen. Door onze hoge arbeidskosten is dat sinds twintig jaar niet meer zo. We hebben nog maar 2.300 slijpers. Gelukkig is de dollarkoers nu redelijk gunstig. Wanneer daarin verandering komt, zal Antwerpen waarschijnlijk nog klappen krijgen. De verwerkende centra bevinden zich vooral in India, China, in het Verre Oosten en ook in Israël. De geslepen diamant gaat niet rechtstreeks vanuit het verwerkend centrum naar de consumentenmarkt. Hij komt voor de helft terug naar Antwerpen. Een groot handelscentrum heeft immers een aantal schaalvoordelen. Er kunnen bijvoorbeeld betere assortimenten worden samengesteld. Van alle geslepen diamanten, of het nu om een duur juweel gaat of een goedkoop, wordt een op twee fysiek via Antwerpen verhandeld. Dit is de huidige situatie, er is wel een achteruitgang. Alle grote mijnbedrijven zijn in Antwerpen aanwezig. De Beers zendt 42 procent van zijn goederen via Antwerpen, BHP die de Canadese productie commercialiseert, verzendt 65 procent van zijn goederen via Antwerpen, Rio Tinto die de Australische en in de toekomst gedeeltelijk de Canadese productie groepeert, verzendt 100 procent van zijn goederen via Antwerpen, ASCorp, het conglomeraat dat in Angola actief is, verzendt 75 procent van al zijn goederen via Antwerpen.
Het probleem van de conflictdiamanten werd aan de oppervlakte gebracht door het Fowler-rapport dat op 15 maart 2000 ruime bekendheid kreeg. Dat rapport hernam de conclusies van een Canadees rapport van Partnership Africa-Canada (PAC). De heer Fowler was trouwens ook een Canadees. Canada is een belangrijk diamantproducerend land. Dat Canadees rapport was zelf geïnspireerd op een rapport van IPIS. Een aantal zaken komen in al die rapporten terug.
De bottom line van het Fowler-rapport was dat in Antwerpen niet serieus wordt nagegaan of diamanten conflictgebonden zijn. Daarbij werd niet gezegd dat de heer Fowler slechts één centrum had onderzocht en dat hij zich enkel gebaseerd had op de Belgische statistieken, gewoon omdat België het enige land is dat statistieken publiceert. In het Fowler-rapport stond dus geen enkel gegeven over India, Israël, Dubai, en het bevatte nauwelijks gegevens over een aantal Afrikaanse landen omdat ze gewoon niet waren onderzocht.
We waren er ons uiteraard van bewust dat het over een delicate problematiek ging en hadden op 28 januari 2000, twee maanden voor de publicatie van het Fowler-rapport ons eigen plan gelanceerd: het Strategic plan for transparency in the African diamond trade. De kernpunten van dat plan zijn de volgende. Ten eerste, ons concentreren op de plaats waar het probleem zich situeert, namelijk Afrika. Ten tweede, ons toespitsen op de betrokken landen in Afrika, Angola, Sierra Leone en Congo. Ten derde, een lokale Diamond Office-structuur opzetten en nieuwe certificaten van origine instellen. In Afrika werd daar in het verleden al eens mee geknoeid. We proberen ook een gesloten lijn tot stand te brengen tussen het land dat de diamant verzendt en het land dat de diamant importeert via een import confirmation document. Ten slotte willen we dat data geregistreerd worden en verifieerbaar en controleerbaar zijn.
De krachtlijnen van dat plan waren enkele maanden tevoren al uitgetest in de eerste besprekingen met de regering van Angola, die zich bewust was van de aankomende problemen. Angola was het eerste land waartegen de VN een embargo had afgekondigd. We stelden dus voor om daar structuren tot stand te brengen, computerapparatuur te leveren en opleiding te geven met het oog op het uitreiken van de certificaten.
Sommigen zullen zich afvragen waarom certificaten nodig zijn en denken dat ook met laserapparatuur wetenschappelijk kan wordt vastgesteld waar een diamant vandaan komt. Die discussie is drie jaar geleden met alle universiteiten van ons land gevoerd. Verschillende procedures werden uitgetest, onder meer laser ablation inductively coupled plasma mass spectrometry. Een jaar geleden werden op een conferentie in het Witte Huis, nog onder het presidentschap van Bill Clinton, alle mogelijkheden van dat soort originebepaling van tafel geveegd. Misschien kan het over vijf jaar, maar vandaag nog niet.
Daarom hebben we met de twee meest gevoelige landen Angola en Sierra Leone gesprekken aangevat. De met die landen gesloten overeenkomsten hebben betrekking op een niet-vervalsbaar certificaat van origine. Dat heeft ons heel wat moeite gekost en de heer Van Bockstael kan daarover desgewenst toelichting verschaffen.
Ten tweede, zorgen we voor een onafhankelijke evaluatie van de diamant. We zijn immers ook bezorgd over de goede organisatie van de diamantmarkt in die landen. We willen dat iedereen krijgt waar hij recht op heeft, hoewel dat onze verantwoordelijkheid niet is en we ook niet over de bevoegdheid beschikken om de markt lokaal te organiseren of politioneel op te treden.
Ten derde, maken we gebruik van elektronische datatransmissie. Dat hadden we al uitgeprobeerd in Sierra Leone, waartegen een embargo was afgekondigd. Het kon worden opgeheven onder voorwaarde van de invoering van een systeem van certificaten. Sierra Leone heeft daarvoor een beroep gedaan op de Hoge Raad voor Diamant. De Verenigde Naties hadden dat trouwens aanbevolen. De elektronische datatransmissie betekent dat de gegevens bij export worden geregistreerd en de geëxporteerde loten digitaal worden gefotografeerd. Die digitale informatie komt in Antwerpen aan zodat men de partij kan bekijken en vergelijken. Het certificaat bevat een retourdocument en wanneer het in Antwerpen aankomt, keert een strook terug naar Sierra Leone, zodat men kan nagaan of wat hier is aangekomen overeenstemt met wat daar is vertrokken. Ten slotte moeten er statistieken gepubliceerd worden.
Essentieel in die afspraken met Angola en Sierra Leone is dat er één enkel punt van export is, zoniet wordt de controle veel moeilijker. Een en ander is gebaseerd op het Antwerpse Diamond Office-systeem, dat als volgt werkt. Voor alle import en export is een import- of exportlicentie vereist. Een diamantverdeler moet officieel erkend en geregistreerd zijn bij het ministerie van Economische Zaken. Alle diamanten worden fysiek geïnspecteerd bij het binnenkomen en het buitengaan uit België. België is het enige land ter wereld waar alle zendingen geopend worden. Uit de analyse die later in de Kimberley-werkgroep werd gemaakt, is gebleken dat onze controles eigenlijk veel strenger zijn dan in om het even welk ander land. Dat is het paradoxale van de problematiek van de conflictdiamant: eerst werd er gezegd dat er geen controle was, maar misschien moet België nu minder controles uitvoeren om op het niveau te komen van de andere landen.
Elke zending wordt onderzocht door experts die onder toezicht staan van het ministerie van Economische Zaken en moet natuurlijk de douane passeren, die onder toezicht staat van de minister van Financiën. België is het enige land dat maandelijkse statistieken publiceert over de import en export van diamant. Op inbreuken op embargo's en op illegale import of export staan zeer zware straffen: de goederen worden in beslag genomen en er kunnen boetes worden opgelegd die het dubbele bedragen van de waarde van de goederen.
We zijn dus gestart met Sierra Leone en Angola. We waren ons ervan bewust dat het niet volstaat om alleen in die twee landen iets te doen. Er zijn immers nog andere landen in Afrika die ook diamant exporteren en waar er ook smokkelroutes zijn. Die smokkelroutes hebben niet noodzakelijk iets te maken met het conflictgebonden karakter van een diamant, maar kunnen gewoon voortspruiten uit het feit dat een lokale graver over de grens meer krijgt omdat een monopoliehouder hem op een bepaald ogenblik een te kleine winst geeft. Daarom hebben wij geprobeerd om dit systeem meteen ook voor een aantal andere grote diamantexporterende landen toe te passen, namelijk Guinee, Congo, Liberia en de Centraal-Afrikaanse Republiek.
Guinee is een belangrijke diamantproducent en heeft een vrij goed gestructureerde interne markt. We hebben op 2 mei 2001 een akkoord gesloten en uitgevoerd met de minister van Mijnwezen waarbij de Hoge Raad voor Diamant zich ertoe heeft verbonden technische assistentie te verlenen bij de ontwikkeling van het certificatensysteem en van de informatica.
We hebben ook gesprekken gehad met de heer Jenkins Dunbar, de Liberiaanse minister van Mijnwezen. Voor Liberia geldt op het ogenblik een embargo. We hebben recent nog contact gehad met de heer Jenkins Dunbar omdat de heer Peleman hem in Londen had verzocht contact met ons op te nemen in verband met de uitwerking van een certificatensysteem, zodat het embargo gelicht zou kunnen worden. We hebben de heer Jenkins Dunbar duidelijk gemaakt dat Liberia een problematisch land is en we eerst de instemming van de Verenigde Naties willen vragen. Ook de Europese Commissie heeft Jenkins Dunbar naar ons gestuurd voor technische assistentie bij de uitwerking van een certificatenstelsel. We stellen vast dat hoewel sommigen in deze commissie hebben beweerd dat certificaten overbodig zijn, ze de heer Jenkins Dunbar niettemin naar ons verwijzen.
Soortgelijke gesprekken hebben we ook gehad met president Patassé van de Centraal-Afrikaanse Republiek op 15 mei 2001. Dit land is een belangrijk diamantproducent. Op verzoek van de Kimberley-werkgroep werden de gesprekken over de certificatenovereenkomsten evenwel bevroren.
Op 27 april 2001 werd een overeenkomst afgesloten met de Congolese minister van Mijnwezen. De lokale markt was toen net geherstructureerd. Voordien bestond er immers een Israëlisch monopolie: gedurende zes maanden werd de diamant naar Tel Aviv gestuurd omdat één firma de exclusieve rechten had gekregen van de voorganger van Kabila junior. Dit monopolie werd vorig jaar opgeheven. Er zijn nu opnieuw tien licenties voor aankoopkantoren. Inmiddels is onze elektronische apparatuur in Kinshasa gebruiksklaar en kan het certificaat binnenkort worden afgeleverd. Mede op verzoek van de Kimberley-werkgroep hebben we echter beslist te wachten op de resultaten van de werkgroep.
Na deze gesprekken rijst nu de vraag hoever België kan gaan. Kan België niet meer doen en de invoer van goederen uit die landen verbieden? We hebben dat onderzocht. Allereerst zijn we 2,5 jaar geleden gestart met een petitie waarnaar wordt verwezen in het progress report.
Deze petitie die aansloot bij een actie voor meer ethische bewustwording, werd door bijna alle diamantairs ondertekend.
Er rijst natuurlijk een legaliteitsvraagstuk. Tegen sommige landen heeft de internationale gemeenschap, via de VN, een embargo ingesteld. De goederen kunnen dan niet meer worden ingevoerd. Gelukkig beschikken we over een zeer goed systeem waardoor het embargo binnen het uur uitvoerbaar kan zijn. In de Verenigde Staten is dat anders. Zo heeft het de Amerikaanse overheid zes maanden gekost om het embargo tegen diamanten vanuit Sierra Leone uitvoerbaar te maken.
Meestal zijn de embargo's voorwaardelijk. Dat is het geval voor Angola en Sierra Leone waarvoor de embargo's gekoppeld zijn aan een certificatenregime. Misschien komt ook Liberia hiervoor in aanmerking. Bij een onvoorwaardelijk embargo, zoals nu van toepassing op Liberia, moeten de VN instemmen met de opheffing ervan.
In alle andere gevallen bestaat er geen wettelijke beperking op de handel van diamant door een bepaald land. Importbeperkende maatregelen zijn onderworpen aan de GATT-regels voor landen die aangesloten zijn bij de Wereldhandelsorganisatie. Voorts is er het verdrag van Cotonou, dat het verdrag van Lomé vervangt, waardoor alle maatregelen onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie vallen. België is ter zake niet meer bevoegd. Om unilaterale importbeperkende maatregelen te nemen, moeten we over een stevige wettelijke basis beschikken. A fortiori geldt dit voor de Hoge Raad voor Diamant.
De internationale concurrentie is voor ons land een belangrijk gegeven. We moeten onze positie verdedigen. Zo wil Israël een deel van de ruwhandel overnemen en heeft het een ruwbeurs opgericht die het internationaal bijzonder actief promoot. De heer Gertler, neef van de voorzitter van Israel Diamond Exchange, is er in 2001 in geslaagd van Kabila senior het distributierecht op alle Congolese diamant te verwerven. Gelukkig voor ons heeft dat akkoord maar zes maanden stand gehouden.
Ten tweede zou initieel 50% van de export van de Angolese diamant naar Israël gaan, waar een conglomeraat van een Israëli en een Belg de goederenstroom netjes had verdeeld, 50%-50%. Initieel zou de helft van de goederen dus naar Tel Aviv vertrekken. Ik verheel u niet dat wij dat niet graag zien gebeuren. Wij trachten dat dan ook actief en pro-actief te verhinderen.
Verder is er de concurrentie met New York, waar zeer bekwame handelaars contracten hebben weten af te sluiten en licenties weten te bekomen in Sierra Leone en in Congo. Dat heeft tot gevolg dat wij vandaag veel meer goederen ruw uit New York importeren, die eigenlijk afkomstig zijn uit Afrika, maar niet meer rechtstreeks naar Antwerpen komen.
Er is het nieuwe handelscentrum Dubai. Het afgelopen jaar hebben wij langs die weg voor niet minder dan 190 miljoen dollar geïmporteerd, terwijl dat in 1996 nog nauwelijks gebeurde. Dat is dus toch een fenomenale stijging. Dubai is uitgegroeid tot een belangrijk distributiecentrum van diamant voor het Midden-Oosten en de Verenigde Arabische Emiraten werpen zich dus op als een nieuw handelscentrum voor diamant.
Ten slotte ontpopt Zuidelijk Afrika zich als een regionale zwaargewicht en tracht heel grote delen van de handel in ruwe diamant in Afrika voor zijn rekening te nemen. Dat verklaart de belangrijke stijging van ruwe diamant uit Zuid-Afrika in onze statistieken.
Waarom zeg ik dat nu allemaal? Ik zeg dat omdat wij ons soms eenzaam voelen in de woestijn. Sinds twee jaar en half zijn wij pro-actief bezig met het oplossen van de conflict diamonds. Andere volgen rustig, vele maanden later. Zij ondervinden minder druk, behoren niet tot de Europese Unie en zitten dus niet opgezadeld met al die ethische problemen. Wij nemen onze ethische verantwoordelijkheid wel op, maar wij mogen niet vergeten dat een en ander ons natuurlijk ook wat kost. En nu en dan moeten wij toch ook aan onze boterham denken en aan de boterham van de zo wat 30.000 mensen waarvoor wij instaan.
Wij ontlopen onze verantwoordelijkheid echter niet en zijn als eerste gestart met de ontwikkeling van certificatenregimes. Zes maanden nadat wij hiermee waren begonnen, zijn op 11 en 12 mei 2000 de Kimberley-meetings van start gegaan. Kimberley was initieel een Afrikaans initiatief. Het ging op initiatief van Zuid-Afrika uit van de SADEC-landen. Wij waren daarbij onmiddellijk betrokken samen met het thuisland van De Beers, namelijk Groot-Brittannië, en nog enkele andere landen. Vele andere diamantdistribuerende landen waren daarbij aanvankelijk niet betrokken. Van meet af aan wensten wij een snelle oplossing voor het probleem van de conflict diamonds. Onder `snel' verstonden wij enkele jaren en geen decennium. Daarom wilden wij ons eerst beperken tot Afrika en meer bepaald tot enkele landen die wij kennen, met name Angola, Sierra Leone en Congo. Later zouden er andere landen kunnen bijkomen. Als we in al die landen een diamond office hebben met digitale screening en met computers, dan zullen die stromen zich na verloop van tijd zelf neutraliseren.
Als men rond de tafel zit en er komen al maar meer partijen bij, dan wordt de discussie moeilijker. Intussen zijn er 10 of 12 vergaderingen achter de rug. In het begin had Kimberley wat te lijden van groeipijnen, omdat er bij elke vergadering nieuwe landen aan tafel zaten, die eigenlijk slechts van ver bij de diamantsector zijn betrokken. Daardoor heeft het besluitvormingsproces ernstige vertraging opgelopen. Er zijn vergaderingen geweest in Luanda in juni 2000, in Londen in juli 2000, in Windhoek en in Pretoria in september 2000. Er vond dan nog een tussentijdse conferentie plaats te Londen in oktober 2000. Uiteindelijk vond een eerste technische vergadering plaats te Windhoek. Wij hebben aan deze vergaderingen altijd deelgenomen als experts die hun expertise ter beschikking stelden.
Intussen zaten er in april en in juni 2001 te Brussel en te Moskou 38 landen aan tafel. Na een screening van alle controlesystemen over heel de wereld kwam men tot het besluit dat het Belgische systeem het strengste was. Dat stond dus haaks op de bevindingen van het Fowler-rapport van 14 maanden vroeger. Plots begon men te spreken over het Antwerps model. Dat deed ons deugd, maar daarmee was het probleem nog niet van tafel.
In het Kimberley-proces is op een bepaald ogenblik besloten zich niet langer te concentreren op de Afrikaanse landen. Het probleem is veel groter en er moet een wereldomvattend systeem komen. Wij hebben die beslissing gesteund maar dat heeft het proces niet vergemakkelijkt.
De aanpak van de Hoge Raad van de Diamant om te beginnen met de landen in Afrika waar het probleem het nijpendst is, en vervolgens apparatuur te installeren in de andere landen, is op het internationale forum dus eigenlijk van tafel geveegd. Daarom hebben wij de gesprekken die met sommige landen al een heel eind waren gevorderd, gestaakt.
Wij hebben dan het uitgangspunt gehuldigd dat vermits de Belgische regering evenals wij zelf deelnemen aan het Kimberleyproces, wij voortaan de beslissingen van de Kimberley-groep zouden volgen, afgezien van de vragen die wij eventueel hebben bij een besluitvorming met 38 landen. In een internationaal gezelschap moet men zich nu eenmaal schikken naar de beslissingen van de meerderheid en heeft het weinig zin om in de woestijn te blijven preken.
Toch wil ik benadrukken dat er één groot verschil bestond tussen de uniforme regeling voor controle en de regeling die wij voorstellen. Zoals ik daarstraks heb uiteengezet, voorziet onze regeling in één Diamond Office, one point of entry, in import- en exportvergunningen, maar ook in de fysieke controle van alle diamanten en niet in een controle at random, bijvoorbeeld één op duizend. In het diamond office wordt elk pakje opengedaan en gecontroleerd, daarom werken er ook 11, en binnenkort 15 experts. Dat is een grote investering. Als alle 38 landen 20 experts in dienst moeten nemen, dan wordt dat een moeilijke zaak en daarom pleit het Kimberley - overleg voor een controle at random. Die manier van controleren is overigens het algemene gebruik. Bij de controle op de import van meubelen in de haven van Antwerpen wordt er bijvoorbeeld hoogstens 1 container op 1000 containers geopend. Bij ons wordt elke partij fysiek gecontroleerd.
In het raam van onze deelname aan het Kimberley-overleg staan wij nu voor een moeilijk probleem, want wij zijn geen vragende partij voor de afbouw van de controles. Wij zouden het niet erg vinden dat ze behouden blijven, maar wij stellen vast dat de internationale realiteit in de andere richting schijnt te evolueren. Wij willen anderzijds natuurlijk ook niet in een competitief volkomen nadelige positie terechtkomen ten overstaan van al die opkomende centra.
Ik meld dit maar om aan te tonen hoe moeilijk dit alles is. Men moet zich ervoor hoeden op de pianist te schieten als blijkt dat die pianist zijn partituur zeer goed speelt en daarvoor eigenlijk internationale lof krijgt. Nu maant echter de Europese Unie, die dit proces leidt, België aan tot een versoepeling van zijn controles.
Wij zijn geen vragende partij, maar zullen ons eraan houden.
Wat doen we met personen van wie we vermoeden dat ze niet bonafide zijn? Op het World Diamond Congress dat bijna twee jaar geleden in juli te Antwerpen werd gehouden en waarop de World Federation of Diamond Bourses en de International Diamond Manufacturers Association aanwezig waren, werd bepaald dat elke persoon van wie duidelijk kan worden aangetoond dat hij in conflictdiamant handelt en de embargo's overtreedt, zal worden buiten gegooid. Zijn naam zal in alle diamantbeurzen ter wereld worden bekendgemaakt zodat hij zijn zaken kan opdoeken.
We hebben op dit punt een samenwerkingsakkoord gesloten met het Antwerpse parket. Als we informatie krijgen, geven we die onmiddellijk door. Ieder heeft echter zijn verantwoordelijkheid. Het gerecht moet onderzoeken en vervolgen, wij hebben ons ertoe verbonden te informeren.
Dit wordt naming and shaming genoemd. We hebben niets tegen deze praktijk, maar het moet goed gebeuren. Het kan niet dat men enkele maanden later zijn uitspraken moet herroepen. We hebben alle gevallen die ons werden gemeld, onderzocht. Het is echter vrij vervelend dat in bijna alle gevallen waarin personen met Antwerpse origine werden gemeld, de instantie die de betichtingen heeft geuit, naderhand verplicht is geweest tot een openbare rechtzetting. Ik zal geen namen noemen. Ik heb de documenten bij me. De gevallen zijn bekend. De Britse minister Hain heeft een aantal namen genoemd; ook in enkele rapporten van de expertspanels van Angola en Sierra Leone werden namen genoemd. De voorzitters van deze panels hebben achteraf rechtzettingen moeten publiceren. Dit is natuurlijk zeer vervelend. Er is één, pijnlijk geval bekend van een handelaar die het voorwerp was van een naming and shaming en die ten gevolge hiervan failliet is gegaan.
Voorzichtigheid is geboden want niets is eenvoudiger voor een diamantair om in deze commissie een concurrent uit te schakelen. We zeggen niet dat alle informatie geheim moet worden gehouden. Ze mag openbaar worden gemaakt, maar wel op een wijze dat ze duidelijk, gestaafd en bewijsbaar is. Doet men dit niet, dan moet men niets zeggen. Dit heeft niets te maken met de zwijgplicht, maar wel met wettelijkheid en het recht op verdediging.
De Belgische overheid kan nog meer doen. We maken deel uit van het Kimberley-proces. Als we het probleem niet alleen willen aankaarten, maar ook oplossen, dan moeten we werk maken van een bilaterale samenwerking met een aantal van de diamantexporterende landen in Afrika zodat we hen via ontwikkelingssamenwerking fondsen ter beschikking stellen om de infrastructuur voor de controle ter plaatse te optimaliseren.
Uiteindelijk is het niet de taak van de Hoge Raad voor Diamant om overal informatica- en communicatienetwerken op te richten. We doen dit omdat we er een belang bij hebben, maar eigenlijk zouden we dit niet alleen moeten doen. In samenwerking met de overheid kunnen we de markten beter structureren. Wij kunnen opleiding geven; nu reeds leiden we per jaar meer dan duizend studenten op. We kunnen ook infrastructuur en materiaal ter beschikking stellen. We doen dit uiteindelijk om ons voortbestaan als wereldcentrum veilig te stellen. We willen dit zo snel mogelijk doen zodat we deze pagina kunnen omslaan en ons kunnen concentreren op de versteviging van onze sterke handelspositie, die permanent onder vuur ligt

M. Peter Meeus. - Je suis actif dans le secteur du diamant depuis onze ans. J'ai travaillé pendant deux ans pour la firme Bonas, un des cinq grands agents du groupe De Beers. Toutes les cinq semaines, je les accompagnais aux grandes ventes de diamant à Londres. J'ai ensuite été directeur de la Bourse du Diamant, la deuxième plus ancienne bourse du monde. La bourse joue le rôle d'organe disciplinaire pour les négociants qui se méconduisent. Depuis deux ans, je suis directeur général du Conseil supérieur du diamant qui chapeaute le secteur et dont je commencerai par vous expliquer le fonctionnement. Á l'étranger, on pense souvent qu'il s'agit d'un organisme public. Je parlerai ensuite de l'importance d'Anvers au niveau mondial, du problème du diamant de la guerre et de nos actions en la matière. Je traiterai aussi de nos relations avec la Guinée, le Congo, le Liberia et la République Centrafricaine, de notre compétitivité au niveau international, de ceux qui tentent de rivaliser avec nous et des accords de Kimberley. J'ai assisté à la première réunion de Kimberley le 12 mai, il y a de cela près de deux ans. J'aborderai l'embargo, les sanctions du Conseil supérieur en cas d'infraction et la collaboration avec la justice. Enfin, je ferai quelques propositions pour l'avenir.
Le Conseil supérieur du diamant est un organisme de coordination. Treize organisations professionnelles siègent dans notre Conseil d'administration : les quatre bourses, la fédération des bourses, l'association des négociants en diamant brut, des négociants en diamant taillé, des négociants en pierres précieuses et deux organisations syndicales. Chaque association compte deux représentants au Conseil d'administration.
Le Conseil supérieur du diamant intervient en tant que représentant du secteur au niveau national et, principalement, au niveau international puisque 99% du diamant importé à Anvers est réexporté. Nous participons à une quinzaine de bourses commerciales à travers le monde et à toutes les missions organisées par la Belgique et par la Flandre. En outre, nous organisons tous les trois ans en Belgique la prestigieuse exposition « Uit de schatkamer », des concerts de diamants, the Night of the Bourses. Nous soutenons également diverses initiatives touristiques locales et autres à Anvers.
L'Office du diamant est installé dans l'immeuble du Conseil supérieur du diamant dont il est un des départements. Il a été créé après la Deuxième guerre mondiale.
Le Conseil supérieur dispose également d'un laboratoire de certification. Nous certifions le diamant en fonction des quatre C de cut, carat, colour et clarity. C'est d'après ces standards que le diamant est évalué et que sa valeur est définie. Environ 100 personnes travaillent dans notre laboratoire. La certification est une activité très intensive. Notre laboratoire est un des cinq plus importants du monde. Nous sommes, avec le Gemological Institute of America, les leaders mondiaux dans le domaine des certificats de qualification.
Nous avons également un institut de gemmologie qui dispense des cours sur le diamant brut et taillé. Environ mille étudiants suivent cet enseignement chaque année.
Le Conseil supérieur du diamant effectue également des études scientifiques. Nous avons un institut de recherche à Lierre où travaillent une trentaine de personnes. Nous faisons des recherches sur le diamant synthétique et sur tous les traitements imaginables du diamant. Nous sommes un des seuls dans ce domaine avec le Gemological Institute of America et l'institut de recherche de De Beers.
En outre, nous fournissons toutes sortes de services dans le secteur. C'est ainsi que nous disposons d'un câble qui permet à toutes les sociétés affiliées de se téléphoner gratuitement.
Actuellement, le Conseil supérieur du diamant occupe au total 210 travailleurs et a un chiffre d'affaires de 700 millions de francs belges.
Il y a quelques mois, le Conseil d'administration a chargé le ministre d'État Kinsbergen de la mise en oeuvre d'un plan de restructuration du Conseil d'administration. Il présentera les lignes de force de ce plan la semaine prochaine.
Le Conseil du diamant représente un secteur qui compte 1000 entreprises et des centaines d'ateliers, quatre bourses et des banques spécialisées comme l'Antwerpse diamantbank, l'ABN-Amrobank et la Banque Artesia. Il représente également des firmes de transport et d'assurances s'occupant exclusivement de l'expédition ou de l'assurance du diamant.
Le secteur diamantaire anversois a donc un chiffre d'affaires de 26 millions de dollars, soit 1125 milliards de francs belges. Ce sont les chiffres cumulés de l'importation et de l'exportation du diamant brut et taillé. Le secteur du diamant représente 7% des exportations belges. Abstraction faite des partenaires commerciaux de l'UE, nous occupons six fois la première place dans la liste des principaux partenaires commerciaux de la Belgique pour le commerce en général et donc pas seulement dans le commerce du diamant. Nous sommes, en valeur, le principal partenaire commercial des États-Unis, de la Chine, de l'Inde, d'Israël et le deuxième du Japon.
D'après une étude réalisée il y a environ six ans par le Rijksuniversitair centrum, le secteur du diamant occupe dans notre pays directement 12.500 personnes et indirectement 30.000.
Anvers est la plaque tournante du commerce de diamant international. En effet, 80% des diamants bruts trouvés dans le monde subissent une transformation physique à Anvers. Auparavant, Anvers était le seul centre de taille du diamant. Depuis 20 ans, ce n'est plus le cas en raison du coût élevé de la main-d'oeuvre dans notre pays. Nous n'avons plus que 2.300 tailleurs de diamant. Heureusement, le cours du dollar nous est actuellement assez favorable.
Les centres de transformation se situent principalement en Inde, en Chine, en Extrême-Orient et en Israël.
Le diamant taillé ne passe pas directement du centre de transformation sur le marché. La moitié retourne à Anvers. Un grand centre commercial a certains avantages d'échelle. Actuellement, qu'il s'agisse d'un bijou onéreux ou bon marché, un diamant taillé sur deux est transformé à Anvers. Toutes les grandes sociétés minières y sont présentes. De Beers expédie 42% de ses marchandises via Anvers ; BHP, qui commercialise la production canadienne, 65% ; Rio Tinto, qui regroupe la production australienne et, à l'avenir, une partie de la production canadienne, 100% et ASCorp, le conglomérat actif en Angola, 75%.
Le problème des diamants de guerre a été mis au jour le 15 mars 2000 par le rapport Fowler. Celui-ci reprenait les conclusions d'un rapport de partenariat entre l'Afrique et le Canada qui est un important producteur de diamant.
Selon le rapport Fowler, on ne vérifie pas sérieusement à Anvers si les diamants sont liés à des conflits. Mais ce rapport ne dit pas que M. Fowler n'a enquêté que sur un seul centre et qu'il ne s'est basé que sur les statistiques belges, tout simplement parce que la Belgique est le seul pays qui publie des statistiques. Le rapport Fowler ne contient donc aucune donnée sur l'Inde, Israël ou Dubaï et presque aucune sur un certain nombre de pays d'Afrique parce qu'ils n'ont pas été examinés.
Nous étions conscients qu'il s'agissait d'un problème délicat et le 28 janvier 2000, deux mois avant la publication du rapport Fowler, nous avons lancé notre propre plan : Strategic plan for transparency in the African diamond trade. Ses axes étaient les suivants. En premier lieu, nous entendons nous concentrer sur l'endroit où se situe le problème, à savoir l'Afrique. En second lieu, nous souhaitons nous orienter vers les pays africains concernés, c'est-à-dire l'Angola, la Sierra Leone et le Congo. En troisième lieu, nous voulons créer une structure Diamond Office locale et instaurer de nouveaux certificats d'origine. Nous essayons aussi d'établir, par un import confirmation document, une ligne fermée entre le pays exportateur de diamant et celui qui l'importe. Enfin, nous voulons que les données soient enregistrées, vérifiées et contrôlables.
Les lignes de force du plan avaient déjà été testées quelques mois auparavant lors des premières négociations avec le gouvernement angolais qui était conscient des problèmes à venir. L'Angola est le premier pays contre lequel l'ONU a décrété un embargo. Nous avons donc proposé d'y créer des structures, de fournir un système informatique et d'assurer des formations afin de distribuer des certificats.
Certains se demanderont pourquoi des certificats s'imposent et croient qu'il est possible de déterminer l'origine d'un diamant au moyen d'un lecteur au laser. Cette discussion a eu lieu voici trois ans avec toutes les universités de notre pays. Différentes procédures ont été testées, notamment la laser ablation inductively coupled mass spectrometry. Il y a un an, lors d'une conférence à la Maison Blanche à l'époque de Bill Clinton, toutes les possibilités de détermination d'origine de ce type ont été rejetées. Peut-être pourrons-nous les utiliser dans cinq ans, mais pas aujourd'hui.
C'est pourquoi nous avons amorcé des discussions avec les deux pays les plus sensibles : l'Angola et la Sierra Leone. Les accords conclus avec ces pays concernent un certificat d'origine infalsifiable. Cela a été très difficile et M. Van Bockstael peut éventuellement vous fournir toutes les informations à ce sujet.
Deuxièmement, nous veillons à une évaluation indépendante du diamant. Nous nous préoccupons en effet aussi d'une bonne organisation du marché du diamant dans ces pays. Nous voulons que chacun obtienne ce à quoi il a droit, bien que cela ne relève pas de notre responsabilité et que nous n'ayons pas la compétence d'organiser le marché au niveau local ou de faire la police.
Troisièmement, nous recourons à la transmission électronique de données. Nous l'avions déjà expérimentée en Sierra Leone, un pays frappé d'embargo. Celui-ci pouvait être levé à condition qu'un système de certificats soit instauré. La Sierra Leone a fait appel au Conseil supérieur du diamant à cette fin, comme l'avaient recommandé les Nations unies. La transmission électronique de données signifie qu'elles sont enregistrées à l'exportation et que les lots exportés sont photographiés numériquement. L'information numérique est envoyée à Anvers où le lot est examiné et comparé. Le certificat s'accompagne d'un document de retour. Lorsque celui-ci arrive à Anvers, un volet est renvoyé en Sierra Leone pour qu'on puisse vérifier que ce qui est parvenu chez nous correspond bien à ce qui a quitté la Sierra Leone. Enfin, des statistiques doivent être publiées.
L'élément essentiel de ces accords avec l'Angola et la Sierra Leone est qu'il n'existe qu'un seul point d'exportation, sans quoi le contrôle est beaucoup plus difficile. Toutes les opérations sont fondées sur le système anversois du Diamond Office, lequel fonctionne de la manière suivante. Toute importation ou exportation nécessite une licence d'importation ou d'exportation. Un distributeur de diamants doit être reconnu officiellement et être enregistré au ministère des Affaires économiques. Tous les diamants font l'objet d'une inspection physique à leur entrée en Belgique ou à leur sortie. La Belgique est le seul pays au monde où tous les envois sont ouverts. L'analyse réalisée par la suite au sein du groupe de travail Kimberley a montré que nos contrôles sont en fait beaucoup plus stricts que dans tout autre pays. C'est le côté paradoxal de la question du diamant de la guerre : on a d'abord affirmé qu'il n'existait aucun contrôle mais aujourd'hui la Belgique doit peut-être effectuer moins de contrôles pour rejoindre le niveau des autres pays.
Chaque envoi est examiné par des experts qui dépendent du ministère des Affaires économiques et doit être contrôlé par les services douaniers, lesquels dépendent du ministre des Finances. La Belgique est le seul pays qui publie des statistiques mensuelles sur les importations et exportations de diamants. Les violations des embargos ainsi que les importations et exportations illégales sont très sévèrement sanctionnées : les biens sont saisis et des amendes pouvant atteindre le double de la valeur des biens peuvent être imposées.
Nous avons donc commencé avec la Sierra Leone et l'Angola. Nous étions conscients qu'établir ce système avec deux pays seulement n'était pas suffisant. En effet, d'autres pays africains exportent également des diamants et sont également le théâtre d'un trafic. Celui-ci n'est pas nécessairement lié au diamant de la guerre mais peut aussi découler simplement du fait qu'un extracteur de diamants obtient de l'autre côté de la frontière un prix supérieur à celui offert par un monopoliste à l'intérieur du pays. C'est pourquoi nous avons tenté d'appliquer d'emblée ce système à d'autres grands pays exportateurs de diamants, à savoir la Guinée, le Congo, le Liberia et la République centrafricaine.
La Guinée est un important producteur de diamants et dispose d'un marché intérieur assez bien structuré. Le 2 mai 2001, nous avons conclu et exécuté, avec le ministre des Mines, un accord par lequel le Conseil supérieur du diamant s'est engagé à offrir une assistance technique pour le développement d'un système de certificats et de l'informatique.
Le Liberia étant actuellement frappé d'un embargo, M. Peleman a invité M. Jenkins Dunbar, le ministre libérien des Mines, à entrer en contact avec nous en vue du développement d'un système de certificats qui permettrait de lever l'embargo. Nous avons représenté au ministre que le Liberia est un pays problématique et que nous voulions d'abord demander l'accord des Nations unies. La Commission européenne l'a elle aussi encouragé à s'adresser à nous pour mettre au point un système de certificats, bien que certains de ses membres considèrent les certificats comme superflus.
Le 15 mai 2001, nous avons eu des entretiens similaires avec M. Patassé, le président de la République centrafricaine, un pays grand producteur de diamants. À la demande du groupe de travail de Kimberley, nous avons toutefois gelé nos discussions relatives aux certificats.
Un accord a été conclu avec le ministre congolais des Mines le 27 avril 2001. Le marché local venait juste d'être restructuré. Il existait précédemment un monopole israélien : pendant six mois, les diamants ont été envoyés à Tel Aviv parce qu'une firme avait obtenu les droits exclusifs du prédécesseur de Joseph Kabila. Ce monopole a pris fin l'année dernière. Dix licences ont de nouveau été accordées à des bureaux d'achat. Notre appareillage électronique est prêt à fonctionner à Kinshasa et le certificat pourra être délivré prochainement. À la demande du groupe de travail Kimberley notamment, nous avons toutefois décidé d'attendre les résultats du groupe de travail.
Après tous ces entretiens, on se demande maintenant jusqu'où la Belgique peut aller. Ne peut-elle faire davantage et interdire l'importation de biens en provenance de ces pays ? Nous avons étudié cette question. Tout d'abord, voici deux ans et demi, nous avons lancé une pétition à laquelle il est fait référence dans le progress report.
Cette pétition qui se rattachait à une action en vue d'une prise de conscience plus éthique a été signée par presque tous les diamantaires.
Il se pose bien sûr une question de légalité. Par le biais des Nations unies, la communauté internationale a décrété un embargo contre certains pays et les biens ne peuvent donc plus être importés. Nous disposons heureusement d'un très bon système permettant de rendre l'embargo applicable dans l'heure. Il en va autrement aux États-Unis. Il a ainsi fallu six mois aux autorités américaines pour mettre en oeuvre l'embargo contre les diamants provenant de la Sierra Leone.
En général, les embargos sont conditionnels. C'est le cas pour l'Angola et la Sierra Leone, l'embargo étant lié à un régime de certificats. Peut-être le Liberia entre-t-il aussi en considération. La levée d'un embargo inconditionnel, tel que celui qui frappe actuellement le Liberia, requiert l'approbation des Nations unies.
Dans d'autres cas, il n'existe pas de restriction légale au commerce de diamants d'un pays déterminé. Les mesures de limitation des importations sont soumises aux règles du GATT pour les pays membres de l'Organisation mondiale du commerce. Citons également la convention de Cotonou, qui remplace celle de Lomé et qui prévoit que toutes les mesures sont de la compétence exclusive de l'Union européenne. La Belgique n'est plus compétente en la matière. Pour prendre des mesures unilatérales de contingentement des importations, nous devons disposer d'une base légale solide. Cela vaut a fortiori pour le Conseil supérieur du Diamant.
La concurrence internationale constitue une donnée importante pour notre pays. Nous devons défendre notre position. Israël souhaite ainsi reprendre une partie du commerce de diamants bruts et a fondé une bourse du diamant brut dont il fait très activement la promotion à l'échelon international. En 2001, M. Gertler, le neveu du président de l'Israel Diamond Exchange, est parvenu à obtenir de Laurent-Désiré Kabila le droit de distribution de tous les diamants congolais. Heureusement pour nous, cet accord n'a tenu que six mois.
Ensuite, initialement, 50% des exportations de diamants angolais iraient en Israël où un conglomérat formé d'un Israélien et d'un Belge s'était réparti le flux de biens à raison de 50%-50%. Au départ, la moitié des biens partiraient donc pour Tel Aviv. Je ne vous cache pas que cela ne nous amuse pas. Nous tentons donc de l'empêcher de manière active et proactive.
Nous subissons en outre la concurrence de New York où d'habiles négociants ont réussi à conclure des contrats et à obtenir des licences en Sierra Leone et au Congo. Il en résulte que nous importons aujourd'hui beaucoup plus de diamants bruts venant de New York mais provenant en fait indirectement d'Afrique.
Dubaïest le nouveau centre du commerce du diamant. L'année dernière, nous avons importé par cette voie pour pas moins de 190 millions de dollars alors que ces importations étaient quasi nulles en 1996. La hausse est phénoménale. Dubaï est devenu un important centre de distribution du diamant au Moyen Orient et les Émirats arabes unis se posent donc en nouveau centre du commerce du diamant.
Enfin, l'Afrique australe devient un poids lourd régional et tente de prendre en charge un part très importante du commerce de diamants bruts en Afrique. Cela explique l'augmentation sensible du diamant brut d'Afrique du Sud dans nos statistiques.
Nous nous sentons parfois isolés. Depuis deux ans et demi, nous nous efforçons de manière proactive de résoudre le problème des diamants de la guerre. D'autres suivent calmement, avec de nombreux mois de retard. Ils sont soumis à moins de pressions, ne font pas partie de l'Union européenne et ne sont donc pas encombrés par tous ces problèmes éthiques. Nous assumons bel et bien notre responsabilité éthique mais nous ne devons pas oublier que cela représente un coût pour nous. Et nous devons de temps en temps penser aux intérêts des quelque 30.000 personnes que nous représentons.
Nous ne fuyons toutefois pas nos responsabilités et nous avons été les premiers à développer des régimes de certificats. Les 11 et 12 mai 2000, soit six mois après nos premières initiatives à cet égard, ont débuté les rencontres de Kimberley. Il s'agissait au départ d'une initiative des pays de la SADEC, en particulier de l'Afrique du Sud. Nous y avons immédiatement été associés, de même que la Grande-Bretagne et quelques autres pays, mais de nombreux pays distributeurs de diamants ne l'ont pas été. D'emblée, nous avons souhaité apporter une réponse rapide au problème des diamants de la guerre. Cette réponse rapide devrait, selon nous, être apportée dans un délai de quelques années. C'est pourquoi nous avons d'abord voulu nous limiter à l'Afrique et plus particulièrement à quelques pays que nous connaissons, notamment l'Angola, la Sierra Leone et le Congo, d'autres pouvant s'ajouter ultérieurement. Si tous ces pays se dotent d'un diamond office équipé d'un screening numérique et d'ordinateurs, ces flux se neutraliseront eux-mêmes après un certain temps.
Plus les interlocuteurs sont nombreux, plus la discussion se complique. Il y a déjà eu 10 ou 12 réunions. Les négociations de Kimberley ont débuté péniblement car à chaque réunion, de nouveaux pays peu concernés par le secteur du diamant venaient s'asseoir à la table des négociations. Le processus décisionnel a ainsi accumulé un sérieux retard. Les réunions se sont multipliées. Nous y avons toujours pris part en tant qu'experts prêts à mettre leur compétence à la disposition de tous.
Entre-temps, en avril et juin 2001, il y avait 38 pays autour de la table. Après une analyse des systèmes de contrôle du monde entier, on aboutit à la conclusion que le système belge était le plus sévère. C'était en contradiction flagrante avec les conclusions du rapport Fowler publié 14 mois plus tôt. On s'est tout à coup mis à parler du modèle anversois. Cela nous a fait du bien mais le problème n'était pas résolu pour autant.
Lors du processus de Kimberley, on a à un moment donné décidé de ne plus se concentrer sur les pays africains. Le problème est bien plus vaste et il faut élaborer un système à l'échelle mondiale. Nous avons soutenu cette décision mais cela n'a pas facilité le processus.
L'approche du Conseil supérieur du diamant consistant à commencer par les pays d'Afrique où le problème est le plus aigu, pour poursuivre ensuite en installant l'appareillage dans d'autres pays, a donc été balayée. C'est pourquoi nous avons mis fin aux négociations pourtant déjà bien avancées depuis un certain temps avec certains pays.
Nous avons considéré que puisque tant le gouvernement belge que nous-mêmes participions au processus de Kimberley, nous devions désormais nous rallier aux décisions du groupe de Kimberley même si nous nous posions des questions sur le processus décisionnel avec 38 pays. Dans une enceinte internationale, il faut se rallier à la majorité et cela a peu de sens de prêcher dans le désert.
Je tiens toutefois à souligner qu'il y avait une grande différence entre la réglementation uniforme pour le contrôle et la réglementation que nous proposons. Comme je l'ai déjà dit, notre réglementation prévoit un Diamond Office, one point of entry pour les permis d'importation et d'exportation mais aussi pour les contrôles physiques de tous les diamants et non un contrôle aléatoire, par exemple un sur 1000. Au Diamond office, tous les paquets sont ouverts et contrôlés c'est pourquoi 11 - bientôt 15 - experts y travaillent. C'est un investissement important. Si les 38 pays doivent tous engager 20 experts, cela deviendra difficile et c'est pourquoi la concertation de Kimberley a débouché sur un plaidoyer en faveur du contrôle aléatoire. Ce mode de contrôle est d'ailleurs généralement appliqué. Lors du contrôle sur l'importation de meubles au port d'Anvers par exemple, on ouvre un conteneur sur 1000. Chez nous, tout paquet est contrôlé.
Dans le cadre de notre participation à la concertation de Kimberley, nous sommes confrontés à un problème important car nous ne demandons pas le démantèlement des contrôles. Nous ne trouverions pas grave de les maintenir mais nous constatons que la réalité internationale semble évoluer dans une autre direction. Nous ne voulons bien entendu pas non plus nous retrouver dans un contexte concurrentiel tout à fait défavorable face à tous ces nouveaux centres.
Je mentionne cet élément pour montrer la complexité du dossier. Il faut éviter de tirer sur le pianiste s'il joue très bien sa partition et est félicité au niveau international. Mais maintenant, l'Union européenne, qui mène le processus, incite cependant la Belgique à assouplir ses contrôles.
Nous ne sommes pas demandeurs mais nous nous y conformerons.
Que faire des personnes que nous soupçonnons ne pas être de bonne foi ? Lors du World Diamond Congress qui s'est tenu en juillet à Anvers et auquel ont participé la World Federation of Diamond Bourses et l'International Diamond Manufacturers Association, on a décidé d'exclure toute personne dont il peut être prouvé clairement qu'elle est mêlée aux diamants de la guerre et ne respecte pas les embargos. Son nom sera communiqué à toutes les bourses de diamant du monde, de sorte qu'elle devra cesser ses activités.
Nous avons conclu un accord sur ce point avec le parquet d'Anvers. Si nous obtenons des informations, nous les transmettons immédiatement. Mais à chacun ses responsabilités. La justice doit instruire et poursuivre, nous nous sommes engagés à informer.
On qualifie cela de naming and shaming. Nous n'avons rien contre cette pratique mais elle doit se faire correctement. On ne peut être amené à devoir revenir sur son jugement quelques mois plus tard. Nous avons examiné tous les cas qui ont été portés à notre connaissance. Il est regrettable que dans presque tous les cas où des personnes d'origine anversoise étaient citées, l'instance qui a émis l'accusation ait dû se rétracter publiquement par la suite. Je ne citerai pas de noms. Le ministre britannique Hain a cité certains noms, d'autres figurent dans les rapports des panels d'experts de l'Angola et de la Sierra Leone. Les présidents de ces panels ont ensuite dû publier des rectifications. C'est bien entendu très ennuyeux. On connaît un seul cas pénible, celui d'un commerçant victime du name and shame qui a fait faillite.
Il faut être prudent car rien n'est plus facile pour un diamantaire que d'éliminer un concurrent dans cette commission. Nous ne disons pas que toutes les informations doivent rester secrètes : elles peuvent être rendues publiques pour autant qu'elles soient étayées et prouvées. Sinon, mieux vaut ne rien dire. Cela n'a rien à voir avec le devoir de réserve mais bien avec la loi et le droit à la défense.
Les autorités belges peuvent faire plus encore. Nous participons au processus de Kimberley. Si nous ne voulons pas seulement soulever le problème mais aussi le résoudre, nous devons nous atteler à une coopération bilatérale avec certains pays exportateurs d'Afrique et mettre des fonds à leur disposition dans le cadre de la coopération au développement, afin de leur permettre d'optimaliser leurs infrastructures de contrôle.
En définitive, il ne revient pas au Conseil supérieur du diamant de mettre partout en place des réseaux informatiques de communication. Nous le faisons parce que nous y avons intérêt mais en fait, nous ne devrions pas le faire seuls. Nous pouvons mieux structurer les marchés en collaboration avec les pouvoirs publics. Nous pouvons organiser des formations, nous formons déjà mille étudiants par an. Nous pouvons aussi mettre des infrastructures et du matériel à disposition. En somme, nous faisons tout cela pour assurer notre survie comme centre mondial. Nous voulons tourner cette page au plus vite pour pouvoir nous concentrer sur le renforcement de notre bonne position commerciale qui est constamment menacée.

De heer Michiel Maertens (AGALEV). - Ik dank de spreker voor zijn duidelijke uiteenzetting.
Mijn eerste vraag heeft betrekking op het naming and shaming. De heer Meeus heeft verwezen naar het protocol dat met het parket werd afgesloten. Hij heeft gesteld dat alle gevallen werden onderzocht en werden doorgespeeld aan het parket. Hoeveel onderzoeken zijn momenteel lopende? Werden reeds aanhoudingen verricht? Ik verwijs nogmaals naar een artikel van Douglas Farah in de Washington Post met de titel "Digging up Congo's dirty gems - Officials say diamond trade funds radical Islamic groups". Ik citeer: "In the past 18 months, two Belgian intelligence reports have linked the Congolese diamond trade to the funding of terrorist organizations, specifically Hezbollah ... Among those now under criminal investigation in Belgium are Samih Ossaily and his cousin, Aziz Nassour." We weten dat die laatste ondertussen in Beiroet zit. Er wordt beweerd dat Samih Ossaily nog steeds in België verblijft.
Mijn tweede vraag is van praktische aard. Ik maak een reisje in Afrika en bots in Sierra Leone op een plaatselijke mijndelver die mij iets verkoopt. Ik verstop dit op mijn terugreis. Ik geef niets aan want het gaat om een kleinigheid. Eenmaal aangekomen in Brussel verkoop ik het voor een mooie prijs in een louche winkel waar men mij verzekert dat de diamant in het circuit terechtkomt. Is het mogelijk dat dergelijke gesmokkelde diamanten via een omweg op de Antwerpse markt terechtkomen? Zo ja, hoe kan dit en wat kunnen we ertegen doen?
Uganda en Rwanda zijn betrokken bij de exploitatie en verhandeling van Congolese diamanten. Volgens de heer Dietrich doen deze landen een beroep op licentiehouders om de diamanten te verhandelen. Hij vertelde zelfs dat Zuid-Afrika niet eens de namen van alle licentiehouders geeft, laat staan hun productiecijfers. Ziet u mogelijkheden om "stroomopwaarts", dus in Afrika, een controle in te stellen? In hoeverre is onze reglementering op de licenties aan eventuele verbeteringen toe? Wordt van al onze licentiehouders de omzet geregistreerd en kunnen we echt nagaan met wie ze handelen? Als we dat in kaart kunnen brengen, weten we immers al veel.

M. Michiel Maertens (AGALEV). - Je remercie M. Meeus de son exposé clair.
Ma première question a trait au naming and shaming. M. Meeus a fait allusion au protocole conclu avec le parquet. Il a indiqué que tous les cas étaient examinés et transmis au parquet. Combien d'enquêtes sont-elles en cours ? A-t-on déjà procédé à des arrestations ? Je me réfère à nouveau à un article de Douglas Farah dans le Washington Post intitulé « Digging up Congo's dirty gems - Officials say diamond trade funds radical Islamic groups. ». Je cite : In the past 18 months, two Belgian intelligence reports have linked the Congolese diamond trade to the funding of terrorist organizations, specifically Hezbollah ... Among those now under criminal investigation in Belgium are Samih Ossaily and his cousin, Aziz Nassour ». Nous savons qu'entre-temps, ce dernier se trouve à Beyrouth. On affirme que Samih Ossaily séjourne toujours en Belgique.
Ma deuxième question est de nature pratique. Je voyage en Afrique et en Sierra Leone et je rencontre un producteur local qui me vend quelque chose. Á mon retour, je ne le déclare pas parce que c'est sans importance. Arrivé à Bruxelles, je le revends pour un bon prix dans un magasin louche où on m'assure qu'il va rentrer dans le circuit du diamant. Est-il possible que de tels diamants arrivent sur le marché d'Anvers par un détour ? Dans l'affirmative, comment cela se fait-il et comment pouvons-nous réagir ?
L'Ouganda et le Rwanda sont impliqués dans l'exploitation et le traitement des diamants congolais. Selon M. Dietrich, ces pays ont recours à des détenteurs de licences pour négocier les diamants. Il a même dit que l'Afrique du Sud ne donne même pas les noms de tous les détenteurs de licences, pour ne pas parler de leurs chiffres de production. Entrevoyez-vous la possibilité d'instaurer un contrôle en amont, donc en Afrique ? Comment peut-on améliorer notre réglementation en matière de licences ? Enregistre-t-on le chiffre d'affaires de tous nos détenteurs et pouvons-nous vraiment contrôler avec qui ils traitent ? Si nous pouvions avoir une vision d'ensemble de tous ces éléments, nous saurions déjà pas mal de choses.

Mevrouw Marie-José Laloy (PS). - Ik sluit me aan bij het dankwoord van collega Maertens aan het adres van de heren Bornstein en Meeus voor hun duidelijke uiteenzetting en de verstrekte informatie.
De heer Meeus zei dat 80% van het diamant via Antwerpen passeert. Het grootste deel ervan gaat voor bewerking naar het buitenland. Welke hoeveelheid blijft er in België?
Waarom passeert het diamant in eerste instantie via Antwerpen? Waarom wordt het niet rechtstreeks naar de bewerkingscentra gestuurd, aangezien het in elk geval toch terug naar Antwerpen komt? Geeft dat u de kans om de stenen te markeren?
Kunnen we de lijst van aanvoerlanden voor Antwerpen krijgen?
Is het juist dat Groot-Brittannië de voornaamste leverancier van Antwerpen is? Maakt dat land zijn import- en exportstatistieken voor diamant bekend?
Er werd ons verteld dat de statistieken weinig betrouwbaar zijn. Sommige in België gepubliceerde statistieken maakten melding van miljoenen karaat die in de Democratische Republiek Congo zouden zijn geproduceerd, terwijl dat land zulke hoeveelheid niet kan voortbrengen.
Inzake de certificatie heb ik de door u verstrekte documenten bekeken. Het certificaat wordt afgesloten met de regeringen. Zoals u zei bestaat er een probleem aan de basis, op het niveau van de delvers, de "grootvaders" die het werk doen. Welke garantie hebben we dat het aan u afgeleverde certificaat betrouwbaar is? Hoe kunnen we zeker zijn dat wat werd verkocht "zuiver" is?

Mme Marie-José Laloy (PS). - Je m'associe aux remerciements exprimés par mon collègue Maertens à l'adresse de MM. Bornstein et Meeus, pour la clarté de leur exposé et des informations qu'ils nous ont communiquées.
D'abord, monsieur Meeus, vous avez dit que 80% des diamants passaient par Anvers. La majorité va vers des centres de traitement à l'extérieur. Pouvez-vous nous dire exactement quelle quantité reste en Belgique ?
Ensuite, pourquoi ce passage par Anvers au premier échelon ? Pourquoi ne pas les envoyer directement vers les centres de traitement puisqu'ils reviennent de toute façon à Anvers ? Est-ce pour vous l'occasion de les marquer ? Je voudrais savoir pourquoi le transit ne se fait pas directement vers les centres de traitement.
Peut-on obtenir la liste des pays fournisseurs à Anvers ?
Enfin, est-il exact que le Royaume-Uni est le premier fournisseur d'Anvers ? Ce pays rend-il publiques ses statistiques en matière d'importations et d'exportations de diamant ?
Il nous a été dit que les statistiques étaient peu fiables et que certaines, publiées en Belgique, faisaient état de millions de carats produits par la RDC alors que cette dernière est dans l'impossibilité de produire un tel volume. Un certain doute plane sur la fiabilité des statistiques.
Enfin, concernant la certification, je viens de parcourir les documents que vous avez bien voulu nous remettre. Le certificat est passé avec les gouvernements. Comme vous l'avez dit, le problème se situe à la base, au niveau des extracteurs, des « grands-pères » qui effectuent le travail. Si on veut prendre le problème en amont, c'est à partir de là, mais tel n'est pas notre propos. Quelle garantie pouvons-nous avoir quant à la fiabilité du certificat qui vous est donné ? Comment pouvons-nous être certains que ce qui a été vendu est « propre » ?

De heer Peter Meeus. - Op de vraag over de lopende onderzoeken kan ik niet antwoorden, gezien het geheim van het onderzoek. Het onderzoek is in handen van de procureur des Konings. We hebben hem gegevens verstrekt over Ossaily/Nassour en hij moet daaruit nu conclusies trekken. We hebben wel vastgesteld dat geen van beiden lid zijn van de Antwerpse diamantbeurzen. Dat betekent dat wij geen disciplinaire bevoegdheid hebben. We hebben ook nagekeken of ze in de betreffende periode nog belangrijke importactiviteiten hadden, omdat er een link zou zijn met Al-Qaeda, maar sinds 1999 blijkt dat niet het geval te zijn. Verder zit deze zaak bij de procureur des Konings die op basis van de gegevens die hem ter beschikking zijn gesteld, indien nodig tot vervolging kan overgaan.
Er werden al mensen verdacht gemaakt terwijl achteraf werd vastgesteld dat daarvoor geen grond was. Ik wil allerminst suggereren dat dat in dit geval ook zo is, maar men moet er toch voor zorgen voldoende gegevens te hebben wanneer men namen in de openbaarheid gooit. In dat geval moet iedereen ook zijn verantwoordelijkheid nemen.
Volgens de reglementen van de beurzen kunnen wij disciplinair en preventief optreden. We kunnen bijvoorbeeld preventief schorsen zolang het onderzoek loopt, maar het parket moet zorgen voor het gerechtelijk onderzoek en de vervolging.
Smokkel van diamant - of van welke producten dan ook - zal niemand ooit volledig kunnen verhinderen.
We kunnen alleen zorgen dat de reden om te smokkelen verdwijnt. In het kader van het Kimberley process werd een internationaal certificeringssysteem met internationale monitoring uitgewerkt. Dat zorgt ervoor dat een land met slechts een beperkte productiecapaciteit voor diamant, slechts diamanten kan exporteren wanneer er een overeenkomstige import zwart op wit op papier staat. Zo niet, kan het land niet meer exporteren. Dat is het grote voordeel van het Kimberley process en daarmee kan men een stukje van de "rommel" in de statistieken opkuisen zodat ze dichter bij de realiteit komen te liggen.
Ik voeg er meteen aan toe dat we natuurlijk blijven zitten met het probleem van de legaliteit. Reglementen in het kader van de World Trade Organization kunnen wij Belgen niet zomaar aan onze laars lappen. We kunnen import uit Rwanda niet zomaar weigeren. Dat kan niet in het kader van de uitvoering van het Lomé-akkoord en bovendien is deze bevoegdheid overgedragen aan de Europese Unie. De totale import vanuit Rwanda en Uganda is overigens eerder klein. Vanuit Uganda wordt per jaar voor 2,5 miljoen dollar en vanuit Rwanda voor 1,2 miljoen dollar geïmporteerd. Absoluut gezien is dat natuurlijk veel geld, maar in de context ziet het er al anders uit. Voor beide landen samen kom ik op 3,7 miljoen dollar en dat is de productiecapaciteit van één middelgrote zichthouder van De Beers per maand. Ik zeg niet dat de import vanuit Rwanda en Uganda verwaarloosbaar is en in het kader van het Kimberley process moet er een oplossing komen, maar in de globale context is hij wel heel klein. Een grote zichthouder van De Beers is goed voor 20 miljoen dollar per maand en er zijn wereldwijd 150 zichthouders.
Ik kom nu bij de vraag over het verbeteren van de licenties. Op het ogenblik wordt de waarde door Economische Zaken geregistreerd. Er bestaan dus per firma zeer gedetailleerde importgegevens, met alle transacties. Dat is dus volledig traceerbaar. Wij hebben die cijfers niet om de eenvoudige reden dat er nog zoiets als eerlijke concurrentie bestaat. De cijfers worden bijgehouden in het kader van de wet op de statistiek, maar het zou nogal gemakkelijk zijn wanneer de Hoge Raad en zijn voorzitter zouden kunnen achterhalen wie er allemaal invoert, naar waar de uitvoer gaat en wie er klant is bij wie. In het economisch leven gebeurt zoiets natuurlijk niet. Die gegevens zijn geheim en u kunt u zich daarvoor het best tot Economische Zaken wenden.

M. Peter Meeus. - Étant donné le secret de l'instruction, je ne puis répondre à la question concernant les enquêtes en cours. L'enquête est menée par le procureur du Roi. Nous lui avons fourni des informations sur Ossaily/Nassour et il doit en tirer les conclusions. Nous avons constaté qu'aucun des deux n'est membre des bourses anversoises du diamant. Cela signifie que nous n'avons aucune compétence disciplinaire. Nous avons aussi vérifié s'ils avaient encore eu des activités d'importation importantes pendant les périodes concernées car il y aurait un lien avec Al-Qaeda, mais 1999, il semble que ce soit pas le cas. Pour le reste, le dossier est entre les mains du procureur du Roi qui décidera, sur la base des données mises à sa disposition, s'il est nécessaire de procéder à des poursuites.
Il est déjà arrivé que l'on soupçonne des personnes, alors que cela s'est avéré sans fondement par la suite. Loin de moi de vouloir suggérer que ce soit aussi le cas ici, mais il faut veiller à avoir assez de données avant de citer des noms publiquement. Chacun doit alors prendre ses responsabilités.
Le règlement des bourses nous permet d'agir tant de manière disciplinaire que préventive. Nous pouvons par exemple suspendre à titre préventif pour la durée de l'instruction, mais l'instruction et les poursuites sont du ressort du parquet.
Personne ne pourra jamais totalement empêcher le commerce illégal de diamants, ou de quelque produit que ce soit d'ailleurs.
Nous pouvons juste faire en sorte de supprimer la cause du trafic illégal. Dans le cadre du processus de Kimberley, on a élaboré un système de certification international avec un contrôle international : un pays dont la capacité de production de diamant est limitée ne peut exporter des diamants que lorsqu'il y a une importation correspondante enregistrée noir sur blanc. Dans la négative, le pays ne peut pas exporter. C'est le grand avantage du processus de Kimberley et cela permet de « nettoyer » quelque peu les statistiques et de les rendre plus proches de la réalité.
J'ajoute que nous n'avons toujours pas résolu le problème de la légalité. Nous, Belges, ne pouvons pas faire fi des règlements de l'Organisation mondiale du commerce. Nous ne pouvons refuser les importations en provenance du Rwanda. C'est impossible dans le cadre des accords de Lomé et, en outre, cette compétence a été transférée à l'Union européenne. D'ailleurs, les importations totales en provenance de l'Ouganda et du Rwanda sont très faibles. On importe annuellement pour 2,5 millions de dollars de l'Ouganda et pour 1,2 millions de dollars du Rwanda. Dans l'absolu, cela représente beaucoup d'argent mais replacé dans son contexte, c'est tout autre chose. Cela fait 3,7 millions de dollars pour les deux pays, ce qui correspond à la production mensuelle d'un seul « sightholder » de moyenne importance de la De Beers. Je ne dis pas que les importations de l'Ouganda et du Rwanda sont négligeables et il faut trouver une solution dans le cadre du processus de Kimberley, mais dans le contexte global, elles restent très faibles. Un « sightholder » important de la De Beers fait quelque 20 millions de dollars par mois et il y en a 150.
J'en arrive à la question de l'amélioration des licences. Actuellement, la valeur est enregistrée par les Affaires économiques. Il existe donc des données d'importation très précises par firme, sur toutes les transactions. Il y a donc une traçabilité complète. Nous ne disposons pas de ces chiffres car la concurrence loyale est un principe qui a encore cours. Les chiffres sont enregistrés dans le cadre de la loi sur les statistiques mais ce serait trop facile si le Conseil supérieur et son président étaient informés de tous ceux qui importent, de la destination des exportations et de qui est client chez qui. Cela ne se passe naturellement pas de cette façon dans la vie économique. Ces données sont secrètes et le mieux est de vous adresser aux Affaires économiques.

De heer Michiel Maertens (AGALEV). - Gisteren zei de minister nog dat de onafhankelijkheid van zijn ambtenaren beter zou kunnen zijn. Bestaat er een soort corporatieve geest tussen de experts waardoor het niet meer zo duidelijk is wie nu tot de sector behoort en wie de ambtenaren zijn?

M. Michiel Maertens (AGALEV). - Pas plus tard qu'hier, le ministre a déclaré que ses fonctionnaires pourraient être plus indépendants. Existe-t-il une sorte d'esprit corporatif entre les experts qui fait que l'on ne sait plus exactement qui relève du secteur et qui sont les fonctionnaires ?

De heer Peter Meeus. - Wij hebben de minister laten verstaan dat we geen enkel probleem hebben met een meer permanente controle op de expertises. In Amsterdam, Frankfurt, Portugal en Griekenland is er evenwel geen enkele controle op de binnenkomende goederen.
Van de ruwe diamant blijft alleen de diamant in België die hier wordt geslepen. Wat in stock blijft wordt later verkocht.
Wat is nu de verwerkende capaciteit van de nijverheid? De heer Bornstein is een voorname nijveraar. Er is de laatste maanden een hele evolutie geweest.

M. Peter Meeus. - Nous avons fait comprendre au ministre qu'un contrôle plus constant des expertises ne nous posait aucun problème. Il n'y a toutefois aucun contrôle des arrivages à Amsterdam, à Francfort, au Portugal et en Grèce.
Seul le diamant taillé en Belgique reste chez nous. Ce qui reste en stock est vendu ultérieurement.
Quelle est la capacité actuelle de transformation de l'industrie ? M. Bornstein est un industriel de renom. Les choses ont beaucoup évolué ces derniers mois.

De heer Charles Bornstein. - Laat me u in het kort uitleggen waaruit de specificiteit en de kracht van Antwerpen bestaan.
De kracht van Antwerpen steunt op een geheel van factoren: zijn banken, zijn faciliteiten, zijn ligging in het centrum van Europa, het feit dat het inzake sortering een wereldcentrum is. De hele wereld stuurt er zijn ruwe diamant heen. De grote productie van India, Sri Lanka, China komt bij ons om er gesorteerd te worden door zeer grote bureaus die nadien die productie over de hele wereld verdelen. Dat maakt onze fierheid uit; wij blijven nog steeds "het" wereldcentrum.
Van die enorme productie wordt amper een halve percent in België verkocht. Maar dat is niet het probleem. Voor ons is van belang die sterke positie blijvend te verdedigen tegen anderen die ze ons benijden.
U wilde weten of Groot-Brittannië bij ons veel diamant invoert. Ja, via De Beers, dat voor ongeveer vijf miljard dollar per jaar verdeelt, waarvan 42% in Antwerpen. Londen is dus de voornaamste invoerder van ruwe diamant via Antwerpen, maar enkel via De Beers.
U sprak ook over een licentie. Daarvoor geef ik het woord aan Mark Van Bockstael.

M. Charles Bornstein. - Permettez-moi de vous expliquer brièvement ce qui fait la spécificité d'Anvers et sa force.
La force d'Anvers réside dans un ensemble : ses banques, ses facilités, sa situation au centre de l'Europe, le fait que ce soit un centre mondial de tri. Le monde entier y envoie son brut. Toutes les grandes productions de l'Inde, du Sri Lanka, de la Chine reviennent aussi chez nous pour être triées par d'énormes bureaux qui répartissent ensuite cette production dans le monde entier. C'est d'ailleurs cela qui fait notre fierté ; nous restons encore « le » centre mondial.
De cette immense production, à peine un demi pour-cent est vendu en Belgique, mais là n'est pas le problème. Ce qui nous importe est de continuer à défendre cette place forte contre d'autres places qui nous envient.
Vous souhaitez également savoir si l'Angleterre importe beaucoup de diamants chez nous. Oui, par la De Beers, qui distribue environ cinq milliards de dollars par an, dont 42% à Anvers. Ainsi, Londres est l'importateur numéro 1 du brut via Anvers, mais uniquement par le biais de la De Beers.
Vous avez également parlé d'une licence. À cet égard, je propose que l'on donne la parole à Mark Van Bockstael.

De heer Mark Van Bockstael. - U stelde vragen over de betrouwbaarheid van de certificatie.
Er bestaat nu in twee landen een officieel door de Verenigde Naties goedgekeurd certificaat van herkomst: in Angola en in Sierra Leone.
Het antwoord op de vraag of het certificaat te vertrouwen is wanneer de diamant wordt uitgevoerd vanuit het uitvoerland om in het invoerland, zoals België of de Europese Unie, te worden ingevoerd - want zo moet de vraag worden gesteld - is ja. Het probleem rijst elders. Wat gebeurt er vóór de uitvoer? Kunnen sluikhandelaars in het land zelf diamant uit conflictgebieden op de legale markt brengen? In Afrika is dat een pertinente vraag. Onze interventiemogelijkheden zijn daar spijtig genoeg beperkt.
Inzake certificatie moet nu ook gewag worden gemaakt van het Kimberley-certificaat. Dat zal in een nabije toekomst het certificaat bij uitstek worden. Het zal vóór het einde van 2002 worden ingevoerd in alle landen die aanwezig zijn op de markt van de ruwe diamant. Wat is daarvan de betrouwbaarheid? Alles moet nog worden bewezen. De betrouwbaarheid van het systeem werd bewezen in Angola en Sierra Leone.
U vroeg ons naar de lijst van landen die aan Antwerpen leveren. Daar staan ook de Britse Maagdeneilanden, Mauritius, Portugal, Noorwegen en de Seychellen op. De lijst is zeer lang. Willen al die landen het diamant op officiële wijze blijven verhandelen? Voor de landen die deel uitmaken van de Kimberley-groep, is de enige mogelijkheid te werken met de certificatie. Indien die landen niet in de mogelijkheid zijn of niet willen werken met die certificaten, indien Dubai bijvoorbeeld niet wil deelnemen aan het Kimberley-systeem, zal in 2003 elke uitvoer vanuit Dubai worden tegengehouden aan de buitengrenzen van de Europese Unie. Dat is het positieve gevolg van de toepassing van dat Kimberley-certificaat.

M. Mark Van Bockstael. - Vous nous avez interrogés sur la fiabilité de la certification.
Il existe actuellement dans deux pays un système de certificat d'origine officiellement sanctionné par les Nations unies : l'Angola et la Sierra Leone.
À la question de savoir si l'on peut se fier au certificat quand le diamant est exporté à partir du pays exportateur pour être importé dans le pays importateur, comme la Belgique ou l'Union européenne - car c'est plutôt à ce niveau-là qu'il faut poser la question - la réponse est affirmative. Le problème est ailleurs : que se passe-t-il avant l'exportation ? Est-il possible à des trafiquants, dans le pays même, d'introduire des diamants de conflit sur les marchés légitimes ? Cette question pertinente se pose en Afrique où nos moyens d'intervention sont malheureusement assez limités.
Par ailleurs, en matière de certification, il faut désormais mentionner le certificat de Kimberley, car il deviendra le certificat par excellence, dans un avenir assez proche. En effet, on prévoit avant la fin 2002 l'instauration d'un certificat de type Kimberley dans tous les pays présents sur le marché du diamant brut. Quelle est la fiabilité de ce certificat ? Tout doit encore être prouvé. La fiabilité du système a été prouvée dans le cas de l'Angola et de la Sierra Leone.
Vous nous avez interrogés sur la liste des pays fournisseurs d'Anvers. Il faut souligner que l'on y trouve aussi, par exemple, les British Virgin Islands, l'Île Maurice, le Portugal, la Norvège, les Seychelles. La liste est extrêmement large. Tous ces pays veulent-ils continuer à négocier le diamant officiellement ? Pour les pays membres du groupe de Kimberley, la seule possibilité serait de travailler avec la certification. Si ces pays-là ne sont pas en mesure ou ne veulent pas utiliser ces certificats, si Dubaï, par exemple, ne veut pas participer au système de Kimberley, en 2003, toute l'exportation à partir de Dubaï sera bloquée aux frontières extérieures de l'Union européenne. C'est la conséquence positive de l'application de ce fameux certificat de Kimberley.

De heer Michiel Maertens (AGALEV). - Europa is als een zeef, men kan er gemakkelijk binnen en de douane werkt niet overal even effectief. Dat is precies het probleem. Zou een offensieve aanpak niet beter zijn? De Europese Commissie zou een richtlijn kunnen opstellen om de conflictdiamant te omschrijven op ethische gronden. Men zou moeten werken met limited entry points, het doet er niet toe of dat in Londen is of Parijs, zodat diamant alleen op die plaatsen legaal kan binnenkomen. Op die manier zullen de concurrenten aan de andere kant van de oceaan zitten.

M. Michiel Maertens (AGALEV). - L'Europe est une passoire, on peut facilement y entrer et la douane n'a pas partout la même efficacité. Voilà le problème. Une approche offensive ne serait-elle pas préférable ? La Commission européenne devrait pouvoir adopter une directive afin de définir les diamants de la guerre sur une base éthique. Il faudrait travailler avec un nombre limité de points d'entrée - que ce soit Londres ou Paris - de façon à ce que les diamants légaux ne puissent passer que par ces villes. De cette manière, les concurrents se trouveront de l'autre côté de l'océan.

Mevrouw Marie-José Laloy (PS). - Indien men in de handel een bewerkte steen wil kopen, wordt die steen gepresenteerd in een "kit" waarop onder meer het Kimberley-certificaat en dat van de Hoge Raad voor Diamant worden vermeld. Er is ook een elektronische chip. Welke gegevens worden daarin opgeslagen?

Mme Marie-José Laloy (PS). - Dans le commerce, lorsqu'on veut acheter une pierre taillée, la pierre est présentée dans un « kit » sur lequel on retrouve, entre autres, la certification Kimberley ainsi que celle du Conseil supérieur du Diamant de Belgique(HRD), mais aussi une puce électronique. Quelles sont les données contenues dans cette puce ?

De heer Charles Bornstein. - Voor elke door de HRD of door andere laboratoria gecertificeerde steen bevat de chip de met de microscoop voor de steen verzamelde gegevens. Er is geen geheim. Die chip geeft slechts weer wat duidelijk in de "kit" wordt vermeld.

M. Charles Bornstein. - Pour chaque pierre certifiée par le HRD, ou par d'autres laboratoires, la puce contient les données recueillies au microscope sur la pierre. Il n'y a pas de secret. Cette puce ne reprend que ce qui se trouve en clair dans le « kit » de présentation.

Mevrouw Marie-José Laloy (PS). - Kunnen daarop geen gegevens over de herkomst en de afgelegde weg van de diamant worden vermeld?

Mme Marie-José Laloy (PS). - Ne pourrait-on envisager d'y incorporer des données relatives à la provenance et au parcours du diamant ?

De heer Charles Bornstein. - Het is onmogelijk het spoor van een bewerkte diamant te kennen uitgaande van de herkomst van de ruwe steen. Alle laboratoria van de wereld hebben het geprobeerd, maar het is zeer moeilijk. Het is al moeilijk om de herkomst van een ruwe steen vast te stellen. Voor een bewerkte steen is het zo goed als onmogelijk.

M. Charles Bornstein. - Il est impossible d'avoir une trace du diamant taillé à partir de la provenance de la pierre brute. Tous les laboratoires du monde ont tenté l'expérience, mais c'est très difficile. Il est déjà difficile d'établir la provenance d'une pierre brute. Pour une pierre taillée, c'est quasiment impossible.

Mevrouw Magdeleine Willame-Boonen (PSC). - De heer Meeus sprak over een mogelijke verbetering van de infrastructuur voor de controle ter plaatse. Waarin kan dat bestaan?
Indien we over veel middelen konden beschikken, hoe zou de certificatie dan kunnen worden verbeterd? Ik heb geen duidelijk beeld van die certificatieproblematiek. Voor goud en zilver begrijp ik het nut om zeker te zijn van de kwaliteit en het gewicht van het metaal, maar voor de oorsprong van de diamant begrijp ik dat niet.

Mme Magdeleine Willame-Boonen (PSC). - Monsieur Meeus, vous avez parlé d'une amélioration éventuelle de l'infrastructure de contrôle sur place. En quoi pourrait-elle consister ?
Si on disposait de beaucoup de moyens, comment pourrait-on améliorer la certification ? Je ne vois pas très clair dans ce problème de la certification. Pour l'or et l'argent, je comprends l'utilité de s'assurer de la qualité et du poids du métal mais pour l'origine du diamant, je reste perplexe.

De heer Marcel Colla (SP.A). - De heer Meeus heeft gezegd dat andere centra in de wereld een deel van markt proberen te veroveren via invoer van ruwe diamant. Voorbeelden daarvan zijn Dubai, New York en Tel Aviv. Ik vermoed dat er in deze centra ook een vorm van controle op ingevoerde diamant bestaat. Uit het Kimberleyproces is gebleken dat de controle in deze andere landen minder scherp is dan in België. Een niet onbelangrijk deel van de ruwe diamant die oorspronkelijk in Dubai of New York of in Tel Aviv werd geïmporteerd, komt terecht in Antwerpen. Moet België genoegen nemen met de minder strenge controle die in deze centra is gebeurd, of herneemt België de controle alsof de ruwe diamant rechtstreeks uit Angola of Sierra Leone komt?
Als diamant wordt geëxporteerd uit om het even welk Afrikaans land naar bijvoorbeeld Rijsel en van daaruit wordt overgebracht naar Antwerpen, zijn er dan in België dezelfde reglementaire vereisten en controles alsof de diamant rechtstreeks uit het producerend land zou komen? Zo ja, staat deze reglementering haaks op de Europese situatie? Zal de Europese Commissie niet optreden om een einde te maken aan een situatie die in strijd is met de Europese wetgeving, indien er tenminste op dat vlak Europese richtlijnen bestaan?
Mijn derde vraag is veeleer van economische aard. Een deel van de diamant komt niet via De Beers in België, maar bijvoorbeeld rechtstreeks uit Afrikaanse landen. Om problemen op ethisch vlak uit te sluiten, zou België ervoor kunnen kiezen geen diamant uit die landen meer te aanvaarden? Ik laat even buiten beschouwing of dit voor de Wereldhandelsorganisatie of de Europese Unie aanvaardbaar zou zijn. Zou deze houding ook niet tot gevolg hebben dat op een directe manier de reeds belangrijke machtspositie van De Beers nog zou worden versterkt?
De heer Peleman heeft in deze commissie gezegd dat er een wezenlijk probleem is omdat de werkelijke productie van diamant en handel in diamant een veelvoud bedraagt van de officiële. Daarom relativeert hij ook het Kimberleyproces. Het grootste probleem volgens hem is immers de smokkel.
Wat vindt de heer Meeus daarvan? De heer Peleman vindt ook dat de Belgische douane nog altijd veel te laks is. Als iemand het land binnenkomt met een partij diamant, vraagt men hem zelfs niet of hij in het land van herkomst is geweest. We zouden de controle aan onze grenzen kunnen verbeteren om de smokkel tegen te gaan. Wat is de mening van de heer Meeus hieromtrent?
De heer Meeus verwees naar producerende landen met een kleine productie, maar met een grote import. Volgens hem kan Kimberley daarop een antwoord bieden. Op welke manier controleert men echter de diamant die België binnenkomt via personen die niet uit een productieland komen? Verloopt de controle op dezelfde manier als voor diamant die wel uit een productieland komt?
Onze commissie moet ook nagaan of de natuurlijke rijkdommen van een land niet worden geplunderd. Kan met het huidige controlesysteem worden nagegaan of het betrokken land een faire prijs krijgt voor zijn grondstoffen?
Ook de heer Peleman heeft Kimberley gerelativeerd. Verwijzend naar Sierra Leone, verklaarde hij dat men zelfs voor diamant met een certificaat niet kan garanderen dat hij niet uit rebellengebied afkomstig is. Een diamantair die diamant wil invoeren, kan dit dan ook moeilijk controleren. Is dit inderdaad mogelijk? Het gaat hier niet om plundering, vermits belasting geheven wordt op de geëxporteerde diamant. Er rijst wel een politiek probleem omdat het embargo wordt omzeild. (De heer Bornstein verlaat de vergadering)

M. Marcel Colla (SP.A). - M. Meeus a affirmé que, dans le monde, d'autres centres tentent de conquérir une part du marché grâce à l'importation de diamant brut. Il s'agit par exemple de Dubaï, de New York et de Tel Aviv. Je suppose qu'il y existe une forme de contrôle des diamants importés. Il ressort du processus de Kimberley que le contrôle, dans ces autres pays, est moins strict qu'en Belgique. Une partie non négligeable des diamants bruts qui, à l'origine, avaient été importés à Dubaï, New York ou Tel Aviv, aboutissent à Anvers. La Belgique doit-elle se contenter de contrôles moins stricts, tels que ceux menés à ces endroits, ou reprendre le contrôle comme si les diamants venaient directement d'Angola ou de la Sierra Leone ?
Si les diamants sont exportés de n'importe quel pays africain vers par exemple Lille et sont ensuite transférés à Anvers, les règlements et contrôles belges s'appliquent-ils comme si les diamants provenaient directement du pays producteur ? Dans l'affirmative, cette réglementation est-elle en contradiction flagrante avec la situation européenne ? La Commission européenne ne s'emploiera-t-elle pas à mettre un terme à une situation qui contrevient à la législation européenne ?
Ma troisième question est plutôt de nature économique. Une partie des diamants n'arrive pas en Belgique par l'intermédiaire de la De Beers, mais par exemple directement des pays africains. Afin de résoudre les problèmes éthiques, la Belgique ne pourrait-elle pas décider de ne plus accepter les diamants provenant de ces pays ? Je fais abstraction de la question de savoir si cette pratique serait acceptable aux yeux de l'OMC ou de l'Union européenne. Cette attitude n'aurait-elle pas aussi pour conséquence de renforcer directement la position, déjà dominante, de la De Beers ?
M. Peleman a déclaré devant cette commission qu'il existe un véritable problème parce que les chiffres réels de la production et du commerce de diamants représentent plusieurs fois ceux de la production et du commerce officiels. C'est pourquoi il relativise aussi le processus de Kimberley. Selon lui, le trafic constitue le plus gros problème.
Qu'en pense M. Meeus ? M. Peleman estime aussi que les services des douanes belges sont encore beaucoup trop laxistes. Si quelqu'un entre dans le pays avec un lot de diamants, on ne lui demande même pas s'il s'est rendu dans le pays d'origine. Nous pourrions améliorer le contrôle à nos frontières afin de combattre les trafics. Quel est l'avis de M. Meeus à ce sujet ?
M. Meeus a fait référence aux pays producteurs qui produisent peu mais importent beaucoup. Selon lui, Kimberley peut offrir une réponse à ce problème. Mais comment contrôle-t-on un diamant qui entre en Belgique par l'intermédiaire d'une personne qui ne vient pas d'un pays producteur ? Le contrôle est-il effectué de la même manière que pour les diamants qui proviennent d'un pays producteur ?
Notre commission doit aussi s'assurer que les richesses naturelles d'un pays ne sont pas pillées. Peut-on, à l'aide du système de contrôle actuel, vérifier si le pays concerné reçoit un prix équitable pour ses matières premières ?
M. Peleman a lui aussi relativisé Kimberley. En faisant référence à la Sierra Leone, il a déclaré que, même avec un certificat, il est impossible de garantir qu'un diamant ne provient pas d'un territoire sous le contrôle des rebelles. Un diamantaire qui veut importer un diamant peut dès lors difficilement vérifier ce point. Est-ce possible ? Il ne s'agit pas ici de pillage puisque des taxes sont prélevées sur les diamants exportés. Il existe par contre un problème politique parce que l'embargo est contourné. (M. Bornstein quitte la réunion)

Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - Ik dank de heer Meeus voor zijn zeer omstandige uitleg. Ik apprecieer vooral zijn gedrevenheid.
We hebben van verschillende experts gehoord dat diamant anders is dan andere grondstoffen, wellicht omdat diamant zo gemakkelijk verhandelbaar is. We hebben ook vernomen dat ministers van Mijnbouw van verschillende Afrikaanse landen toegeven dat 80 tot 90 procent van de handel in diamant oncontroleerbaar is. De heer Peleman verklaarde dat smokkeldiamant 20 tot 50 procent van de wereldhandel uitmaakt. Dat is een bijzonder hoog percentage. Is dat werkelijk zo?
We vernemen ook dat mensen hier aankomen met een document uit Zambia, een land waar helemaal geen diamanten te vinden zijn. Wat doet de Hoge Raad voor Diamant hiermee? Ik heb wellicht geen document nodig. Geregistreerde diamantairs kunnen mijn diamanten gewoon overnemen. Diamanten kunnen dus gemakkelijk zonder enig certificaat in het circuit terechtkomen.
De heer Meeus zegt dat de controle bijzonder streng is. Het Diamond Office is een overheidsdienst die fungeert als intern douanekantoor en bemand wordt door mensen van de Hoge Raad voor Diamant. Zij taxeren de waarde van de diamant, maar gaan niet na wat de herkomst ervan is. Dat is trouwens bijzonder moeilijk omdat de diamanten bij hun aankomst vaak gemengd zijn en hun herkomst daardoor moeilijk te traceren valt. Is dat geen probleem? Hoe kan het Diamond Office dan nog controleren?
Er worden bijzonder weinig smokkelaars opgepakt, vooral als we er rekening mee houden dat 30 procent van de diamant gesmokkeld is. Wat is de reden hiervoor?
Wij zien dat op meerdere plaatsen terugkomen.
Wordt de band tussen diamant en wapens besproken door één van de werkgroepen van de Kimberley-conferentie? Wij merken ook dat de georganiseerde criminaliteit meer en meer in allerhande sectoren binnendringt en dus ook de band tussen diamant en wapens kan versterken.
Heel in het begin van de hoorzittingen hebben wij vernomen dat heel speciale circuits zich uitstrekken naar Oekraïne. Hebben de diamanthandelaars daarmee ook te maken? Hoe ziet u Oost-Europa in het geheel? De wapenhandel zou zich vooral daar ontwikkelen.
Zijn er verbanden met betalingen voor diamant of zitten er altijd drie instanties in een circuit, zoals wij vanochtend hebben geleerd? Die drie elementen zouden dan zijn: diamanten worden verkocht, geld wordt gestort, wapens worden aangekocht? Ik kan mij voorstellen dat de Hoge Raad voor Diamant niet met Oekraïne bezig is, maar heeft u daarover niets vernomen op de Kimberley-conferentie?
Hoe staan de andere Europese landen tegenover de controle ter plaatse? Trekken zij de Belgische kaart of zijn zij gewonnen voor de big business en verwerpen zij die controles als een stok in de wielen?

Mme Erika Thijs (CD&V). - Divers experts nous ont affirmé que le diamant est différent des autres matières premières, peut-être parce qu'il est si facilement négociable. Les ministres de l'Exploitation minière de plusieurs pays africains concèdent que 80 à 90% du commerce du diamant est incontrôlable. Selon M. Peleman, le trafic de diamants constitue 20 à 50% du commerce mondial. C'est un pourcentage particulièrement élevé. En va-t-il réellement ainsi ?
Nous avons aussi appris que des personnes viennent en Belgique avec des documents provenant de Zambie, un pays où ne se trouve aucun diamant. Qu'en fait le Conseil supérieur du Diamant ? Je n'ai peut-être pas besoin d'un document. Les diamantaires enregistrés peuvent simplement acheter mes diamants. Des diamants peuvent donc aboutir sur le marché sans aucun certificat.
M. Meeus affirme que le contrôle est particulièrement strict. Le Diamond Office est un service public qui fonctionne comme un bureau interne des douanes et qui est constitué par des membres du Conseil supérieur du Diamant. Ils taxent la valeur des diamants mais ne vérifient pas leur origine. Cette tâche est particulièrement difficile parce qu'à leur arrivée, les diamants sont souvent mélangés et ils sont dès lors difficilement traçables. N'est-ce pas un problème ? Comment le Diamond Office peut-il alors encore contrôler la circulation des diamants ?
Peu de trafiquants sont arrêtés. Pourtant, 30% des diamants font l'objet de trafics. Quelle en est la raison ?
On retrouve cela à différents endroits.
Le lien entre les diamants et les armes est-il discuté par un des groupes de travail de la conférence de Kimberley ? Étant donné que la criminalité organisée envahit de plus en plus de secteurs, on risque de voir se renforcer le lien entre le diamant et les armes.
Au tout début des auditions, nous avons appris que des circuits très particuliers s'étendaient vers l'Ukraine. Les diamantaires sont-ils aussi concernés ? Que pensez-vous de la situation en Europe de l'Est où se développerait principalement le trafic d'armes.
Y a-t-il des liens avec des achats de diamants ou un circuit comporte-t-il systématiquement les trois éléments suivants : vente de diamants, versement d'argent, achat d'armes ? J'imagine que le Conseil supérieur du Diamant ne s'occupe pas de l'Ukraine, mais la conférence de Kimberley ne vous a-t-elle rien appris à ce propos ?
Quelle est la position des autres pays européens concernant les contrôles sur place ? Jouent-ils la carte belge ou considèrent-ils qu'on entrave leurs affaires en leur mettant des bâtons dans les roues ?

De voorzitter. - De verwijzing naar de wapenhandel in Oekraïne hield mijns inziens meer verband met de coltan- dan met de diamanthandel, tenzij ik mij vergis.
De vraag maakt misschien wel een interessante opening naar de rol van Oost-Europa in het algemeen.

M. le président. - La référence au trafic d'armes en Ukraine me semble plutôt avoir un lien avec le coltan.
Votre question constitue sans doute une ouverture intéressante quant au rôle joué par l'Europe de l'Est en général.

De heer Peter Meeus. - Misschien zou de heer Van Bockstael best antwoorden over de verwarring tussen het Kimberley-certificaat en het HRD-certificaat. Dat geldt ook voor de vraag van de heer Colla over de faire prijsvorming en de plundering, over de link tussen wapens en diamant in het raam van het Kimberley-proces en over Oekraïne. Ikzelf weet daar totaal niets over.
Zelf zal ik eerst ingaan op de suggestie van senator Maertens die wij trouwens ook zelf al hadden gemaakt. In het raam van gesprekken met de Europese Unie moeten wij trachten de voorwaarden zo te formuleren dat men tot enkele punten van entry komt en dat de voorwaarden zo scherp zijn dat er maar op enkele plaatsen diamant kan worden geïmporteerd. Een en ander is natuurlijk niet zo simpel als wij het hier voorstellen. Iedereen moet eigenlijk op voet van gelijkheid worden behandeld. Wij trachten duidelijk te maken aan de bevoegde ambtenaren van de Europese Unie dat er best op indirecte wijze voorwaarden worden gesteld.

M. Peter Meeus. - M. Van Bockstael serait le mieux placé pour nous éclairer à propos de la confusion entre le certificat de Kimberley et le CSD, et répondre à la question de M. Colla sur la fixation équitable des prix et le pillage, sur le lien entre les armes et le diamant à la lumière du processus de Kimberley et sur l'Ukraine. Personnellement, j'ignore tout du sujet.
Comme l'a suggéré le sénateur Maertens, nous devons essayer, dans le cadre des pourparlers avec l'Union européenne, de faire en sorte qu'il ne subsiste que quelques points d'entrée et que les conditions soient tellement strictes que le diamant ne puisse plus être importé qu'à quelques endroits. Mais tout n'est pas aussi simple. Tout le monde doit être traité sur un pied d'égalité. Nous cherchons à persuader les fonctionnaires de l'Union européenne qu'il vaut mieux poser des conditions indirectement.

De heer Michiel Maertens (AGALEV). - Er zijn precedenten. Ook voor bepaalde andere handelsproducten bestaan er limited entry points. Dat is dus niets nieuws. De vraag is wie het initiatief neemt? Of is er al een initiatief genomen? Een keer de bal aan het rollen gaat in de Commissie, kan hij zeer snel beginnen rollen, omwille van het ethische aspect dat vastzit aan heel deze zaak.

M. Michiel Maertens (AGALEV). - Il y a des précédents. Pour certaines autres marchandises, il y a aussi des points d'entrée limités. Reste à savoir qui prendra l'initiative ou qui l'a prise. Vu les aspects éthiques que comporte cette question, les choses pourront s'accélérer une fois que la Commission en aura été saisie.

De heer Peter Meeus. - Dit is inderdaad het juiste spoor.
Nog een woord over de smokkel. Het is niet omdat zelf uitgeroepen experts, die sinds twee jaar bezig zijn met de diamantproblematiek, hier verklaren dat tussen 20 tot 25% van de handel smokkel is, dat dit ook waar is. De heer Fowler stelde in zijn VN-rapport dat in Antwerpen 2500 handelaars in de grijze zone opereren. Wij hebben hem gevraagd die handelaars eens te komen aanwijzen. Een dergelijk aantal moet toch zichtbaar zijn. Naderhand heeft hij gezegd dat het om een vergissing ging en dat hij het had over de handelaars die in de Pelikaanstraat goudwinkels exploiteren. Zelfs VN-rapporten moeten dus met een korrel zout worden genomen.
De smokkel in diamant is hoofdzakelijk een Afrikaans en een economisch probleem. Vaak liggen heel eenvoudige elementen aan de basis, zoals de prijs die voor goederen wordt geboden. In Afrika zijn er heel veel kleine delvers die moeten leven van de diamant. Als een multinational niet genoeg biedt voor de stenen die deze delvers hen aanbieden, dan is de kans groot dat ze een andere koper zoeken. Naar onze westerse maatstaven gaat het dus om smokkel, maar er liggen misschien wel economische, humanitaire en logistieke redenen aan de oorsprong.
De smokkel in Antwerpen moet worden gerelativeerd. Het merendeel van de handel in ruwe en geslepen diamant is momenteel in handen van maximum twintig gigantische firma's, die zetels hebben in heel de wereld en zich niet kunnen veroorloven in de obscuriteit te handelen. Ze hebben een omzet van meer dan 100 miljoen dollar en hebben er alle belang bij om netjes belastingen te betalen, facturen op te maken en geen illegale daden te stellen. De schade die ze kunnen oplopen is immens. Het valt niet uit te sluiten dat in de marge goederen België worden binnengesmokkeld. Er zijn hiervoor echter geen fiscale redenen. Het is dus veel eenvoudiger om gebruik te maken van de gewone exportroute dan uit Rwanda of Uganda via een ingewikkelde smokkelroute met het risico dat de steen waarnaar je een jaar hebt gegraven, in beslag wordt genomen.

M. Peter Meeus. - C'est, en effet, la bonne voie.
Encore un mot sur le trafic. Ce n'est pas parce que des experts prétendent que 20 à 25% du diamant provient de la contrebande que c'est nécessairement vrai. Dans son rapport de l'ONU, M. Fowler a déclaré que 2500 diamantaires anversois opéraient dans la zone grise. Nous lui avons demandé de nous les désigner mais il a déclaré par la suite qu'il s'agissait d'une erreur et qu'il visait les négociants en or de la Pelikaanstraat.
Le trafic de diamant est avant tout un problème économique africain qui repose généralement sur des éléments très simples comme le prix offert pour les marchandises. En Afrique, le diamant fait vivre de très petits « creuseurs » ; si les multinationales ne sont pas assez généreuses, il est très probable qu'ils iront vendre leurs pierres ailleurs. Selon nos normes occidentales, il s'agit de contrebande mais sans doute est-elle dictée par des raisons économiques, humanitaires et logistiques.
Il convient de relativiser le trafic à Anvers. La plus grande partie du commerce en diamant brut et taillé est aux mains d'une vingtaine d'entreprises géantes présentes dans le monde entier qui ne peuvent se permettre d'opérer dans l'ombre.
Avec un chiffre d'affaires de plus de 100 millions de dollars, elles ont tout intérêt à travailler dans la légalité. Il n'est pas exclu que des quantités marginales de diamants soient importées en fraude chez nous. Il est bien plus simple d'utiliser la route traditionnelle des exportations que de passer par le Rwanda ou l'Ouganda et de courir le risque de se voir confisquer les pierres si durement obtenues.

De heer Michiel Maertens (AGALEV). - Wat met het witwassen?

M. Michiel Maertens (AGALEV). - Qu'en est-il du blanchiment ?

De heer Peter Meeus. - Daar is geen enkele fiscale reden voor. Er worden goederen in het officiële circuit gebracht die uit een bepaald land zijn vertrokken. Ze staan in de boeken en moeten er ook weer uit.
Het fiscaal plan, waarvan ik u een kopie heb overhandigd, voorziet in een belasting op de turnover. Ik heb nog altijd niet goed begrepen hoe er in dat systeem geld kan worden witgewassen.

M. Peter Meeus. - Fiscalement, ce n'est pas intéressant. Les marchandises, en provenance d'un pays déterminé, entrent officiellement dans le circuit officiel et doivent aussi en sortir.
Le plan fiscal, dont vous avez reçu une copie, prévoit une taxe sur les transactions. Je n'ai toujours pas bien compris comment ce système permettait le blanchiment d'argent.

De heer Michiel Maertens (AGALEV). - We hebben hier al enkele keren gehoord dat er op fiscaal vlak heel wat kan worden verbeterd.

M. Michiel Maertens (AGALEV). - Nous avons déjà entendu quelques fois que bien des améliorations étaient possibles sur le plan fiscal.

De heer Peter Meeus. - Dat verhaal dateert van vóór 1997. Sommige getuigen worden blijkbaar niet gehinderd door een grondige kennis van het dossier. Vóór 1997 waren er problemen in de sector. Dat heeft geleid tot uitvoerige onderhandelingen met de overheid op fiscaal vlak. De sector heeft zich toen ertoe verbonden om de belastbare opbrengst voor de overheid ernstig op te trekken. Er is in Antwerpen met de fiscus een protocolakkoord gesloten. De minister van Financiën heeft dat akkoord ondertekend.
De Hoge Raad voor Diamant heeft actief meegewerkt aan het vinden van oplossingen. Er is een turnoverbelasting ingevoerd, waarbij op de omzet boven een bepaald volume een flat fee betaald wordt. Dat systeem bestaat ook in Israël. De fiscus is daarmee opgezet, want deze regeling vereenvoudigt de bewijslast bij controles.

M. Peter Meeus. - Ce récit date d'avant 1997. Certains témoins ne semblent pas bien connaître le dossier. Avant 1997, ce secteur connaissait des problèmes. Des négociations ont eu lieu avec les pouvoirs publics et le secteur s'est engagé à relever sérieusement les recettes taxables. À Anvers, un accord de protocole a été conclu avec le fisc. Le ministre des Finances a signé cet accord.
Le Conseil supérieur du Diamant a activement collaboré à la recherche de solutions. On a instauré une taxe sur les transactions, prévoyant le paiement d'une commission immédiate si le chiffre d'affaires dépasse un certain volume. Ce système existe aussi en Israël. Le fisc y trouve son compte car il facilite l'établissement de la preuve au moment des contrôles.

De heer Mark Van Bockstael. - Ik heb nog een opmerking over het witwassen. Er wordt vaak beweerd dat Diamond Office en de expertise onnodige zaken doen. Ik repliceer daarop het volgende. Het gaat niet alleen over het ethische karakter van bepaalde stromen. Het gaat ook om een ander aspect. Wanneer we stoppen met de waardebepaling van elke diamant, zetten we de deur wijd open voor witwaspraktijken. Op dit ogenblik is Antwerpen de laatste plaats in de Europese Unie waar iemand er zou aan denken om witwaspraktijken te organiseren. Het is gemakkelijker om naar Portugal of Griekenland te gaan, daar een douanier te zoeken die juist groenten heeft geïmporteerd en gedeclareerd. Die zal zeker bereid zijn om uw diamanten er mee door te sluizen. Op die manier wordt de diamant namelijk in de Europese Unie ingevoerd.
Indien wij na de invoering van Kimberley verplicht zouden worden ook zo te handelen, dan bedank ik daarvoor. Ik ga vaak naar Afrika en ik stel daar vast wat er gebeurt. In tegenstelling tot de verhalen die de ronde doen, is de diamant in Afrika niet het grote monster, zeker niet in de Congolese economie. De Congolese economie is op het ogenblik een survivaleconomie die draait op diamant.

M. Mark Van Bockstael. - Une remarque encore à propos du blanchiment. Aux allégations selon lesquelles le Diamond Office et les experts font des choses inutiles, je réponds qu'il n'en va pas seulement du caractère éthique de certains flux mais aussi d'un autre aspect. Si nous renonçons à déterminer la valeur de chaque diamant, nous ouvrons la porte à des pratiques de blanchiment. En ce moment, Anvers est le dernier endroit de l'Union européenne où l'on songerait à organiser des opérations de blanchiment. Il est plus simple de rejoindre le Portugal ou la Grèce et d'y trouver un douanier qui vient d'importer et de déclarer des légumes et qui acceptera certainement de passer vos diamants en fraude. C'est ainsi que les diamants sont importés dans l'Union européenne.
Si, après Kimberley, nous étions obligés de procéder de la sorte, je m'y refuserais. Je me rends souvent en Afrique et je vois ce qui s'y passe. Contrairement à ce qu'on raconte, le diamant en Afrique n'est pas le grand monstre, surtout pas dans l'économie de survie du Congo où tout tourne autour du diamant.

De heer Peter Meeus. - Mevrouw Thijs en de heer Colla hebben vragen gesteld over de positie van de concurrentie. Tijdens de besprekingen in het kader van Kimberley bleek duidelijk dat de meeste andere landen niet bereid zijn om over te stappen op een systeem van systematische controles, omdat dat enorm duur is. Er moeten daarvoor ambtenaren en experts opgeleid worden; er moet een hele nieuwe infrastructuur worden uitgewerkt. Bovendien zien ze er het nut nog niet van in omdat die diamanten bij hen niet altijd binnenkomen.
Ik verwijs even naar Rijsel, waarover de heer Colla vragen stelde. Diamant die vanuit Rijsel in Frankrijk wordt geïmporteerd en nadien naar Antwerpen wordt geëxporteerd, komt nog altijd voor in onze statistieken als ruwe diamant die vanuit Frankrijk is geïmporteerd.
De nationale wet op de statistiek is hiervoor de wettelijke basis, hoewel het eigenlijk om een handel binnen de Europese Unie gaat. Dat blijft beter zo, omdat de goederen dan kunnen worden getraceerd. De wettelijke basis moet evenwel worden verstevigd. Als dat niet gebeurt, dan zullen de goederen in de toekomst worden geïmporteerd via Thessaloniki of via andere landen die tot de Europese Unie zullen toetreden en dan kan de diamant vrij circuleren, zonder enige verdere controle. Laat staan dat er al een ernstige controle zal gebeuren op het point of entry.
Er was ook een vraag over de machtspositie van De Beers. Als morgen niet meer uit Afrikaanse landen kan worden geïmporteerd, dan geven we De Beers een groot cadeau. De groep zal onmiddellijk onderhandelingen starten met al die Afrikaanse landen.

M. Peter Meeus. - Mme Thijs et M. Colla ont posé des questions à propos de la concurrence. Au cours des discussions dans le cadre de Kimberley, il est apparu que la plupart des autres pays n'étaient pas prêts à passer à un système, trop onéreux, de contrôles systématiques. Des fonctionnaires et des experts doivent être formés à cet effet et il faut élaborer une toute nouvelle infrastructure. De plus, ils n'en voient pas l'utilité parce que les diamants ne leurs parviennent pas toujours.
Je fais référence aux questions posées par M. Colla au sujet de Lille. Le diamant importé de Lille et exporté ensuite vers Anvers, est toujours enregistré dans nos statistiques comme une importation de diamant à partir de la France.
La loi nationale relative à la statistique en constitue la base légale, bien qu'il s'agisse d'une transaction intra-européenne. Mieux vaut s'y tenir car cela permet de suivre la trace des produits. Il faut cependant renforcer la base légale car sinon, à l'avenir, les marchandises seront importées via Thessalonique ou via d'autres futurs adhérents à l'Union européenne où le diamant pourra circuler librement, sans autre forme de contrôle. Si du moins il y a déjà un contrôle sérieux au point d'entrée.
Il y avait encore une question sur la position de force de la De Beers. Si demain, on ne peut plus importer à partir des pays africains, nous faisons un beau cadeau à la De Beers. Le groupe entamera immédiatement des négociations avec tous ces pays africains.

De heer Marcel Colla (SP.A) - Maakt het een verschil uit of de ruwe diamant uit een land van de Europese Unie wordt ingevoerd of uit een ander land, bijvoorbeeld Dubai of Israël?

M. Marcel Colla (SP.A). - Cela fait-il une différence si le diamant brut est importé d'un pays de l'Union européenne ou d'un autre pays comme, par exemple, Dubaï ou Israël ?

De heer Peter Meeus. - De controle in Antwerpen is identiek. Hetzelfde geldt voor goederen die uit Zambia komen. In Zambia wordt geen diamant gedolven. We kunnen ons afvragen hoe de diamanten in Zambia komen, maar dezelfde vraag kan worden gesteld over de 26 miljard dollar aan diamant die in België wordt verhandeld.
Zambia verhandelt jaarlijks voor 13 miljoen dollar. De goederen die uit Zambia komen, worden in België gecontroleerd. In het kader van de huidige reglementering kunnen we de goederen immers niet weigeren. Ik heb al gezegd dat we gebonden zijn aan de bepalingen van de Wereldhandelsorganisatie en van het Verdrag van Cotonou, de opvolger van het Verdrag van Lomé.

M. Peter Meeus. - Le contrôle à Anvers est identique. Il en va de même pour les marchandises en provenance de Zambie. On n'extrait pas de diamant en Zambie. On peut donc se demander comment les diamants arrivent dans ce pays mais on peut se poser la même question au sujet des 26 milliards de dollars de diamants négociés en Belgique.
Chaque année, la Zambie négocie pour 13 millions de dollars. Les marchandises en provenance de Zambie sont contrôlées en Belgique. Dans le cadre de la réglementation actuelle, nous ne pouvons en effet pas refuser les marchandises. J'ai déjà dit que nous étions liés aux dispositions de l'Organisation mondiale du commerce et de l'Accord de Cotonou, qui a succédé à la Convention de Lomé.

De heer Mark Van Bockstael. - Toch nog een kleine verduidelijking. Zambia staat op de lijst van de landen waarvan wordt verondersteld dat ze geen eigen diamantproductie meer hebben. Op het Europees declaratiedocument - het uniek document - moeten drie parameters worden ingevuld: het land van verzending, het land van herkomst en het land van oorsprong. Het land van herkomst en het land van verzending zijn meestal hetzelfde. Het land van oorsprong is het land waar de diamant wordt gedolven. Als Zambia als land van oorsprong wordt vermeld, dan is er een probleem, want dat wordt niet aanvaard. Bij de import uit Zambia wordt Zambia als het land van herkomst gemeld; het land van oorsprong kan om het even welk Afrikaans diamantproducerend land zijn, met uitzondering van Angola, Sierra Leone en Liberia.
Uit om het even welk ander diamantproducerend land kan diamant in de Europese Unie worden ingevoerd.

M. Mark Van Bockstael. - Un petit éclaircissement. La Zambie figure sur la liste des pays supposés ne plus avoir de production propre de diamants. Le document de déclaration européen doit comporter trois paramètres : le pays d'origine, le pays de provenance et le pays d'expédition sont souvent identiques. Le pays d'origine est celui où le diamant a été extrait. Si le pays d'origine indiqué est la Zambie, le document est refusé. Dans le cas d'une importation à partir de la Zambie, ce pays est indiqué comme pays de provenance ; le pays d'origine peut être n'importe quel pays africain producteur de diamants, à l'exception de l'Angola, de la Sierra Leone et du Liberia.
Il est possible d'importer vers l'Union européenne des diamants en provenance de n'importe quel autre pays producteur de diamant.

Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - Hoe komt het dat er zo veel diamant langs Zambia gaat? Van welke landen komt die diamant? Worden daar geen vragen bij gesteld? Wordt dat dan niet gecontroleerd?

Mme Erika Thijs (CD&V). - Comment expliquer que tant de diamants passent par la Zambie ? De quels pays proviennent ces diamants ? N'y pose-t-on pas de questions ? N'effectue-t-on pas de contrôles ?

De heer Peter Meeus. - Dat is het legaliteitsprobleem. We kunnen die goederen niet tegenhouden. Kimberley heeft precies tot doel hieraan iets te doen. Zambia zal na Kimberley alleen nog diamant kunnen uitvoeren die het eerst officieel heeft ingevoerd.

M. Peter Meeus. - C'est le problème de la légalité. Nous ne pouvons bloquer ces marchandises. Kimberley a précisément pour but de remédier à cette situation. Après Kimberley, la Zambie pourra uniquement exporter des diamants qui auront d'abord été officiellement importés.

De heer Marcel Colla (SP.A). - Diamant die afkomstig is uit één van de productielanden en via Zambia wordt doorgevoerd, blijft toch herkomstig uit één van een van de eerste landen? Zambia moet toch een certificaat van oorsprong geven?

M. Marcel Colla (SP.A). - Les diamants qui proviennent d'un des pays producteurs et qui transitent par la Zambie ne demeurent-ils pas originaires d'un des premiers pays ? La Zambie ne doit-elle pas délivrer un certificat d'origine ?

De heer Mark Van Bockstael. - Neen. Uitgezonderd voor de diamant uit Angola en Sierra Leone, waarvoor importbeperkingen gelden, zijn geen documenten nodig. De Europese douanewetgeving vereist geen documenten, maar vraagt alleen een aangifte overeenkomstig het uniek document. Als dat in orde is, worden geen vragen gesteld. Om fiscale redenen kan alleen nog een bijkomend document worden gevraagd om de waarde van de import te bepalen.

M. Mark Van Bockstael. - Non. Il ne faut pas de document, sauf pour les diamants provenant d'Angola et de Sierra Leone, qui sont soumis à une limitation des importations. La législation douanière européenne n'exige pas de document. Elle demande uniquement une déclaration conforme au document unique. Si cette déclaration est en ordre, on ne pose pas de question. Pour des raisons fiscales, on peut simplement demander un document complémentaire pour fixer la faveur de l'importation.

Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - Ook niet voor Congo?

Mme Erika Thijs (CD&V). - Pour le Congo non plus ?

De heer Mark Van Bockstael. - Zeker niet voor Congo, zou ik bijna zeggen. Ik heb een probleem met de Europese douanewetgeving. Sinds een paar jaar ben ik de specialist inzake conflictdiamant op de Hoge Raad. Ik hou me bezig met vragen van mensen die op legitieme manier zaken willen doen. Ik heb onlangs nog een e-mail gekregen van een Belgische firma die benaderd is door de officiële vertegenwoordiger van de RCD-Goma hier in Brussel met het voorstel om diamanten te kopen. Gelukkig hebben ze ons gevraagd wat ze daarmee moesten aanvangen. Op Europees niveau had men hen gezegd dat er geen probleem was. Dát kan nu.

M. Mark Van Bockstael. - Je serais tenté de répondre : certainement pas pour le Congo. La législation douanière européenne me pose un problème. Depuis quelques années, au Conseil supérieur, je suis le spécialiste du diamant de la guerre. Je m'occupe des questions posées par des personnes qui veulent faire des affaires de manière légale. Dernièrement, j'ai reçu un e-mail d'une firme belge qui a été contactée par le représentant officiel du RCD-Goma à Bruxelles, lui proposant d'acheter des diamants. Heureusement, cette firme nous a demandé ce qu'il y avait lieu de faire. Au niveau européen, on lui avait dit qu'il n'y avait pas de problème. Voilà ce qui peut se produire, à l'heure actuelle.

De heer Peter Meeus. - De Kimberley-akkoorden zouden dit moeten verhelpen. Wij hebben ons daarbij aangesloten omdat de meerderheid van landen er achter staat. Zelf hadden we het anders willen aanpakken. Wij hadden ons aanvankelijk willen beperken tot de installatie van een controle-infrastructuur in een aantal Afrikaanse landen. Dat was veel vlugger gegaan.
Bij de dertien miljoen dollar van Zambia gaat het niet noodzakelijk - en volgens mij helemaal niet - om diamanten waarmee wapens zijn aangekocht. Er kunnen economische redenen worden aangehaald waarom die goederen in Zambia terecht zijn gekomen. Er bestaat geen causaal verband tussen de export uit Zambia, Uganda, Rwanda en de wapenhandel of de plundering van natuurlijke rijkdommen.

M. Peter Meeus. - L'accord de Kimberley devrait remédier à cette situation. Nous y adhérons parce que la majorité des pays le soutiennent. Nous aurions préféré nous y prendre différemment. Au départ, nous aurions voulu nous limiter à l'installation d'une infrastructure de contrôle dans un certain nombre de pays africains. Cela aurait été plus rapide.
Pour ce qui est des 13 millions de dollars de la Zambie, il ne s'agit pas nécessairement - et selon moi, aucunement - de diamants servant à l'achat d'armes. Des raisons économiques peuvent expliquer pourquoi ces marchandises se retrouvent en Zambie. Il n'existe pas de lien causal entre les exportations à partir de la Zambie, de l'Ouganda, du Rwanda et le commerce des armes ou le pillage des richesses naturelles.

De heer Marcel Colla (SP.A). - Als de Kimberley-akkoorden van toepassing zijn, zal Zambia eerst moeten importeren, vooraleer het kan exporteren. Met uitzondering van de landen waarvoor een voorwaardelijk of totaal embargo geldt, is nog geen certificaat vereist. Zal dit na Kimberley wel het geval zijn?

M. Marcel Colla (SP.A). - Quand l'accord de Kimberley sera appliqué, la Zambie devra d'abord importer avant de pouvoir exporter. Actuellement, un certificat n'est pas encore exigé, sauf pour les pays frappés d'un embargo conditionnel ou total. Un certificat sera-t-il exigé lorsque l'accord sera entré en vigueur ?

De heer Mark Van Bockstael. - Inderdaad.

M. Mark Van Bockstael. - En effet.

De heer Peter Meeus. - Mevrouw Thijs had vragen over het opsporen van het land van oorsprong. Ik ben daar misschien te vlug over gegaan. Mark Van Bockstael is geoloog en gemmoloog. Hij heeft voor ons deelgenomen aan de White House Conference op 10 januari 2001, die uitsluitend handelde over de vraag of het mogelijk is de herkomst van diamanten te bepalen en waarop alle internationale experts aanwezig waren. Misschien kan hij de conclusies van die conferentie samenvatten.

M. Peter Meeus. - Mme Thijs a posé des questions concernant la recherche du pays d'origine. Marc Van Bockstael est géologue et gemmologue. Le 10 janvier 2001, il a participé, avec tous les experts internationaux, à la White House Conference, dont le travail était centré exclusivement sur la question de savoir s'il est possible de déterminer l'origine des diamants. Je lui demande de bien vouloir résumer les conclusions de cette conférence.

De heer Mark Van Bockstael. - Het grote probleem is het bewijs voor de rechtbank. Diamantairs die bijvoorbeeld 20 jaar gewerkt hebben met Sierra Leone, kunnen bijna de bocht van de rivier aanwijzen van waaruit diamanten afkomstig zijn. Als de referentiecontext Sierra Leone echter wegvalt en het om diamanten gaat die worden aangeboden als zijnde uit Rusland, waarvan de diamanten geologisch nogal overeenstemmen met die uit Sierra Leone, zal de oorsprongbepaling echter heel wat moeilijker verlopen.
Van 1979 tot 1999 was ik directeur van het Gemmologisch Instituut. Ik kreeg toen van de heer Meeus een opdracht die maar twee maanden in beslag zou nemen. Ik ben nu sinds september 1999 bezig en sta nog niet veel verder wat de oorsprongsbepaling van individuele diamanten betreft. Het is niet juist dat er niet aan gewerkt wordt. In januari 2001 was ik in het Witte Huis. De conferentie vroeg toen aan de vorige VS-administratie een fonds van 100 miljoen dollar ter beschikking te stellen gespreid over vijf jaar. Met het geld van dat fonds zou men nagaan of het al dan niet mogelijk is de oorsprong te bepalen. De Amerikaanse administratie heeft die 100 miljoen dollar nog steeds niet op tafel gelegd. In oktober 2001 bleek op een opvolgingsconferentie in Harvard, waarop ik eveneens aanwezig was, nog eens dat het geld er nog niet was.
Momenteel bestaan er bijzonder ingewikkelde technieken die echter nooit routinematig zullen kunnen worden toegepast omdat de diamant bij het onderzoek verdwijnt door verbranding. Een dergelijk onderzoek is wel mogelijk als men wil bewijzen dat een smokkelaar in het bezit is van een partij diamant uit oorlogsgebied. Dan kan men één diamant onderzoeken.
Canada is het verst gevorderd met het onderzoek naar de oorsprong omdat de Canadezen willen verhinderen dat diamanten uit hun mijnen worden gestolen. Ze willen het Amerikaanse publiek ook op wetenschappelijke wijze garanderen dat stenen die verkocht worden als Canadese diamant wel degelijk uit Canada komen.
Er gaat nu een nieuwe mijn open in Canada. De wetenschappelijke geochemische kenmerken lijken op deze uit Australië. Inzake referentievergaring is men dus nog niet ver gevorderd.
Als een wetenschapper 100 miljoen dollar vraagt, denkt hij daarenboven in de eerste plaats aan de uitrusting van zijn laboratorium en minder aan het probleem. Ik tracht het probleem zo snel mogelijk op te lossen, want wij hebben geen tijd te verliezen. Kimberley is niet de ideale, maar wel de minst slechte oplossing.

M. Mark Van Bockstael. - Le grand problème est la preuve devant le tribunal. Des diamantaires qui ont travaillé pendant vingt ans avec la Sierra Leone sont quasiment en mesure de désigner l'endroit de la rivière d'où proviennent les diamants. Par contre, en dehors de toute référence à la Sierra Leone, l'identification du lieu d'origine sera beaucoup plus compliquée dans le cas de diamants présentés comme étant originaires de Russie, lesquels correspondent géologiquement à ceux de la Sierra Leone.
De 1979 à 1999, j'ai été directeur de l'Institut de gemmologie. M. Meeus m'a chargé d'une mission qui ne devait durer que deux mois. Bien que j'y travaille depuis septembre 1999, je n'ai progressé que très peu en ce qui concerne la recherche de l'origine des diamants individuels. En janvier 2001, à la Maison Blanche, la Conférence a demandé à l'administration des États-Unis de lui octroyer un fonds de 100 millions de dollars, à répartir sur cinq ans, afin de pouvoir étudier la question de l'origine. Cette somme n'a toujours pas été accordée, malgré la demande réitérée de la conférence de suivi qui s'est tenue en octobre 2001 à Harvard.
Il existe actuellement des techniques extrêmement compliquées qui ne pourront cependant jamais être appliquées couramment parce qu'elles provoquent la destruction du diamant par le feu. Ce procédé peut être utilisé quand il s'agit de prouver qu'un trafiquant est en possession d'un lot de diamants provenant d'une région en guerre. Dans ce cas, on n'analyse qu'un seul diamant.
Le Canada a le plus progressé en matière de recherche de l'origine parce qu'il cherche à éviter que les diamants contenus dans ses mines ne soient volés. Ce pays veut également fournir au public américain la garantie scientifique que les pierres vendues comme étant des diamants canadiens le sont réellement.
Une nouvelle mine s'ouvre actuellement au Canada. Les caractéristiques géochimiques ressemblent à celles des pierres d'Australie. On n'est donc pas très avancé en matière de collecte de références.
Lorsqu'un scientifique demande 100 millions de dollars, sa première préoccupation est davantage l'équipement de son laboratoire que le problème lui-même. Je m'efforce de résoudre le problème aussi rapidement que possible. Kimberley est la moins mauvaise des solutions.

De heer Peter Meeus. - Diamant wordt gemengd om economische redenen. De Beers heeft in Londen 1.500 diamantsorteerders. In Antwerpen zijn dat er 1.200. Zij moeten diamant mengen, omdat loten meer waard zijn als de diamant op dezelfde grootte, kleur en zuiverheid wordt gesorteerd. Een klant betaalt meer voor een partij gesorteerde diamant. Het sorteren van diamant maakt integraal deel uit van onze activiteit, zowel wat ruwe als geslepen diamant betreft.
De heer Colla had een vraag over de verklaringen van de heer Peleman aangaande misbruik van het certificaat in Sierra Leone. In het weekblad Knack verklaarde de heer Peleman: "Daarom stellen we Liberia voor om, in navolging van Sierra Leone en Angola, een gecontroleerd certificaat van oorsprong voor hun diamanten in te voeren." Datzelfde certificaat noemde de heer Peleman twee weken later voor deze commissie waardeloos. De heer Peleman heeft als expert van het VN-panel voor Liberia aan Liberia overigens voorgesteld dit certificaat in te voeren. Dit strookt ook met de verklaring van de Liberiaanse minister van Mijnwezen, die zei dat de heer Peleman hem voorgesteld had de Hoge Raad te vragen een certificaat op te stellen.
Het is juist dat we onze hand niet in het vuur durven te steken voor alle regeringen in Afrika, ook niet in Europa. De heer Peleman evenmin. In een aantal landen zullen wellicht misbruiken bestaan. Maar dat is niet alleen het geval in Sierra Leone of Afrika.
Er zal dus altijd misbruik bestaan.
Wij hebben het wel heel wat moeilijker gemaakt met het systeem van certificaten die door drie personen moeten worden ondertekend, dus niet alleen meer door de minister, maar ook door de plaatselijke directeur van Diamond Office en de Gouverneur van de Nationale Bank. Het certificaat is bovendien vergezeld van een document dat niet zo maar kan worden vervalst, met digitale foto's van de partij. De foto's die wij hier ontvangen, moeten identiek zijn aan die op het returndocument zodat de caratage en de waarde moeten kloppen. Het is dus behoorlijk wat moeilijker geworden.
Wij danken de heer Peleman voor zijn suggestie om met Liberia hetzelfde te doen als met die twee andere landen.
Misschien kan Mark Van Bockstael het nog even hebben over de lokale markt en de faire prijszetting.

M. Peter Meeus. - Les diamants sont mélangés pour des raisons économiques. À Londres, la De Beers compte 1.500 trieurs de diamants. À Anvers, on en dénombre 1.200. Les trieurs mélangent les diamants parce que les lots ont davantage de valeur lorsqu'ils sont composés de pierres ayant la même taille, la même couleur et la même pureté. Le tri des diamants fait intégralement partie de notre activité, tant en ce qui concerne le diamant brut que le diamant taillé.
M. Colla a posé une question au sujet des déclarations de M. Peleman concernant des abus de certificats en Sierra Leone. Dans l'hebdomadaire Knack, M. Peleman propose que le Liberia instaure un certificat d'origine contrôlée pour les diamants, à l'instar de la Sierra Leone et de l'Angola. Deux semaines plus tard, devant cette commission, M. Peleman déclare que ce certificat est sans valeur. Par ailleurs, en tant qu'expert du panel des Nations unies pour le Liberia, M. Peleman a suggéré à ce pays d'instaurer un tel certificat, ce qu'attestent les déclarations du ministre libérien de l'Exploitation minière.
Il est exact que nous ne pouvons mettre la main au feu pour tous les gouvernements africains ni même pour tous les gouvernements européens. Il y aura sans doute des abus dans certains pays, et pas seulement en Sierra Leone ou en Afrique.
Il y aura donc toujours des abus.
Cependant, nous avons instauré un système rendant ces abus plus difficiles, puisque les certificats doivent être signés par trois personnes, notamment par le ministre, par le directeur local du Diamond Office et par le Gouverneur de Banque nationale. De plus, le certificat est accompagné d'un document qui est difficile à falsifier, avec une photo numérique du lot. Les photos qui nous arrivent ici doivent être identiques à celles du document return, de sorte que le caratage et la valeur doivent correspondre.
Nous remercions M. Peleman de sa suggestion de procéder avec le Liberia comme avec les deux autres pays.
Je suggère à Mark Van Bockstael de nous parler du marché local et de la juste fixation des prix.

De heer Mark Van Bockstael. - De commissie heeft zich al verschillende keren afgevraagd in hoe verre er sprake is van plundering.
Zelf wil ik eerst een vraagteken plaatsen bij een opmerking die de voorzitter heeft gemaakt bij het begin van de namiddagsessie. Mijnheer de voorzitter, in uw overtuiging was diamant de grootste bron van inkomsten voor de rebellen die daarmee wapens aankochten.
Sta mij toe daaraan te twijfelen, toch zeker voor het jaar 2000. U zult zich herinneren dat tijdens de eerste hoorzitting een verantwoordelijke van het TIC is komen getuigen over tantalium. Het TIC blijkt niet te weten hoeveel de dingen kosten. Volgens de informatie op het terrein waarover wij beschikken, heeft RCD-Goma op een bepaald ogenblik tien keer meer inkomsten betrokken uit coltan dan uit diamant. Dan heb ik toch wel bedenkingen bij bepaalde uitlatingen, vooral als men niet blijkt te weten dat ongezuiverd tantaaloxide, zoals het uit Oost-Kivu via de Rwandese sluipwegen destijds op Sabenavliegtuigen, maar nu op Martinairtoestellen geraakt, in die periode 300 dollar per pond kostte. We kunnen weten hoeveel ton er uiteindelijk ongeveer is verstuurd, want ik neem aan dat Sabena zijn facturen nog niet allemaal heeft verbrand. Ik denk dus dat er nog wel wat informatie kan worden teruggevonden.
Interessant om te weten is hoe belangrijk de inkomsten uit diamant kunnen zijn en of een regio daarmee economisch uit het slop kan worden geholpen.
Waarom zijn bedrijven vaak niet geïnteresseerd? Ook niet in de periode vóór de bezetting en in de periode van het Mobuturegime, dat nu soms wordt bejubeld. In die periode was Sibeka, dat nog steeds voor 20% aandeelhouder is van Miba, niet geïnteresseerd om in Lodja of in Aketi een diamant-baggerschip op de rivier te zetten. Waarom? Wel, omdat vanuit geologisch standpunt een dergelijke mijnontginning als niet rendabel wordt beschouwd. Dat betekent dat wie die ontginning op een deftige manier tracht te ontwikkelen, er zijn broek aan scheurt. Daarmee kan geen winst worden gemaakt, enkel verlies.
Waarom wordt daar dan toch diamant gedolven? Vanochtend werd op een bepaald ogenblik gezegd dat de creuseurs, de plaatselijke mijnwerkers, de armste dompels zijn. Het probleem is dat die mensen op dit ogenblik geen andere uitweg hebben.
Ik ken gevallen van voormalige assistenten aan de universiteit van Kisangani die momenteel met een schop in een rivierbedding staan te graven. Er is immers geen staat meer in het gebied waar ze verblijven, maar ze hebben wel nog een familie die op hen rekent.
De artisanale productie is georganiseerd in kleine coöperatieven, de zogenaamde écuries, waarin vijf tot vijfentwintig mensen samen naar diamanten graven. Ze graven op plaatsen waar in het verleden ooit een diamant is gevonden of waar geen bomen staan die moeten worden omgehakt. Het is echter best mogelijk dat in een gebied van honderd vierkante meter waar tot een diepte van twintig meter moet worden gegraven om in de laag met diamanten te komen, maar tien diamanten zitten met een totale waarde van tien dollar.
Vóór de liberalisering van 1982 was meer dan 80% van de gedolven diamant industriediamant en bijna 20% was kwaliteitsdiamant. In de alluviale afzettingen is de kwaliteit wel iets groter, maar toch gaat het vaak om stenen die maar tien dollar per karaat opbrengen, hoewel het mogelijk is dat een steen wordt gevonden die duizend dollar per karaat zal opbrengen.
Voor de mensen in het gebied rond Kisangani is diamant delven wat de lotto in België is voor de armen die al hun geld in een lottobiljet steken in de hoop eens miljonair te worden. De vraag is in hoeverre dit het sociale weefsel bevordert. Hetzelfde geldt voor de creuseurs in Congo. Het eerste wat ze doen als ze een diamant vinden, is hem verbergen. Rond de écuries staan echter gewapende mannen die ervoor moeten zorgen dat de diamanten niet worden verborgen, maar in de pot terechtkomen. Het is nu zeer goed mogelijk dat de diamanten die over een periode van twee tot drie maanden worden verzameld, niet voldoende opbrengen om de kosten te dekken. Om die reden zijn die mensen arm.
De diamanten worden wel op een hoger niveau verzameld. Daar wordt de prijs betaald die op de wereldmarkt wordt betaald, min de bijdrage voor de overheid.
Dit brengt me bij het prijsniveau in een land als Congo. De comptoirs kunnen niet anders dan maximaal 80 tot 85% te betalen van de waarde die in Antwerpen wordt gevraagd als ze via de officiële kanalen willen exporteren. De lokale delvers worden uitgebuit? Ze krijgen te weinig voor hun diamant? De vraag is echter wat de waarde van een diamant in Congo is in verhouding tot de waarde van een diamant in Antwerpen. Uiteraard moeten ook de exporttaksen en de kosten van de comptoirs worden afgetrokken. De licentie voor een comptoir is momenteel vrij duur. Als ze hun kosten er niet uithalen, dan wordt heel de handel naar de smokkel geduwd.
Wat kunnen we nu doen aan de armoede waarin die plaatselijke diamantdelvers leven? Hier komen we op het terrein van de ontwikkelingssamenwerking. Diamant kán hierin een rol spelen, maar niet de rol die het nu heeft.
Sierra Leone importeert nu heel wat producten die het vóór de oorlogen van de jaren 80 zelf uitvoerde, zoals rijst en vis. Er moet al een hele inspanning worden geleverd om de door het graven vernietigde gronden weer vruchtbaar te krijgen. Zij die in de tropen ooit aan landbouw gedaan hebben, weten waarover ik spreek. Dat is geen sinecure, maar als we een bijdrage willen leveren tot de toekomst van die landen, moeten we het in die richting zoeken.
Het probleem dat rebellenlegers door verkoop van diamant wapens kunnen blijven kopen, zal uiteraard blijven bestaan. Toch hopen wij dat Kimberley dat zal kunnen stoppen. Ik verklaar mij nader.
Kimberley legt een aantal voorwaarden op. Een land dat niet tot de Kimberley-club behoort, kan geen diamant exporteren naar een lid van die club. Als bijvoorbeeld Zambia beslist om geen geld te investeren in het bekomen van een certificaat, kan het niet meer exporteren naar de Europese Unie, de Verenigde Staten of een ander land dat het Kimberley-akkoord heeft ondertekend.
In de Verenigde Staten wordt er een wet voorbereid, de Clean Diamonds Act, om een stok achter te deur te hebben om het Kimberleyproces te laten vooruitgaan. Op een bepaald ogenblik zag het er immers naar uit dat alles vast zat en door die stok achter de deur is er nu alleszins een akkoord dat vervolgens moet worden geïmplementeerd.
De heer Maertens vroeg of we kunnen nagaan welke diamanten verdacht zijn en welke niet.
Ik maak hier de vergelijking met de vleesproductie, die aan strikte controles is onderworpen. Als de controles correct verlopen, kan men uitmaken welk vlees of welke salami veilig is, hoewel men heel moeilijk zal kunnen bepalen van welke dieren die salami afkomstig is.
Dat is echter niet de bedoeling, ook niet bij diamant. Het is de bedoeling een systeem uit te werken dat een tracering mogelijk maakt vanaf de eerste import, via een systeem van garanties die door de diamantairs vanaf nu op alle facturen verplicht zullen moeten worden aangebracht. Dat is een deel van de industry self regulation. Het land van oorsprong moet kunnen bewijzen dat het al het mogelijke gedaan heeft om het systeem tussen de mijn en de eerste export zo goed als waterdicht te maken. Vanaf de eerste export - ik neem nu aan dat die overeenkomt met de eerste import in België - zal de diamant door het system of warranties, een onderdeel van de industry self regulation, perfect "legitiem" zijn. Dat sluit natuurlijk niet uit dat er geen onregelmatigheden meer kunnen gebeuren, want geen enkel systeem is volledig waterdicht. Zodra het systeem wereldwijd zal worden toegepast, zal de heer Peleman echter niet meer kunnen komen verklaren dat de helft van de diamant gesmokkeld wordt, want die gesmokkelde diamant zal verdwenen zijn.
Kimberley kan de conflictdiamant natuurlijk niet helemaal tegenhouden. Een certificaat kan de goederen die door het certificaat vergezeld zijn, alleen maar legitimeren. De conflictdiamant zal bijgevolg niet meer legaal te verkrijgen zijn. Ik heb er geen problemen mee dat dit uiteindelijk zal resulteren in een duaal systeem waarbij er "zuivere" en "onzuivere" diamant in circulatie komt. Dan zal echter blijken dat de illegale diamant circuleert in de landen waar ook de narcoticadollars en wapenhandel te vinden zijn. Ik ben daar helemaal niet boos om.

M. Mark Van Bockstael. - À plusieurs reprises, la commission s'est demandé dans quelle mesure on peut parler de pillage.
Selon le président de la commission, le diamant aurait été la principale source de revenus permettant de financer l'achat d'armes par les rebelles. J'éprouve des doutes à ce sujet, certainement pour l'année 2000. Au cours de la première audition, un responsable du TIC est venu témoigner à propos du tantale. Le TIC semble ignorer les prix. Selon les informations du terrain, à un moment déterminé, le RCD/Goma aurait tiré du coltan des revenus dix fois supérieurs à ceux provenant du diamant. Il est surprenant d'ignorer qu'à l'époque, l'oxyde de tantale brut, tel qu'il était chargé dans les avions de la Sabena, coûtait 300 dollars la livre. Il doit être possible de retrouver des informations relatives aux quantités qui ont été transportées.
Il serait intéressant de connaître l'importance des revenus tirés du diamant afin de savoir si ceux-ci peuvent contribuer à sortir une région de l'impasse économique.
Pour quelle raison les entreprises montrent-elles si peu d'intérêt, que ce soit pendant la période qui a précédé l'occupation ou pendant le régime Mobutu ? Parce que du point de vue géologique, une telle exploitation minière est considérée comme une activité non rentable, étant donné qu'elle ne génère aucun bénéfice et n'occasionne que des pertes.
Dans ces conditions, comment expliquer que l'on procède quand même à l'extraction du diamant ? Il faut savoir que les « creuseurs », les mineurs locaux, sont parmi les plus pauvres et qu'ils n'ont pas d'autre issue.
Je connais des cas d'anciens assistants de l'Université de Kisangani qui fouillent actuellement le lit d'une rivière avec une pelle. Il n'y a plus d'État dans la région où ils vivent, mais ils ont encore une famille qui compte sur eux.
La production artisanale est organisée en petites coopératives, appelées écuries, où 5 à 25 personnes travaillent ensemble à la recherche de diamants. Elles creusent là où des diamants ont été trouvés dans le passé et où aucun arbre ne doit être abattu. Il peut arriver que sur une surface de cent kilomètres carrés, fouillée sur une profondeur de vingt mètres, il n'y ait que dix diamants d'une valeur totale de dix dollars.
Avant la libéralisation de 1982, plus de 80% du diamant extrait était du diamant industriel et près de 20% du diamant de qualité. Dans les dépôts alluvionnaires, la qualité est meilleure, mais il s'agit souvent de pierres ne rapportant que dix dollars par carat, alors qu'une pierre peut donner jusqu'à mille dollars par carat.
On peut se demander si la recherche de diamant favorise le développement du tissu social. Cela vaut également pour les « creuseurs » au Congo. Lorsqu'ils trouvent un diamant, ils s'empressent de le cacher. Pourtant, autour des « écuries », des hommes armés veillent à ce que les diamants ne soient pas dissimulés, mais versés dans le pot commun.
Il est fort possible que les diamants rassemblés sur une période de deux à trois mois ne rapportent pas suffisamment pour couvrir les frais. C'est ce qui explique pourquoi ces personnes sont pauvres.
Les diamants sont rassemblés à un niveau supérieur, où le prix payé est celui du marché mondial, moins la contribution revenant à l'État.
Au Congo, les comptoirs ne peuvent payer que 80 à 85% de la valeur demandée à Anvers, s'ils veulent exporter par l'intermédiaire des canaux officiels. Les creuseurs locaux sont exploités ? Ils reçoivent trop peu pour leurs diamants ? La question qui se pose consiste à savoir quelle est la valeur d'un diamant au Congo par rapport à celle qui a cours à Anvers. Les taxes d'exportation et les frais des comptoirs doivent évidemment être déduits. La licence pour les comptoirs est très chère à l'heure actuelle. S'ils ne peuvent pas déduire leurs frais, tout le commerce se fera en fraude.
Que pouvons-nous faire, face à la misère dans laquelle vivent les creuseurs locaux ? Nous arrivons ici sur le terrain de la coopération au développement. Le diamant peut jouer un rôle sur ce plan, mais pas celui qu'il a actuellement.
La Sierra Leone importe actuellement beaucoup de produits qu'elle exportait elle-même avant les guerres des années 80, comme le riz et le poisson. Des efforts doivent être accomplis pour rendre à nouveau fertiles les terres dévastées par les extractions. Si nous voulons contribuer au redressement des pays concernés, c'est dans ce domaine que nous devons agir.
Le problème posé par le fait que les armées rebelles peuvent continuer à acheter des armes grâce à la vente de diamant subsistera. Nous espérons cependant que le processus de Kimberley pourra l'empêcher. Celui-ci impose une série de conditions. Ainsi, un pays ne faisant pas partie du club de Kimberley ne peut exporter aucun diamant vers un membre de ce club.
Aux États-Unis, on prépare une loi appelée Clean Diamonds Act, afin de disposer d'un moyen de pression pour faire progresser le processus de Kimberley. Il y a maintenant un accord, qui doit être mis en oeuvre.
M. Maertens a demandé si nous pouvions distinguer les diamants suspects des autres. Je prends l'exemple de la production de viande, qui est soumise à un contrôle rigoureux. Si les contrôles s'effectuent correctement, on peut constater qu'une viande est saine ou non, mais on peut difficilement déterminer de quelle bête elle provient.
Tel n'est pas le but et il en est de même pour le diamant. L'objectif est d'élaborer un système permettant la traçabilité depuis l'importation initiale via un système de garanties que les diamantaires seront dorénavant obligés d'apposer sur toutes les factures. C'est un élément de l'industry self regulation. Le pays d'origine doit pouvoir prouver qu'il a fait tout ce qui était possible pour que le circuit entre la mine et l'exportation initiale soit tout à fait étanche. Depuis l'exportation initiale, qui correspond je suppose à la première importation en Belgique, le diamant sera parfaitement légitime, et ce, grâce au system of warranties, qui est un élément de l'industry self regulation. Cela n'exclut pas que certaines irrégularités puissent se produire car aucun système n'est totalement étanche.
Dès que le système sera appliqué à l'échelle mondiale, M. Peleman ne pourra plus affirmer que la moitié du diamant provient de la contrebande, parce que le diamant de contrebande aura disparu.
Le processus de Kimberley ne peut naturellement pas totalement éradiquer le diamant de la guerre. Un certificat ne peut légitimer que les marchandises pourvues d'un tel document. Le diamant de la guerre ne pourra dès lors plus être acquis légalement. On arrivera finalement à un système dual, où les diamants « purs » et « impurs » seront en circulation. Il apparaîtra alors que le diamant illégal circule dans les pays où l'on trouve les narcodollars et le commerce des armes. Je n'en suis pas fâché.

De heer Marcel Colla (SP.A). - De heer Van Bockstael beweert dat Kimberley een akkoord is. Wat is de juridische en politieke draagwijdte ervan? Wordt dat akkoord door de regeringen ondertekend? Zal het uitmonden in een internationaal verdrag dat moet worden geratificeerd?

M. Marcel Colla (SP.A). - M. Van Bockstael affirme que Kimberley est un accord. Quelle est la portée juridique et politique de cet accord ? Est-il signé par les gouvernements ? Donnera-t-il lieu à un traité international, qui devra être ratifié.

De heer Mark Van Bockstael. - Ik had gehoopt dat wespennest te kunnen vermijden. Ik ben geen jurist, maar een geoloog en ik heb het bijgevolg soms moeilijk met de juridische begrippen.
Voor het akkoord bestonden er twee mogelijkheden: ofwel een echt akkoord dat uitmondt in een internationaal verdrag, ofwel een soort van politiek charter. Uiteindelijk werd voor de tweede mogelijkheid gekozen. Kimberley zal een politiek karakter hebben, maar het zal daarom niet minder implementeerbaar zijn. Kimberley is er gekomen op vraag van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 1 december 2000. In de resolutie 55/56 staat klaar en duidelijk dat er tegen het einde van de 56ste sessie een operationeel systeem moet voorgesteld zijn. We kijken uit naar wat er zal gebeuren. In principe komt het Kimberley-akkoord op de agenda van de 56ste sessie, medio maart aanstaande. Wij hopen dat na de Algemene Vergadering ook de Veiligheidsraad zich over het Kimberley-akkoord zal buigen omdat we dan de hele problematiek rond de akkoorden van Cotonou, van WTO, enzovoort, kunnen vergeten. De resoluties van de Veiligheidsraad primeren immers en zijn voor iedereen bindend. Dan zal duidelijk blijken wie wel of niet meewerkt. Wie niet meewerkt, zal een internationale paria zijn, zeker voor de diamantwereld.

M. Mark Van Bockstael. - Je ne suis pas juriste mais géologue et j'éprouve par conséquent quelques difficultés avec les notions juridiques.
Il y avait deux options : soit un véritable accord débouchant sur un traité international, soit une sorte de charte politique. On a choisi la deuxième possibilité. Kimberley aura un caractère politique, mais cela ne rendra pas sa mise en oeuvre plus difficile.
La résolution 55/56 des Nations unies stipule clairement que le système devra être opérationnel à la fin de la 56ème session, laquelle aura lieu en principe à la mi-mars.
Nous espérons qu'après l'Assemblée générale, le Conseil de sécurité se penchera également sur l'accord de Kimberley, parce que nous pourrons alors oublier toute la problématique des accords de Cotonou, de l'OMC, etc. Les résolutions du Conseil de sécurité priment et sont contraignantes pour tout le monde. On verra clairement qui collabore ou non. Celui qui ne collabore pas sera considéré comme un paria international, en tout cas dans les milieux diamantaires.

De heer Peter Meeus. - Zoals u weet, mijnheer Colla, leven alle landen in de wereld strikt de resoluties van de Veiligheidsraad na.

M. Peter Meeus. - Comme vous le savez, monsieur Colla, tous les pays respectent strictement les résolutions du Conseil de sécurité.

Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - Welke timing wordt er voor Kimberley vooropgesteld? De conflicten in Centraal-Afrika stapelen zich immers op en ondertussen blijft alles bij het oude. Zullen er uitsluitend bilaterale akkoorden worden gesloten of zullen er ook multilaterale akkoorden worden gesloten?

Mme Erika Thijs (CD&V). - Quels sont les délais prévus pour Kimberley ? Les conflits s'accumulent en Afrique centrale et entre-temps rien ne change. Va-t-on conclure seulement des accords bilatéraux ou y aura-t-il également des accords multilatéraux ?

De heer Mark Van Bockstael. - Voor zover ik weet is er een multilateraal akkoord gesloten, dat door het Europese voorzitterschap is ondertekend. Het akkoord is namens het Belgische voorzitterschap in Gabarone ondertekend door de Belgische ambassadeur in Zuid-Afrika, de heer Teirlinck, en door de speciale gezant van Europees commissaris Patten.

M. Mark Van Bockstael. - Pour autant que je sache, un accord multilatéral a été conclu et signé par la présidence européenne. Le document a été signé à Gabarone, au nom de la présidence belge, par l'ambassadeur de Belgique en Afrique du Sud, M. Teirlinck, et par un envoyé spécial du commissaire européen Patten.

De heer Peter Meeus. - Er zal dus normaal gezien een resolutie worden goedgekeurd in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en daarna wellicht in de Veiligheidsraad.
Op bilateraal vlak is er niets vastgelegd in het Kimberley-proces en dat is juist het grote verschil met de optie van de Hoge Raad voor Diamant. Wij suggereerden om op bilateraal vlak te starten en infrastructuren op te richten. Wij werden daarin op een bepaald ogenblik afgeremd omdat men van oordeel was dat er een internationaal systeem moet komen. Dat zal echter minder streng zijn dan het systeem dat de Hoge Raad nu hanteert.

M. Peter Meeus. - Une résolution sera normalement adoptée par l'Assemblée générale des Nations unies et peut-être ensuite par le Conseil de sécurité.
Sur le plan bilatéral, rien n'est prévu dans le processus Kimberley et c'est précisément la grande différence avec l'option du Conseil supérieur du diamant. Nous avons suggéré de commencer sur le plan bilatéral et de créer les infrastructures nécessaires. Nous avons cependant été freinés parce qu'on estimait qu'un système international était nécessaire. Celui-ci sera moins strict que le système utilisé par le Conseil supérieur.

De heer Mark Van Bockstael. - Ik wens daar nog een laatste opmerking bij te maken. Het is de bedoeling dat het akkoord vóór het einde van 2002 volledig zal kunnen worden geïmplementeerd. Dat wil zeggen dat alle ondertekenende landen dan over een export- of wederexportcertificaat zullen beschikken.
Het is evident dat eerst alle diamantproducerende landen een dergelijk certificaat moeten hebben. Het zou idioot zijn dat de Europese Unie een certificaat zou produceren voor goederen die zonder certificaat zijn geïmporteerd. Er zal uiteraard een overlappingsperiode zijn, analoog met de overgang naar de euro, maar op een bepaald ogenblik zal er alleen nog ruwe diamant kunnen worden geïmporteerd die vergezeld is van een exportcertificaat van één van de deelnemende landen.
Dat certificaat moet natuurlijk ook gecontroleerd worden. Het kan niet dat een bepaald land zich niet aan de richtlijnen houdt en zo maar een certificaat produceert, ervan uitgaand dat alle andere importerende landen verplicht zijn om zijn diamanten te aanvaarden gewoon omdat het lid is van Kimberley. In dergelijke gevallen kan er uiteraard worden opgetreden. Er kunnen internationale missies worden gestuurd, review missions, die moeten uitmaken of er onregelmatigheden zijn. Die procedure is echter maar mogelijk op middellange termijn.
Mevrouw Thijs vroeg mij naar de controle op diamant uit Oekraïne. Het gaat hier zeker niet om een land dat bij ons als belangrijk aangeschreven staat. De verruiming van de Europese Unie naar het Oosten zal een ernstige controle van import naar- en export uit die landen noodzakelijk zal maken. Anders wordt het dweilen met de kraan open.

M. Mark Van Bockstael. - L'objectif est de concrétiser entièrement l'accord avant fin 2002. Cela signifie que tous les pays signataires devront disposer d'un certificat d'exportation ou de réexportation.
Il est évident que ce sont en premier lieu les pays producteurs de diamants qui devront avoir un tel certificat. Il serait insensé que l'Union européenne fournisse un certificat pour des marchandises importées sans certificat. Il y aura évidemment une période de chevauchement mais, à un moment donné, seul le diamant brut accompagné d'un certificat d'exportation de l'un des pays participants pourra encore être importé.
Ce certificat doit bien sûr être contrôlé. Il faut éviter qu'un pays ne respecte pas les directives et produise un certificat en partant du principe que tous les autres pays importateurs sont obligés d'accepter ses diamants simplement parce qu'il est membre du club de Kimberley. Dans de tels cas, on peut intervenir et, par exemple, envoyer des missions internationales afin de voir s'il y a des irrégularités. Cette procédure ne pourra être appliquée qu'à moyen terme.
Mme Thijs a parlé du contrôle du diamant provenant d'Ukraine. L'élargissement à l'Est de l'Union européenne nécessitera un contrôle sévère des importations et exportations des pays concernés, sinon ce sera un emplâtre sur une jambe de bois.

De heer Peter Meeus. - Ik vestig er toch even de aandacht op dat tussen januari en december 2001 voor 111.000 dollar diamant geïmporteerd is uit Oekraïne.

M. Peter Meeus. - Je signale toutefois qu'entre janvier et décembre 2001, on a importé d'Ukraine pour 111.000 dollars de diamant.